ECLI:NL:RBAMS:2019:5781

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 augustus 2019
Publicatiedatum
6 augustus 2019
Zaaknummer
13/670592-11 (TBS)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van terbeschikkingstelling met voorwaarden na afwijzing van de vordering tot verlenging

Op 6 augustus 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/670592-11, betreffende de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren op 8 augustus 1970. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar afgewezen. De betrokkene was ter beschikking gesteld bij vonnis van 27 juni 2012, met oplegging van voorwaarden, en deze maatregel was laatstelijk verlengd op 25 juli 2018 voor de duur van één jaar. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld op basis van verschillende adviezen, waaronder die van Reclassering Nederland en psychiater I. Maksimovic. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico van de betrokkene dusdanig is teruggebracht dat de veiligheid van anderen niet langer eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De betrokkene heeft blijk gegeven van positieve voortgang in zijn behandeling en heeft zich gehouden aan de opgelegde voorwaarden. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen, wat de rechtbank heeft overgenomen in haar beslissing. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene in staat is om op vrijwillige basis het risicomanagement voort te zetten en dat de beschermende factoren voldoende zijn om de maatregel te beëindigen.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/670592-11
Beslissing op de op 31 mei 2019 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 31 mei 2019 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op 8 augustus 1970,
wonende op het adres [verblijfadres] ,
begeleid door Reclassering Nederland te Rotterdam,
die bij vonnis van deze rechtbank van 27 juni 2012 ter beschikking gesteld werd, met oplegging van voorwaarden, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 25 juli 2018 voor de tijd van 1 (één) jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met 1 (één) jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 8 mei 2019 op grond van artikel 509o, derde lid van het Wetboek van Strafvordering door Reclassering Nederland uitgebrachte advies, strekkende tot het onvoorwaardelijk beëindigen van deze terbeschikkingstelling;
  • de voortgangsverslagen toezicht van voornoemde reclasseringsinstelling van 14 mei 2019, 10 januari 2019 en 23 oktober 2018; en
  • het op 9 juni 2019 op grond van artikel 509o, derde lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van I. Maksimovic, psychiater, strekkende tot het niet verlengen van deze terbeschikkingstelling met voorwaarden.
De rechtbank heeft op 23 juli 2019 de officier van justitie mr. M.L.A. ter Veer, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. W.J. Morra, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, alsmede de deskundigen M.I.N. van Andel en K. van Keeren, als reclasseringswerkers verbonden aan Reclassering Nederland te Rotterdam, ter openbare zitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd
advies van Reclassering Nederland van 8 mei 2019wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene heeft een licht verstandelijke beperking en er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met borderline, narcistische en antisociale trekken. Bij betrokkene is tevens sprake van een seksuele stoornis (hyperseksualiteit). In gevallen van stress, wordt seks door betrokkene als coping gebruikt.
Behandelverloop
Betrokkene gebruikt libidoremmende medicatie om gevoelens van hyperseksualiteit te onderdrukken, waardoor hij zich gemakkelijker kan concentreren op gewone dingen in het leven. In de afgelopen jaren heeft betrokkene blijk gegeven zich trouw aan voorgeschreven libidoremmende medicatie te hebben gehouden.
Betrokkene is gestopt met de COSA, omdat dit te veel spanning opleverde. Betrokkene is aangemeld bij Middin. Middin kan hem een luisterend oor bieden en hem ondersteunen bij het uitbreiden van zijn netwerk. De contactmomenten kunnen na het onvoorwaardelijk beëindigen van de maatregel blijven bestaan.
De psychiatrische zorg loopt via het Forensisch FACT Fivoor in Den Haag. De frequentie van de contactmomenten neemt af. De behandeling loopt goed, betrokkene neemt actief deel aan de behandeling en komt zijn afspraken na.
De financiën van betrokkene zijn ondervangen door bewindvoering. De spanningen omtrent financiën worden op deze manier uit handen genomen. Betrokkene heeft een stabiele relatie en geeft enthousiast uitvoering aan zijn werk bij de bloemenveiling in [plaats] .
Betrokkene maakt een positieve voortgang door, waarbij hij zich al voor langere tijd goed aan de opgestelde bijzondere voorwaarden weet te houden. Betrokkene blijft stabiel functioneren, ondanks spanningsvolle situaties. Hij maakt deze situaties direct bespreekbaar met een derde partij en staat open voor advies. Betrokkene probeert zich meer open te stellen. Het voornaamste aandachtspunt in het traject van betrokkene is zijn spanningsregulatie.
Betrokkene heeft zich als doel gesteld om zich meer tussen anderen te gaan begeven, om zijn sociale netwerk uit te breiden.
Risicotaxatie
Het risico op recidive in gewelddadig gedrag wordt door de reclassering binnen het huidige kader ingeschat als laag tot matig. Het gebruik van libidoremmende medicatie wordt door de reclassering als belangrijke beschermende factor gezien: het is noodzakelijk om het risico op recidive te beperken. De gevoelens van hyperseksualiteit worden hierdoor onderdrukt. Betrokkene is medicatietrouw en is gemotiveerd om deze medicatie te blijven gebruiken. Ook is betrokkene voornemens de behandeling bij het FACT van Fivoor voort te zetten als de maatregel wordt beëindigd.
Koers en advies
De seksuele stoornis van betrokkene wordt zo goed mogelijk (medicamenteus) behandeld en betrokkene functioneert hier al geruime tijd stabiel bij. Betrokkene zet zich actief in om zijn spanningen te reguleren. Betrokkene heeft een groei doorgemaakt in het reflecteren op zijn eigen handelen en weet zijn defensiviteit aan te pakken. Het FACT zal betrokkene blijven ondersteunen en begeleiden in een vrijwillig kader en Middin ondersteunt betrokkene bij het uitbreiden van zijn netwerk en het bieden van een luisterend oor.
Geadviseerd wordt om de maatregel terbeschikkingstelling (met voorwaarden) onvoorwaardelijk te beëindigen.
De deskundigen Van Andel en Keeren hebben dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Zij hebben verklaard dat het recidiverisico bij onvoorwaardelijke beëindiging van de maatregel wordt ingeschat als laag. Hoewel er geen twijfels zijn over de stabiliteit van de relatie, vormt het sociale netwerk van betrokkene voldoende basis om op terug te vallen als de relatie onverhoopt weg zou vallen. Het financiële aspect van een vervolgtraject wordt gewaarborgd door de aanvraag van een WMO-indicatie bij de gemeente en de reguliere GGZ via de zorgverzekering.
Aan genoemd
Pro Justitia rapport van psychiater I. Maksimovic d.d. 9 juni 2019wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Bij betrokkene is sprake van een licht verstandelijke beperking. Daarnaast is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis met borderline, en in het verleden narcistische en antisociale trekken. Dankzij de behandeling en de aangeleerde vaardigheden zijn de trekken van de persoonlijkheidsstoornis niet meer zo op de voorgrond als voorheen. De narcistische en antisociale dynamiek was in het verleden vooral aanwezig, mede gedreven door betrokkenes stressgevoeligheid en hyperseksualiteit. Ten aanzien van de seksuele problematiek (hyperseksualiteit), gebruikte betrokkene seks als coping onder de omstandigheden van stress. Door libidoremmende medicatie is de hyperseksualiteit in remissie en is de seksuele behoefte genormaliseerd.
Het recidiverisico hangt samen met hyperseksualiteit bij betrokkene en het gebruik van seks als coping. Hij is zich hier bewust van geworden en hij wordt behandeld met een hormonale libidoremmer, waardoor er geen sprake is van hyperseksualiteit zolang hij dat medicijn gebruikt. Betrokkene heeft in de afgelopen jaren geen seksueel grensoverschrijdend gedrag laten zien. Zijn relatie is beschermend, tezamen met zijn positieve houding ten aanzien van de behandeling en begeleiding die hij op vrijwillige basis wilt voortzetten. Op grond van deze beschermende factoren wordt het recidiverisico met of zonder de TBS-maatregel als laag ingeschat. De inschatting is dat betrokkene in staat is om op vrijwillige basis het risicomanagement voort te zetten. Er wordt geadviseerd om de maatregel terbeschikkingstelling (met voorwaarden) niet te verlengen.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft namens de terbeschikkinggestelde verzocht om de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met 1 (één) jaar af te wijzen en de maatregel terbeschikkingstelling (met voorwaarden) onvoorwaardelijk te beëindigen. Het recidiverisico wordt ingebed door beschermende factoren en betrokkene is bereid om de hulpverlening en medicatie op vrijwillige basis voort te zetten.
De terbeschikkinggestelde heeft bevestigd dat hij bij beëindiging van de terbeschikkingstelling gemotiveerd is om de behandeling en begeleiding op vrijwillige basis voort te zetten.
Gelet op voormelde adviezen en het verhandelde ter zitting, is de rechtbank van oordeel dat de vordering van de officier van justitie dient te worden afgewezen. Het recidiverisico is dusdanig teruggebracht, dat niet langer kan worden gezegd dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, verdere verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde] af. De terbeschikkingstelling (met voorwaarden) wordt onvoorwaardelijk beëindigd.
Deze beslissing is gegeven door
mr. I. Mannen, voorzitter,
mrs. L. Dolfing en A. Meester, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. der Burg, griffiers,
en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 6 augustus 2019.