ECLI:NL:RBAMS:2019:5774

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 juli 2019
Publicatiedatum
6 augustus 2019
Zaaknummer
13/650932-13
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een jaar met het oog op proefverlof en voorwaardelijke beëindiging

Op 23 juli 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1984, die sinds 2014 onder toezicht staat. De officier van justitie heeft op 14 juni 2019 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen gehoord. De terbeschikkinggestelde heeft een schizoaffectieve stoornis en heeft significante vooruitgang geboekt in zijn behandeling, waaronder het volgen van therapieën en het verkrijgen van verlofmachtigingen. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, met het oog op resocialisatie en de mogelijkheid van proefverlof. De rechtbank heeft, op basis van het advies en de veiligheid van anderen, besloten de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Dit jaar kan worden gebruikt om toe te werken naar proefverlof en een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De rechtbank heeft de officier van justitie aangeraden om een rapport op te laten stellen over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging voor de volgende verlengingszitting.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/650932-13
Beslissing op de op 14 juni 2019 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 13 juni 2019 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1984,
thans verblijvende in [naam en adres instelling] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 10 juli 2014 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, van welke terbeschikkingstelling de termijn is gaan lopen op 25 juli 2014, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 18 juli 2018 voor de tijd van één jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met één jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 24 mei 2019 op grond van artikel 509o, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met een jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen; en
  • het op 25 maart 2019 uitgebrachte advies van het Adviescollege Verloftoetsing TBS, strekkende tot het opnieuw verlenen van een machtiging voor transmuraal verlof.
De rechtbank heeft op 23 juli 2019 de officier van justitie mr. M.L.A. Ter Veer, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman, mr. W. Anker, advocaat te Leeuwarden, alsmede de deskundigen H.G.W. Lammers (psycholoog i.o./assistent behandelcoördinator), verbonden aan de [naam instelling] en J. Stieber, reclasseringswerker, ter openbare zitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van
[naam instelling] van 24 mei 2019wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Er is bij betrokkene sprake van een schizoaffectieve stoornis. Middels een instelling op een antipsychoticum zijn de psychotische symptomen afgenomen en is er een duidelijke verbetering van zijn toestandsbeeld. Manische episodes zijn niet meer aan de orde. Daarnaast is er sprake van een stoornis in het gebruik van alcohol en cocaïne (langdurig in remissie).
Behandelverloop
Na het verkrijgen van een transmurale verlofmachtiging, is betrokkene in juli 2018 overgeplaatst naar de transmurale voorziening van de kliniek (TMV-4), waar de zelfstandigheid en omgang met meer vrijheden is getoetst. Op 17 november 2018 is betrokkene na een positieve evaluatie overgeplaatst naar TMV-1, waar sprake is van nog meer zelfstandigheid. Sinds oktober 2018 kan betrokkene onbegeleide landelijke verloven praktiseren. Sinds januari 2019 overnacht betrokkene in het kader van het onbegeleide verlof tweemaal per maand bij een vriend in Den Haag. De verloven verlopen naar wens.
Er is sprake van een goede samenwerking met het personeel, betrokkene is medicatietrouw, is open over zijn belevingen en gedachten en houdt zich aan de afspraken en zijn programma. In maart 2019 is betrokkene begonnen met EMDR en cognitieve gedragstherapie voor het bespreken van zijn psychotische symptomen en rouw- en verliesacceptatie. Daarnaast volgt betrokkene leefstijlgesprekken en werkt betrokkene als kok in een restaurant.
Recidiverisico
In zijn algemeenheid is de inschatting dat betrokkene niet acuut delictgevaarlijk is bij een eventuele onttrekking. Het recidivegevaar in geval van voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot dwangverpleging wordt ingeschat als matig. Het recidiverisico in geval van beëindiging van de maatregel wordt ingeschat als matig tot hoog.
Koers en advies
Betrokkene accepteert over het algemeen zijn kwetsbaarheid en leert hiermee omgaan. De inschatting is dat betrokkene met adequate ondersteuning terug kan keren in de maatschappij. Er zal worden getoetst of betrokkene op afzienbare termijn klaar is voor zelfstandig- of begeleid wonen. Naar verwachting zal de vervolgsetting worden ingezet in de vorm van zelfstandig wonen, met begeleiding en ondersteuning vanuit het transmurale team van het FPC en een Forensisch Factteam (in het kader van proefverlof). Proefverlof zal worden aangevraagd nadat betrokkene gewend is in zijn nieuwe woning. De verhuizing zal onder begeleiding van de kliniek en de reclassering geschieden, om risicosignalen te monitoren en eventuele destabilisatie te voorkomen. Gaandeweg zal het FPC meer op de achtergrond komen te staan en zal het toezicht worden overgedragen aan de reclassering.
Gelet op het voorgaande adviseert de kliniek de tbs-maatregel met dwangverpleging met één jaar te verlengen.
De deskundigen hebben dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Er is ingezet op resocialisatie in [plaatsnaam] en er is een urgentieaanvraag gedaan om betrokkene op korte termijn naar een zelfstandige woning te laten verhuizen. Het is wenselijk dat de betrokkene gaat “proefwonen”, onder begeleiding van de kliniek. Via proefverlof kan er worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.
De raadsman heeft zich niet verzet tegen de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met één jaar.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt dat het komende jaar gebruikt kan worden om toe te werken naar een proefverlof en een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
De rechtbank geeft de officier van justitie in overweging om, als het zo goed blijft gaan, voor de volgende verlengingszitting door de reclassering een rapport te laten opmaken over de mogelijkheden of onmogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
1 (één) jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. I. Mannen, voorzitter,
mrs. L. Dolfing en A. Meester, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. van der Burg, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 23 juli 2019.