ECLI:NL:RBAMS:2019:5735

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 juli 2019
Publicatiedatum
5 augustus 2019
Zaaknummer
7302894 CV EXPL 18-23785
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en herziene eindafrekening in incassozaken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Juristu Incassodiensten B.V. (hierna: Juristu) en een eiseres die in conventie vorderingen heeft ingesteld tegen Juristu. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Teune, vorderde onder andere betaling van een bedrag van € 2.372,69 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres stelde dat de eindafrekening van Juristu onjuist was en dat er kosten in rekening waren gebracht die niet waren afgesproken. Juristu, vertegenwoordigd door mr. J.P. Klaver, voerde aan dat zij een correcte eindafrekening had opgesteld en recht had op terugbetaling van een teveel betaald bedrag.

Tijdens de comparitie op 20 maart 2019 zijn beide partijen gehoord en hebben zij vragen van de kantonrechter beantwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eindafrekening van Juristu onjuist was en dat er geen rekening was gehouden met reeds door de eiseres betaalde bedragen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Juristu nog een bedrag van € 2.372,69 aan de eiseres dient te betalen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Daarnaast is Juristu veroordeeld om binnen 8 dagen na betekening van het vonnis een herziene eindafrekening te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag, met een maximum van € 5.000,00. De vordering in reconventie van Juristu is afgewezen, en Juristu is in de proceskosten veroordeeld.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke prijsafspraken en het correct opstellen van eindafrekeningen in incassozaken. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseres toegewezen en Juristu als de in het ongelijk gestelde partij belast met de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7302894 CV EXPL 18-23785
vonnis van: 29 juli 2019
fno.: 33494

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiseres]

gevestigd te [vestigingsplaats]
eiseres in conventie, verweerster in reconventie
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. A. Teune
t e g e n

de besloten vennootschap Juristu Incassodiensten B.V.

gevestigd te Amsterdam
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie
nader te noemen: Juristu
gemachtigde: mr. J.P. Klaver

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De kantonrechter gaat uit van de volgende processtukken en proceshandelingen:
- de dagvaarding van 19 oktober 2018 met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- het instructievonnis;
- de dagbepaling comparitie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 20 maart 2019. Voor [eiseres] is verschenen [vertegenwoordigers eiseres] , vergezeld door de gemachtigde. Namens Juristu is mr. J.P. Klaver verschenen. [eiseres] heeft een conclusie van antwoord in reconventie ingediend. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Na de comparitie heeft Juristu een akte en [eiseres] een antwoordakte genomen.
Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
Juristu heeft in opdracht van [eiseres] incassowerkzaamheden verricht. Juristu heeft daartoe een procedure bij de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, gevoerd jegens (onder meer) [naam BV] (verder: [naam BV] ), hetgeen heeft geresulteerd in een vonnis d.d. 21 maart 2018 met zaaknummer 6220335 | CV EXPL 17-10807. Daarbij is een bedrag van € 5.879,10 aan hoofdsom, inclusief € 637,10 aan buitengerechtelijke kosten, aan [eiseres] toegewezen, met veroordeling van [naam BV] in de proceskosten in conventie en reconventie. De proceskostenveroordeling bestaat uit de volgende componenten:
- € 102,67 dagvaardingskosten
- € 470,00 griffierecht
- € 750,00 salaris gemachtigde
- € 100,00 nakosten, te vermeerderen met de explootkosten van betekening van het vonnis indien betaling niet binnen 14 dagen na het vonnis plaatsvindt.
Totaal komt dit neer op € 7.301,77 exclusief betekeningskosten van het vonnis.
1.2.
[eiseres] heeft voor het produceren van de dagvaarding een bedrag van € 1.210,- inclusief btw voldaan en een bedrag van € 550,00 exclusief btw als voorschot voor de deurwaarderskosten. Voor wat betreft de kosten voor de dagvaarding heeft Juristu per e-mail het volgende aan [eiseres] laten weten:
“Kosten:Dagvaarding produceren 1000 ex btwGriffierecht 470,-Deurwaarder betekening 79,- ex btwAlle kosten gaan we op [naam BV] zien te verhalen, maar dient u vooruit te betalen.”
1.3.
Juristu heeft het vonnis laten executeren door een deurwaarder. Deze heeft een bedrag van € 9.245,47 geïnd. Achteraf bleek dat een bedrag van € 755,27 teveel is geïncasseerd, hetgeen is teruggestort naar [naam BV] .
1.4.
Juristu heeft verschillende eindafrekeningen verstrekt, evenals de deurwaarder. Op de eindafrekening van de deurwaarder staat een bedrag van € 4.904,57 aan hoofdsom en € 1.840,39 wegens gereserveerde rente. Op de eindafrekeningen van Juristu staat ofwel slechts het totaalbedrag dat aan incasso is ontvangen, zijnde € 9.245,47, verminderd met af te dragen kosten, ofwel op de uitgebreidere einddeclaratie een hoofdsom van € 7.605,36 en een bedrag van
€ 255,10 aan rente. Ook de aan [eiseres] af te dragen bedragen verschillen; op de eindafrekeningen staan 4 verschillende bedragen tussen € 6.454,16 en
€ 7.368,04.
1.5.
[eiseres] heeft op 8 oktober 2018 € 5.698,89 van Juristu ontvangen. [eiseres] heeft Juristu verschillende keren gesommeerd een verbeterde eindafrekening te verstrekken en het volgens [eiseres] nog verschuldigde bedrag af te dragen. Juristu heeft daar geen gehoor aan gegeven.

Vordering in conventie

2. [eiseres] vordert dat Juristu bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 2.372,69 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september
2018;
b. € 778,58 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 11,87 aan rente, berekend over € 5.698,89 tot en met 8 oktober 2018;
d. de proceskosten.
[eiseres] vordert voorts dat Juristu wordt veroordeeld om:
e. binnen 8 dagen na betekening van het te wijzen vonnis een herziene eindafrekening
te verstrekken in overeenstemming met het te wijzen vonnis en de ten onrechte in
rekening gebrachte kosten en BTW bedragen te crediteren, op straffe van een
dwangsom van € 250,- per dag dat Juristu daarmee in gebreke blijft, met een
maximum van € 10.000,-;
3. [eiseres] stelt hiertoe, samengevat en zakelijk weergegeven, dat de eindafrekening onjuist is en dat Juristu nog een bedrag aan haar verschuldigd is. Er zijn kosten in de eindafrekening opgenomen waarvan [eiseres] niet snapt waar die op zijn gebaseerd en welke niet zijn afgesproken, zoals de helft van het gemachtigdensalaris dat door de deurwaarder in rekening is gebracht. Ook zijn incassokosten dubbel in rekening gebracht, en staan de voorschotten niet in de einddeclaratie. Daarnaast zijn geen andere prijsafspraken gemaakt dan op de website is vermeld zodat sprake is van no curo no pay, althans een tarief waarbij alle kosten beperkt zouden blijven tot het bedrag dat bij [naam BV] zou worden verhaald. Over niet verhaalbare kosten is niet gesproken. De dossierkosten en succesfee die volgens Juristu in de algemene voorwaarden zijn opgenomen, mag [eiseres] daarom niet in rekening brengen. Een dergelijke dubbele tariefstelling is bovendien onredelijk. Daarbij komt dat ook onduidelijk is hoe deze kosten zijn berekend en is een prijsafspraak een kernbeding, zodat [eiseres] niet aan deze algemene voorwaarden gebonden is. Voorts stelt [eiseres] dat uit de e-mail zoals bedoeld in 1.2 blijkt dat het bedrag voor het opstellen van de dagvaarding van € 1.000,- een voorschot zou zijn. Van dit bedrag is € 250,- verhaald, de rest komt voor risico van Juristu, te meer nu iedere jurist weet dat deze kosten niet gedekt zouden worden door de standaard proceskostenveroordeling.

Verweer in conventie, eis in reconventie

4. Juristu heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat zij een correcte eindafrekening heeft opgesteld. Zij heeft al hetgeen aan [eiseres] toekomt afgedragen, en heeft zelfs recht op terugbetaling van een teveel doorbetaald bedrag van € 560,00. [eiseres] heeft vooraf expliciet akkoord gegeven op de kosten voor het opstarten van de gerechtelijke procedure. Het verhalen van al die kosten is niet gelukt nu deze niet door de rechter zijn toegewezen, maar daar kan Juristu weinig aan veranderen. De werkzaamheden die aan de factuur ten grondslag liggen zijn echter wel verricht, zodat deze factuur dient te worden voldaan. Op betaling van de dossierkosten en de incassokosten heeft Juristu recht ingevolgde artikel 29 A en 29 B van de algemene voorwaarden. Verder heeft Juristu recht op de succesfee van 10% conform artikel 29 I van de algemene voorwaarden.

Beoordeling in conventie en in reconventie

5. Gezien de nauwe samenhang tussen de vordering in conventie en reconventie zullen deze in het navolgende gezamenlijk worden beoordeeld.
6. Ter zitting is met partijen besproken dat, gezien de eerdere onduidelijke en onjuiste eindafrekeningen, Juristu een nieuwe en correcte eindafrekening zou opmaken, waar [eiseres] vervolgens op zou mogen reageren. Bij akte heeft Juristu echter dezelfde eindafrekening in het geding gebracht als zij reeds bij conclusie van antwoord heeft gedaan en heeft zij daar een toelichting op gegeven, terwijl zij ter zitting heeft aangegeven dat de door haar bij antwoord overgelegde eindafrekening niet de juiste is, maar dat mogelijk die bij dagvaarding correct is. Van de juistheid van de door Juristu bij akte overgelegde eindafrekening kan om die reden al niet worden uitgegaan. Daarbij komt dat [eiseres] terecht opmerkt dat op de eindafrekeningen geen rekening is gehouden met de reeds door [eiseres] betaalde bedragen ad € 1.210,00 inclusief btw en € 550,00 exclusief btw. De wijze waarop de eindafrekening thans is opgesteld heeft tot gevolg dat [eiseres] zowel € 1.210,- als € 550,- heeft betaald aan kosten voor de procedure, terwijl slechts een voorschotbedrag van € 1.110,- in mindering is gebracht op het totaal geïncasseerde bedrag, dat het volledige salaris gemachtigde aan Juristu toekomt evenals de buitengerechtelijke kosten, dossierkosten én een succesfee.
7. Nu gezien het voorgaande de eindafrekening van Juristu onjuist is kan daar niet van uit worden gegaan, te meer nu de hoofdsom op de afrekening van de deurwaarder en van Juristu ook onjuist zijn. Tegen de door [eiseres] becijferde en overgelegde eindafrekening heeft Juristu aangevoerd dat de kosten voor de dagvaarding geen voorschot bedraagt maar dat zij zou trachten deze kosten te verhalen op de wederpartij; indien dat niet zou lukken zouden deze kosten voor rekening van [eiseres] komen, aldus Juristu. Dit blijkt evenwel niet (voldoende) uit de stukken. Immers wordt daarin door Juristu aangegeven dat zij het bedrag gaat zien te verhalen op [eiseres] , en dat [eiseres] het moet
voorschieten. Voorts is niet afgesproken dat indien (een deel van) het bedrag niet kan worden verhaald, dat voor rekening van [eiseres] komt. De wijze waarop Juristu de prijsafspraken in onderhavige kwestie heeft gepresenteerd doet voorkomen alsof zij alle kosten kan en zal verhalen, inclusief een volledige proceskostenveroordeling, hetgeen, zoals [eiseres] terecht stelt, slechts in uitzonderlijke gevallen wordt toegewezen. Het had op de weg van Juristu gelegen om vooraf duidelijkheid te verschaffen over de verschillende verschuldigde kosten en de te verwachten verhaalbaarheid daarvan. Verder biedt de overeenkomst tussen [eiseres] en Juristu geen grondslag voor kosten zoals kopieer-/portokosten zoals zijn (door)berekend door Juristu.
8. Verder stelt [eiseres] zich terecht op het standpunt dat een prijsafspraak zoals onderhavige succesfee een kernbeding is, zodat Juristu, nu de succesfee niet ook nog overeen is gekomen, daar geen aanspraak op kan maken. Uit moet worden gegaan van wat is overeengekomen. Ook dat is in onderhavige zaak een geschilpunt tussen partijen. Naast hetgeen hiervoor is overwogen is echter niet gebleken van overige (prijs) afspraken.
9. Al het voorgaande heeft tot gevolg dat de kantonrechter de berekening zoals door [eiseres] is overgelegd volgt. Dat betekent dat Juristu nog een bedrag van € 2.372,69 dient te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten daarover zoals gevorderd. [eiseres] heeft dan ook belang bij haar vordering om een nieuwe eindafrekening te verstrekken. De dwangsom die [eiseres] in dat kader vordert zal eveneens worden toegewezen, met dien verstande dat het maximum op € 5.000,- zal worden gesteld. Daarmee staat ook vast dat de vordering in reconventie dient te worden afgewezen.
10. Juristu wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten in conventie en reconventie belast, welke in reconventie, gezien de nauwe samenhang, op nihil worden gesteld.

BESLISSING

De kantonrechter:
In conventie:
veroordeelt Juristu tot betaling aan [eiseres] van:
- € 2.372,69 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2018 tot aan de voldoening;
- € 778,58 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 11,87 aan rente, berekend over € 5.698,89 tot en met 8 oktober 2018;
veroordeelt Juristu om binnen 8 dagen na betekening van dit vonnis een herziene eindafrekening te verstrekken in overeenstemming met dit vonnis en de ten onrechte in rekening gebrachte kosten en BTW bedragen te crediteren, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Juristu daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,00;
veroordeelt Juristu in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
exploot € 90,58
salaris € 525,00
griffierecht € 476,00
-----------------
totaal € 1091,58
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Juristu in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 60,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat Juristu niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie
wijst de vordering af;
veroordeelt Juristu in de kosten van het geding aan de zijde van [eiseres] gevallen, tot heden begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.