Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 juli 2019 in de zaak tussen
[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster, mede namens:
Ten Kateschool VOF/SOM, te Amsterdam, hierna te noemen: vergunninghoudster
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 31 juli 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een projectontwikkelaar die een omgevingsvergunning heeft verkregen voor het kappen van acht bomen op het achtererf van de voormalige Ten Kateschool in Amsterdam. De verzoekster, die bezwaar heeft gemaakt tegen dit besluit, vordert een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de bomen worden gekapt voordat op haar bezwaar is beslist. De voorzieningenrechter heeft op 18 juli 2019 de zitting gehouden, waarbij de verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de verweerder en de vergunninghoudster.
De voorzieningenrechter overweegt dat de belangenafweging die door de gemeente is gemaakt, waarbij de kapvergunning is verleend, in redelijkheid tot stand is gekomen. De verzoekster heeft aangevoerd dat de bomen van groot belang zijn voor de leefbaarheid in de buurt, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente de belangen van de vergunninghoudster bij het kappen van de bomen zwaarder heeft kunnen laten wegen. De bomen zouden gevaarzetting en overlast veroorzaken en de vergunninghoudster heeft plannen voor een binnentuin die niet gerealiseerd kan worden met de huidige bomen.
De voorzieningenrechter concludeert dat de kapvergunning naar verwachting in stand zal blijven na de bezwaarprocedure en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.