Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Op basis van artikel 5 BRZO had [verdachte] een zelfstandige verplichting om te werken volgens de laatste stand der techniek.
Verdachte moest volgens haar eigen vergunning uiterlijk op 25 april 2012 voldoen aan PGS 29.
In de na de tussenbeslissing ingebrachte schriftelijke stukken heeft de raadsvrouw, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd.
Daarnaast geldt dat de op grond van artikel 5, eerste lid, BRZO rustende zorgplicht niet verder strekt dan de Gewijzigde Vergunning en er geen verplichting is de best beschikbare technieken toe te passen. Er is geen sprake van een overtreding van de zorgplicht ex artikel 5 BRZO en evenmin van artikel 1.2.1 van de Gewijzigde Vergunning.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
6.2 van de Waterwet;
8.40 van de Wet milieubeheer;
5 en 25 van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999.
10.Beslissing
€ 100.000,00(honderdduizend euro).