ECLI:NL:RBAMS:2019:5574
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor aanbouw in beschermd stadsgezicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], wonende in [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De zaak betreft de weigering van het college om een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een aanbouw aan de achterzijde van de woning van [eiser]. Het college heeft de aanvraag geweigerd op basis van strijd met het bestemmingsplan ‘Postcodegebied [postcode]’, dat is aangewezen als beschermd stadsgezicht. Het college heeft gesteld dat de openheid van de tuin van [eiser] moet worden gehandhaafd, en dat de aangevraagde aanbouw deze openheid zou aantasten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de weigering van het college om mee te werken aan een afwijking van het bestemmingsplan terecht was. De rechtbank oordeelde dat het college in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen, gezien de conserverende aard van het bestemmingsplan en de bescherming van het stadsgezicht. De rechtbank heeft de argumenten van [eiser] dat de aanbouw geen invloed heeft op het beschermd stadsgezicht en dat de belangenafweging niet inzichtelijk is gemaakt, verworpen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van [eiser] ongegrond verklaard, wat betekent dat de weigering van het college om de omgevingsvergunning te verlenen standhield. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten, aangezien het beroep ongegrond is verklaard.