Op 17 juli 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van winkeldiefstal. De verdachte, geboren in 1965, werd ervan beschuldigd op 10 april 2019 in Amsterdam twee iPads ter waarde van 858 euro te hebben gestolen uit een Media Markt. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. M. Modder, de bewezenverklaring van de tenlastelegging bepleit, terwijl de raadsman, mr. M. Broere, zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd, die alle onderdelen van de tenlastelegging dekt.
De rechtbank heeft de bewezenverklaring gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en een aangifteformulier van de winkeldiefstal. De rechtbank oordeelde dat het bewezen verklaarde feit strafbaar is en dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn. De verdachte is strafbaar, en gezien zijn eerdere veroordelingen en de ernst van het feit, heeft de rechtbank besloten om de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) op te leggen voor de duur van twee jaren. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met het reclasseringsadvies, waaruit bleek dat de verdachte veelvuldig met justitie in aanraking is gekomen en dat eerdere hulpverleningstrajecten niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd.
De rechtbank heeft ook de beslaglegging van een geprepareerde tas en een kniptang, die aan de verdachte toebehoren, verbeurd verklaard. Daarnaast heeft de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf afgewezen, gezien de aard van de opgelegde maatregel. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 33, 33a, 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht.