In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 19 juli 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 1 april 2019 in Amsterdam een bedreiging heeft geuit met een mes richting een slachtoffer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd, op de terechtzitting van 5 juli 2019 verstek heeft laten gaan. De officier van justitie, mr. M.L. Vermeulen, heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de bedreiging en vernieling. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangever en getuige [getuige 1] als ondersteunend beschouwd voor de bewezenverklaring van de bedreiging, maar heeft de vernieling niet bewezen geacht. De verdachte is vrijgesproken van de vernieling omdat er onvoldoende bewijs was dat hij deze op de ten laste gelegde datum had gepleegd.
De rechtbank heeft in haar oordeel rekening gehouden met de Pro Justitia rapportages van psycholoog mw. A. van Gasselt en psychiater dr. T.W.D.P. van Os, waarin werd geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan schizofrenie en dat zijn geestelijke toestand ten tijde van de feiten zodanig was dat hij niet strafbaar kan worden gesteld. De rechtbank heeft daarom besloten de verdachte van alle rechtsvervolging te ontslaan en hem voor een jaar te plaatsen in een psychiatrisch ziekenhuis, conform artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank achtte het noodzakelijk dat de verdachte intensieve en langdurige behandeling ondergaat, gezien het recidiverisico en de gevaarlijkheid voor de algemene veiligheid van personen.