ECLI:NL:RBAMS:2019:5535
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van hotel na explosie en de beoordeling van de burgemeester
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 29 juli 2019 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van [verzoekster], die haar hotel exploiteert. De burgemeester van Amsterdam had op 17 juli 2019 besloten het hotel te sluiten na een zware explosie op 6 juli 2019 nabij het hotel, die aanzienlijke schade veroorzaakte. De burgemeester stelde dat het geopend blijven van het hotel een ernstig gevaar voor de openbare orde opleverde, gebaseerd op een rapport van de politie. [verzoekster] maakte bezwaar tegen de sluiting en vroeg de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen.
De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig afgewogen. Het incident met de handgranaat in oktober 2018 en de explosie in juli 2019 werden als ernstige verstoringen van de openbare orde beschouwd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester voldoende had gemotiveerd waarom de sluiting van het hotel noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen en om herhaling van dergelijke incidenten te voorkomen. De voorzieningenrechter vond het tijdsverloop tussen de explosie en de sluiting niet onredelijk en oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om tot sluiting over te gaan zonder een begunstigingstermijn te verlenen.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van mening was dat de sluiting van het hotel voor onbepaalde tijd niet disproportioneel was en dat de burgemeester de sluiting voldoende had gemotiveerd. De voorzieningenrechter verwachtte dat het sluitingsbevel in bezwaar stand zou houden. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken en er stond geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.