Op 25 juli 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder verkrachting en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De zaak betreft twee slachtoffers, aangeduid als [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, [slachtoffer 1] op gewelddadige wijze heeft verkracht in de nacht van 17 op 18 maart 2018. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar waren, ondersteund door getuigenverklaringen en bewijsstukken. De verdachte heeft de feiten ontkend, maar de rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij de verkrachting en de vrijheidsberoving bewezen. In de tweede zaak, die plaatsvond op 14 januari 2019, heeft de verdachte [slachtoffer 2] ernstig mishandeld, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte ook in deze zaak schuldig was aan poging tot zware mishandeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Gezien de ernst van de feiten en het hoge recidiverisico, heeft de rechtbank besloten om de verdachte ter beschikking te stellen met dwangverpleging. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vijf jaar op, naast de maatregel van terbeschikkingstelling, om de veiligheid van anderen te waarborgen en de verdachte te behandelen voor zijn antisociale persoonlijkheidsstoornis.