Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
- de gelijkluidende dagvaardingen van 22 en 23 mei 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 13 februari 2019, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 mei 2019, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
vermogensrechtelijke belangenzelfstandig naar behoren te kunnen behartigen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Oriënterend onderzoek cognitie, communicatie en mobiliteit. Beoordeling inzicht en besluitvaardigheid"en:
“ten behoeve van een verzoek tot onderbewindstelling”(dat van [eiser c.s.] afkomstig was). Nog daargelaten dat bevindingen uit november niet van toepassing hoeven te zijn op een toestand in september, heeft de arts niets opgeschreven waaruit blijkt dat erflaatster ten tijde van zijn bezoek dan wel eerder leed aan een geestelijke stoornis waardoor zij niet in staat was haar wil te bepalen. Over inzicht en besluitvaardigheid heeft hij zich niet uitgelaten. Hij heeft enkel geschreven dat erflaatster, als gevolg van enige bij haar leeftijd passende cognitieve stoornissen plus ernstige visus- en gehoorstoornissen, op 10 november 2016 niet voldoende in staat werd geacht haar vermogensrechtelijke belangen zelfstandig naar behoren te kunnen behartigen. Het Stappenplan legt weliswaar de connectie tussen inzicht en besluitvaardigheid enerzijds en cognitieve achteruitgang anderzijds, maar uit de verklaring van de arts komt niet, of in ieder geval onvoldoende, naar voren dat hij met zijn verklaring heeft gedacht aan inzicht en besluitvaardigheid.
1.629,00(3 × tarief € 543,00)