Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 februari 2019 waarbij de comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 17 mei 2019 met de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
3. De uitgever heeft het uitsluitende recht om het werk uit te geven in boekvorm in de Nederlandse taal, in eerste druk en in volgende al dan niet herziene drukken (…).
printing on demand(hierna: pod). Pod is een relatief nieuwe productiewijze waarbij boeken op aanvraag met behulp van inkjet printtechnologie worden geprint. In afwijking van de traditionele manier van uitgeven, waarbij een grote oplage van een boek in één keer wordt gedrukt, wordt bij pod een boek geprint steeds wanneer een boekhandel of een koper daarom vraagt.
3.Het geschil
primair,te verklaren voor recht dat [eiseres] de overeenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd op grond van artikel 16 lid 1 sub b van de overeenkomst per 1 februari 2018, dan wel 14 juni 2018;
subsidiair,te verklaren voor recht dat [eiseres] op grond van artikel 25e Aw de overeenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden per 14 juni 2018, dan wel de datum van het te wijzen vonnis;
in aanvulling op de vierde vordering, subsidiair voor als de eerste en derde vordering zouden worden afgewezen, Overamstel te gebieden om voor de periode vanaf 1 januari 2018 en zolang de overeenkomst voortduurt aan [eiseres] ten aanzien van e-books een royaltypercentage van 60% te betalen en de over die periode al gedane uitkeringen daarmee in overeenstemming te brengen.
in druk. Uit de artikelen 1, 14 en 16 van de overeenkomst, in de onderlinge samenhang bezien, blijkt verder dat de auteur de overeenkomst kan beëindigen als de uitgever niet binnen een jaar nadat de titel is uitverkocht overgaat tot een herdruk.
4.De beoordeling
opzegging van de overeenkomst op grond van artikel 16 lid 1 sub b
Met ‘boekvorm’ wordt gedoeld op de uitgave in gedrukte vorm.’, wat wijst op de traditionele manier van drukken van een boek. Redelijkerwijs kan echter, in een tijd van voortschrijdende technologische ontwikkelingen, niet worden aangenomen dat daarmee bedoeld is om fysieke boeken die met behulp van een andere technologie zijn vervaardigd van de term ‘boekvorm’ uit te sluiten. Doorslaggevend is dat de overeenkomst - in artikel 14 - voorschrijft dat voor het publiek beschikbaar wil zeggen dat het werk op verzoek van de consument tenminste binnen een maand in boekvorm verkrijgbaar moet zijn, hetzij op voorraad, hetzij op bestelling. Aangenomen moet worden dat daarmee bedoeld is dat
fysiekeboeken beschikbaar dienen te zijn, maar niet dat het daarbij noodzakelijkerwijs om gedrukte boeken moet gaan. Deze uitleg sluit, zoals Overamstel stelt, ook aan bij de in de Wet op de vaste boekenprijs (Wbvp) gehanteerde definitie van een boek, te weten ‘
een werk dat tekst bevat die vrijwel uitsluitend is gesteld in de Nederlandse of Friese taal, voorzien is van een titel, bestaat uit papieren bladzijden, al dan niet vergezeld van gerelateerde elektronische diensten of ondersteunende informatiedragers, en wordt uitgegeven in een oplage van meerdere exemplaren die voor verkoop aan eindafnemers zijn bestemd’. Volgens de memorie van toelichting van de Wvbp valt een boek dat met behulp van de pod-techniek in het handelsverkeer is gebracht dan ook onder de Wvbp. Anders dan [eiseres] aanvoert is een via pod vervaardigd boek niet als wezenlijk anders te beschouwen dan een gedrukt boek. Al zijn er verschillen te aan te wijzen tussen de producten van beide technieken, zijn die niet van dusdanige aard dat een via pod vervaardigde uitgave niet meer als ‘boekvorm’ valt te beschouwen. [eiseres] heeft hiertegenover onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld om aan te kunnen nemen dat zij de beëindigingsbepaling redelijkerwijs in de door haar voorgestane zin heeft mogen opvatten. Dat, door een pod-uitgave als ‘boekvorm’ te aanvaarden, de in artikel 16 lid 1 sub b bedoelde voorwaarde zinledig wordt, zoals [eiseres] nog heeft betoogd, kan niet als juist worden aanvaard. Overamstel heeft – onbetwist – gesteld dat ook om een werk in pod beschikbaar te maken een uitgever investeringen moet doen. Ter comparitie heeft zij in dit verband nader toegelicht dat er in het Centraal Boekhuis, waar boekhandelaren hun bestellingen kunnen doen, altijd een voorraad wordt aangehouden van tussen de 50 en 400 exemplaren van de titel (in pod-versie) en dat, zodra de voorraad onder de 50 exemplaren daalt, er wordt bijgeprint. Aldus moet een uitgever steeds beslissen of een titel in pod beschikbaar dient te blijven en kan een negatieve beslissing uiteindelijk tot toepasselijkheid van artikel 16 lid 1 sub b leiden. Dit alles betekent dat aan de in artikel 16 lid 1 sub b bedoelde voorwaarde voor beëindiging van de overeenkomst niet is voldaan. Vaststaat immers dat Overamstel de titel steeds in de hiervoor bedoelde zin voor het publiek beschikbaar heeft gehouden.
backlisttitel. De
backlistvormt de goodwill van de uitgever en draagt voor circa 30% bij aan de omzet. Verder is het onjuist dat Overamstel niets meer onderneemt aan promotie activiteiten. Zo heeft zij in 2018 nog op verschillende manieren geprobeerd de titel onder de aandacht te brengen bij het publiek en is zij nu bezig met het uitbrengen van een audioversie van de titel, aldus steeds Overamstel. Op de comparitie heeft zij verder toegelicht wat de exploitatieplannen zijn voor het herdenkingsjaar komend jaar, waarbij van belang is dat de titel voor haar een belangrijke is in een serie door haar uitgegeven boeken over WOII.