Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
kut Marokkaan’ en werd hem toegeroepen dat zijn moeder een hoer was. Verder is er niets gebeurd, aldus [verdachte] . [3]
schiet op hem’. Hij draaide zich om en zag in de handen van de kleine jongen een zwartkleurig pistool. [aangever 2] is hierop hard weggerend. [4]
modus operandi. In beide gevallen werd de aangever kort na middernacht op een metrostation aangesproken met de boodschap dat hij iets had laten vallen, wat volgens beide aangevers niet het geval was. Hierna werden zij vastgepakt dan wel ingesloten en moesten zij hun portemonnee of hun geld afgeven. Ook werd in beide zaken gesproken over een (vuur)wapen. Tegen [aangever 1] werd immers gedreigd met een wapen en uit de aangifte van [aangever 2] volgt dat werd geroepen: ‘
schiet op hem’. Tot slot vindt de aangifte van [aangever 1] met betrekking tot hetgeen zich op het perron van het metrostation heeft afgespeeld ondersteuning in de camerabeelden. Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank de lezing van de aangevers geloofwaardig, en niet die van de verdachte.
schiet op hem’. Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een vooropgezet plan en van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte] die in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering.
schiet op hem’, sluit de rechtbank niet uit dat iets anders is aangezien voor een vuurwapen. [aangever 2] verkeerde immers in angst, rende op dat moment hard weg en keek om. Bovendien betreft het een zwartkleurig voorwerp en was het donker buiten.
kom, kom’. Hierna vroeg hij hem wat er in de warmhoud-box van de scooter zat. Nadat [aangever 3] hem vertelde dat daarin slechts een pizza en een bakje Ben Jerry’s ijs zat zei de Marokkaanse jongen: ‘
Dus het enige dat erin zit is een ijsje? Geef mij geld, geef mij je wisselgeld.’en ‘
ik heb hier iets in mijn zak dat jou erg pijn gaat doen, je gaat het toch wel geven.’ [aangever 3] riep hierop naar een voorbijganger maar die reageerde niet. Hij zei dat hij 112 zou bellen, waarop beide jongens begonnen te lachen en zeiden dat dat toch niets zou uitmaken. Toen [aangever 3] daadwerkelijk de politie belde, kwam een andere man langs waarmee hij meeliep naar diens woning. Vanuit het raam zagen zij dat beide jongens de warmhoud-box van zijn scooter doorzochten. [12] [aangever 3] miste later het bakje Ben Jerry’s ijs. [13]
We hebben de sleutels gepakt’ en ‘
We hebben die sleutels teruggegeven’. [17] [aangever 3] herkende [verdachte] niet, maar hij kwam hem wel bekend voor. [aangever 3] bood hem en [medeverdachte] een pizza aan omdat de persoon die deze pizza had besteld, niet thuis was. [verdachte] weigerde de pizza waarna [aangever 3] hen een bakje Ben Jerry’s ijs aanbood. Omdat [aangever 3] er echt op stond, nam [verdachte] het ijs aan. Misschien had [aangever 3] het gevoel dat hij werd beroofd, maar van een overval was volgens hem absoluut geen sprake. [18]
Dus het enige dat erin zit is een ijsje? Geef mij geld, geef mij je wisselgeld.’en ‘
ik heb hier iets in mijn zak dat jou erg pijn gaat doen, je gaat het toch wel geven.’ Het onder 3. tweede alternatief cumulatief is daarmee bewezen.
Ik weet waar je school is. Ik waarschuw je. Als je aangifte doet, dan spring ik binnen twee dagen in je huis. Je krijgt een kogel, jij en je vader. Als je me ziet, ook niks zeggen, ook niks doen.' Na afloop van dit voorval miste [aangever 4] drie pasjes. [22]
Ik wil alles van je met geld’ en ‘
Heb je pasjes of geld bij je? Haal je zakken leeg.’
Ik wil alles van je met geld’, ‘
Heb je pasjes of geld bij je? Haal je zakken leeg’ en ‘
Ik weet waar je school is. Ik waarschuw je. Als je aangifte doet, dan spring ik binnen twee dagen in je huis. Je krijgt een kogel, jij en je vader. Als je me ziet, ook niks zeggen, niks doen.’
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
medeplegen van afpersing;
medeplegen van een poging tot afpersing, meermalen gepleegd;
diefstal door twee of meer verenigde personen;
medeplegen van afpersing;
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
[verdachte]daarvoor strafbaar.
20 (twintig) maanden.
3 (drie) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenvast.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.