Op 20 juni 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 12 september 2016 betrokken was bij openlijke geweldpleging in club [naam club] te Amsterdam. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. W.J. de Graaf, en de verdediging door mr. M.B.C.R. Heemskerk. De verdachte werd beschuldigd van openlijke geweldpleging, mishandeling, vernieling en bedreiging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld door een voorwerp, vermoedelijk een glas, te gooien in de club. De rechtbank sprak de verdachte vrij van mishandeling, vernieling en bedreiging, omdat er onvoldoende bewijs was voor deze beschuldigingen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op gelijk aan het voorarrest, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak, waaronder de disproportionele inzet van het arrestatieteam bij de aanhouding van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat uitgaansgeweld gevoelens van onveiligheid in de samenleving versterkt en dat de verdachte eerder voor een soortgelijk feit was veroordeeld, wat in beginsel een hogere straf rechtvaardigt. Echter, de rechtbank hield ook rekening met de overschrijding van de redelijke termijn voor de afhandeling van de zaak.