Op 19 juli 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een 37-jarige man, die zich schuldig had gemaakt aan diefstal van gereedschapskoffers en kleding, alsook aan het opzettelijk aanwezig hebben van 65,9 gram hasj. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man op 19 februari 2019 twee gereedschapskoffers van de Praxis heeft gestolen en op 13 mei 2019 kledingstukken van Perry Sport. Daarnaast had hij in de periode van 19 tot 20 februari 2019 hasj in zijn bezit. De rechtbank achtte de feiten bewezen op basis van aangiften, camerabeelden en bekennende verklaringen van de verdachte. De officier van justitie vorderde een ISD-maatregel van twee jaar, maar de verdediging pleitte voor een minder ingrijpende maatregel, gezien de omstandigheden van de verdachte, waaronder een alcoholverslaving en eerdere behandelingen in het buitenland. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet aan de voorwaarden voor een onvoorwaardelijke ISD-maatregel voldeed, maar legde wel een voorwaardelijke ISD-maatregel op, met de verplichting tot behandeling voor zijn verslavingsproblematiek. De rechtbank benadrukte dat dit een laatste kans voor de verdachte is om zijn gedrag te verbeteren en dat bij niet-naleving van de voorwaarden een onvoorwaardelijke ISD-maatregel kan volgen.