Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
twee negers’ waren. Enkele uren later heeft zij verklaard dat zij in de auto zat en één of twee schoten hoorde. Zij keek daarbij op de rug van de schutter en de schutter zou een jongen zijn die ook in de Escape was. Volgens [getuige 1] was het de jongen op de scooter en lijkt hij op een mopshondje.
mopshondgezicht’ was, die eerder ook in de Escape was.
erlangs is gegaan’.
de man met het mopshondgezicht’de schutter is geweest. Volgens de raadsman heeft noch [getuige 1] noch [getuige 2] het incident waargenomen en berusten de door hen op 16 maart 2018 afgelegde verklaringen, op aannames achteraf. De verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] – met de strekking dat de man met het ‘
mopshondgezicht’ de schutter was – moeten dan ook als onbetrouwbaar terzijde worden gesteld, aldus de raadsman.
een klein mannetje met een grote lange jas’ is. Op de stills van de camerabeelden is echter te zien dat verdachte voor en na het incident een korte jas droeg.
negers’ als schutters.
‘het al geregeld wordt’. Op 28 maart 2018 hebben de verbalisanten [slachtoffer] in zijn woning bezocht. [slachtoffer] heeft toen verklaard dat hij geen aangifte wilde doen. Hij heeft verklaard dat hij bang is dat er meer van gaat komen als hij wel aangifte doet. Hij heeft verder verklaard dat hij de schutter kent van het begroeten en dat de schutter eerder met een vuurwapen heeft rondgelopen en heeft geschoten. Op 4 april 2018 heeft
toch aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat hij op 16 maart 2018 bij een pizzeria in Amsterdam-Noord was en buiten ruzie kreeg. Degene waarmee hij ruzie kreeg, begon gelijk te schieten met een klein zwart wapen. [slachtoffer] heeft verder verklaard dat hij en de schutter elkaar al zo’n twee jaar kennen en dat ze elkaar al eerder op die avond hadden gezien in de Escape. Hij weet niet waar de ruzie om ging en dat de schutter [verdachte] heet, en dat ze hem [verdachte] noemen en dat hij ‘een
kleine kut Marokkaan is met een tyfus kop van ongeveer 1.50 – 1.60 meter’. De verbalisanten hebben vervolgens de foto van verdachte aan [slachtoffer] getoond en nog voordat de verbalisant hem een vraag kon stellen, heeft [slachtoffer] bevestigd dat de persoon op de foto de schutter was.
Geen oud zeer, geen nieuw zeer, gewoon een uit de hand gelopen ruzie. We waren met ze alle bro hij was ook met ons.’ In een tapgesprek van 27 maart 2018 vraagt een onbekend gebleven persoon aan
[slachtoffer] of hij al iets heeft gehoord over die ‘
kut Marokkanen’. Op 17 maart 2018 hoorden de verbalisanten in het ziekenhuis tijdens een gesprek tussen [slachtoffer] en [naam 1] dat [naam 1] zei: ‘
Waarom zou hij dat doen? Hij is je mattie?’ Waarop [slachtoffer] antwoordde: ‘
Ik weet het niet man. Ik heb geen schulden uitstaan bij niemand. Ik weet niet waarom hij dat deed. Hij was opgefokt, de hele avond al.’
Ik hoorde dat die man is gevlucht.’ [slachtoffer] heeft blijkens een tapgesprek van 28 maart 2018 tegen een onbekend gebleven persoon gezegd: ‘
Volgens mij is hij gevlucht naar Marokko. Zijn vader heeft hem afgezet met een grote koffer.’
Licht getinte huidskleur tot blank, Arabische afkomst, +/- 1.65m, een breed en kort gezicht, alsof zijn gezicht in elkaar gedrukt was. Deze jongen was ook eerder in de Escape. [bijnaam] nam hem mee en betaalde voor hem bij de Escape.’ [getuige 2] en haar vriendinnen vonden deze jongen op een mopshondje lijken. De verklaring van [getuige 2] op 6 april 2018 komt grotendeels overeen met haar vorengenoemde verklaring van 16 maart 2018. Ze heeft in dat verhoor aanvullend verklaard dat de schutter eerder met een aantal Marokkanen in de VIP-ruimte van de Escape was.
16 maart 2018 erg gedetailleerd is. De rechtbank slaat daarom geen acht op de verklaringen van [getuige 2] bij de rechter-commissaris op 21 en 22 januari 2019 waarin zij heeft verklaard – voor zover hier van belang – dat zij mogelijk het verhaal zou hebben ingevuld en dat ze begint te twijfelen aan haar herinnering.
bij de rechter-commissaris terugkwam op zijn eerder afgelegde verklaring ten overstaan van de politie. Dit geldt evenzeer voor de verklaringen die [getuige 2] bij de rechter-commissaris heeft afgelegd. Dit geeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de juistheid en de betrouwbaarheid van hun eerdere verklaringen, voor zover tot het bewijs gebezigd.
4.Bewezenverklaring
bijlagevervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
7 (zeven) jaar.