Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2]
1.De procedure
- Betalingsachterstand:EUR 2.811,40
- Boete vervroegde aflossing:Nader te bepalen
Rechtbank Amsterdam
Op 28 januari 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de vordering van eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], tegen ABN AMRO Hypotheken Groep B.V. De eisers, eigenaren van een woning, vorderden een verbod op de aangezegde veiling van hun woning, die gepland stond voor 23 januari 2019. De achtergrond van de zaak betreft een hypothecaire lening die eisers hadden afgesloten bij ABN AMRO, waarbij zij in betalingsachterstand waren geraakt. De bank had executoriaal beslag laten leggen op de woning door twee schuldeisers, wat leidde tot de aankondiging van de veiling. Tijdens de zitting op 22 januari 2019 heeft de voorzieningenrechter al aangegeven dat de vordering van eisers waarschijnlijk zou worden toegewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat ABN AMRO in redelijkheid niet tot de uitoefening van haar executiebevoegdheid had kunnen komen, gezien de geringe achterstand en de overwaarde van de woning. De voorzieningenrechter wees de vordering van eisers toe en verbood de veiling, waarbij ABN AMRO werd veroordeeld in de proceskosten.