8.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een drietal winkeldiefstallen waarvan twee op dezelfde dag. Het betreffen ergerlijke feiten die overlast en veelal schade veroorzaken. De verdachte heeft er met zijn handelen blijk van gegeven weinig respect te hebben voor de eigendommen van anderen.
Het 13 pagina's tellende Uittreksel Justitiële Documentatie van 14 mei 2019 bevat voornamelijk winkeldiefstallen en auto-inbraken.
Er bevinden zich de volgende over verdachte opgemaakte rapporten in het dossier.
- 4 maart 2019 (reclasseringsadvies voorgeleiding RC) van Reclassering Nederland;
- 6 maart 2019 (ISD-trajectconsult) van het NIFP;
- 24 mei 2019 (ISD-rapport) van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (hierna ook: ‘LDH’).
In laatstgenoemd ISD-rapport van LDH, opgesteld door reclasseringswerker T.A. Clarke, is onder meer het volgende opgenomen.
Verdachte is een 34-jarige man van Marokkaanse afkomst, die de Nederlandse taal beperkt machtig is. Hij heeft de Marokkaanse nationaliteit en een verblijfsvergunning in Nederland voor bepaalde tijd. Op sociaal maatschappelijk vlak zijn er meerdere problemen op diverse leefgebieden; gebruik van cocaïne en alcohol, negatief netwerk, marginale huisvesting en geen inkomen of dagbesteding.
Gezien de overlast die betrokkene veroorzaakt, het niet kunnen voldoen aan voorwaarden in een ambulant kader, voornamelijk vanuit een hoge mate van onmacht, alsmede een uitblijvende gedragsverandering, ziet LDH de onvoorwaardelijke ISD-maatregel als enige en ook als de beste mogelijkheid om nogmaals een poging te doen om hier invloed op uit te oefenen. De kans op onttrekking aan de voorwaarden binnen een voorwaardelijk kader acht LDH hoog.
Rekening houdend met de wens van verdachte om te remigreren naar Marokko, adviseert LDH betrokkene de ISD maatregel op te leggen voor de duur van een jaar gericht op remigratie. Eén jaar volstaat indien de maatregel puur gericht is op terugkeer naar het land van herkomst. Terugkeer naar Marokko is mogelijk nu verdachte alleen de Marokkaanse nationaliteit heeft. De dienst Terugkeer en Vertrek en ook het IOM kunnen op verzoek van de PI Nieuwegein hulp en ondersteuning bieden bij de remigratie.
Ter terechtzitting heeft reclasseringswerker T.A. Clarke als deskundige verklaard dat het LDH bij dit advies blijft.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt.
Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte misdrijven heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte de afgelopen vijf jaren meer dan driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl de in dit vonnis bewezen verklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mede moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie van 14 mei 2019 is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten. De rechtbank ziet geen reden om deze maatregel niet op te leggen. Zij zal daarom de officier van justitie op dit punt van de vordering volgen.
Aangezien verdachte de wens heeft geuit om te remigreren, zal de ISD-maatregel, behalve op behandeling van verdachte, erop gericht zijn om verdachte zo snel als mogelijk terug te laten keren naar Marokko. Daarom zal de rechtbank de ISD-maatregel voor de duur van één jaar opleggen.
De rechtbank ziet aanleiding om uiterlijk na zes maanden na aanvang van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel, de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel te toetsen om te bezien hoe het staat met de terugkeer van verdachte, hoe zijn eigen inzet en medewerking dienaangaande is en of hij hierbij voldoende voortvarend wordt geholpen door de penitentiaire inrichting waar hij verblijft.
Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
Bij de stukken bevindt zich de op 11 januari 2019 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam, in de zaak met parketnummer 13/005439-18, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 28 maart 2018 van de politierechter in de rechtbank Amsterdam waarbij verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, met bevel dat deze straf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op 2 jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Tevens bevindt zich bij de stukken een geschrift waaruit blijkt dat de mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering aan verdachte per post is toegezonden
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan strafbare feiten heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis.
Nu aan verdachte de ISD-maatregel zal worden opgelegd, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.