8.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het met een steen vanaf de straat ingooien van een ruit van een woning na een ruzie met een vriend. Het is een feit met aanzienlijke impact op de benadeelde en een feit dat overlast en schade heeft veroorzaakt.
Het 26 pagina's tellende Uittreksel Justitiële Documentatie van 7 mei 2019 dat teruggaat tot het jaar 1989 bevat voornamelijk vermogensdelicten zoals woning- en bedrijfsinbraken.
Er bevinden zich de volgende over verdachte opgemaakte rapporten in het dossier.
- 19 januari 2019 (ISD-trajectconsult) van het NIFP;
- 25 januari 2019 (beknopt advies onder diagnose-instrument) van Reclassering Nederland;
- 28 februari 2019 (beknopt advies onder diagnose-instrument) van Reclassering Nederland;
- 20 mei 2019 (ISD-rapport) van Inforsa.
De rechtbank neemt bij de beoordeling of voldaan is aan de zachte criteria om ISD op te leggen als uitgangspunt het ISD-rapport van Inforsa, opgesteld door reclasseringswerker
P.M. van Doleweerd. Daarin is onder meer het volgende opgenomen.
De heer [verdachte] is blijkens zijn straflijst een notoire inbreker. De motivatie van de heer [verdachte] tot deelname aan interventies in het kader van de ISD-maatregel fluctueert ingevolge de problematiek. De bedreiging die de heer [verdachte] ervaart van verlies van controle, volledige zelfbeschikking en vrijheidsinperking leidt tot reactieve agressie. Rapporteur vermoedt dat er sprake is van triple-diagnostiek, dat wil zeggen dat er naast zijn schizofrenie en verslavingsproblematiek ook sprake zou kunnen zijn van een licht verstandelijke beperking.
Vrijheidsinperking is noodzakelijk om recidive te voorkomen en is de enige kans om succesvolle inzet van interventies te hebben.
Gedragsbeïnvloedende interventies kunnen alleen dan worden ingezet indien verdachte gaat
meewerken aan diagnostiek en behandeling. Verdachte is psychisch instabiel en cognitief onvermogend waardoor hij voortdurend inadequate oplossingsstrategieën kiest primair gericht op eigen gewin.
Wanneer er daarbij sprake is van gedragsvrijheid en zelfbeschikking in combinatie met onttrekking aan zorg en medicatie, is recidive onvermijdelijk. Omdat zorgmijding en ontbrekend ziektebesef passen bij de psychiatrische problematiek waarbij genezing is uitgesloten, wordt het risico op onttrekking aan voorwaarden als voortdurend hoog
ingeschat. In het verleden hebben interventies in het kader van drang niet kunnen bijdragen aan het terugdringen van de recidivekans.
In een laatste poging om een eventuele ISD maatregel in de toekomst af te buigen is verdachte - in het kader van een voorwaardelijke invrijheidsstelling en schorsing voorlopige hechtenis - met een enkelband onder toezicht van Reclassering Inforsa gekomen en op 10 juli 2018 geplaatst in [verdachte] . Daarnaast was betrokkene voor een verslavingsbehandeling aangemeld bij Fivoor en zou hij daar zijn 4-wekelijkse depot krijgen. Verdachte onttrok zich echter aan de voorwaarden, knipte zijn enkelband door en vertrok zonder toestemming op 30 juli 2018 van [verdachte] .
De afgelopen maanden heeft betrokkene verbleven op slaapplekken binnen het gebruikersmilieu en heeft hij geen aansluiting gehad bij hulpverlening, ook niet voor zijn depot-medicatie.
Gelet op het voorgaande heeft Inforsa geadviseerd om de onvoorwaardelijke ISD-maatregel
voor de duur van 2 jaren op te leggen. De maatregel dient primair ter bescherming van de maatschappij en bovendien beschermt deze maatregel verdachte tegen psychische en lichamelijke teloorgang.
Ter zitting is P.M. van Doleweerd, als deskundige gehoord. Zij blijft bij de inhoud van de door haar over verdachte opgemaakte rapport van 20 mei 2019 en is niet tot een ander inzicht gekomen. Zij stelt in het bijzonder dat de omstandigheid dat verdachte binnenkort een kleinkind verwacht een extrinsieke factor betreft, hetgeen in haar
18 jaar ervaring nog nooit tot een succesvolle gedragsverandering heeft geleid.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van het bewezen geachte feit aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m Sr aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Het advies van de reclassering is zodanig met redenen omkleed dat de rechtbank op grond daarvan een oordeel kan vormen over de wenselijkheid van de op te leggen maatregel. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het strafblad van verdachte blijkt dat verdachte gedurende de afgelopen vijf jaren meer dan driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl het in dit vonnis bewezen verklaarde feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportages, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Gezien het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten, eist de veiligheid van goederen het opleggen van de ISD-maatregel. Verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaar voorafgaand aan het bewezen verklaarde feit meer dan tien processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen van de pleegdatum van het feit.
Er moet, gelet op eerdere veroordelingen, de instabiele leefsituatie en de problematiek van verdachte, ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Het belangrijkste doel van de ISD-maatregel is de beveiliging van de maatschappij. De veiligheid van goederen vereist het opleggen van deze maatregel. In de afgelopen jaren is verdachte vele malen, onder meer voor soortgelijke feiten, veroordeeld maar de straffen hebben niet tot gedragsverandering bij verdachte geleid. Verdachte veroorzaakt stelselmatig overlast en schade. Het belang van de samenleving, dat verdachte geen overlast en schade meer zal veroorzaken, staat nu voorop. De rechtbank ziet geen reden om deze maatregel niet op te leggen. Hoewel verdachte op zitting te kennen heeft gegeven bereid te zijn om mee te werken aan reclasseringstoezicht heeft de rechtbank de overtuiging dat verdachte, gezien zijn situatie, niet in staat is om deze motivatie blijvend op te kunnen brengen ondanks hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht ten aanzien van de komst van een kleinkind .De rechtbank heeft hierbij ook acht geslagen op het incident van 30 juli 2018 waarbij verdachte zijn enkelband heeft doorgeknipt en zich heeft onttrokken aan toezicht.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de ISD-maatregel voor de maximale duur van twee jaren opleggen, zonder aftrek van de reeds ondergane voorlopige hechtenis.