3.4.1.Rechtmatigheid aanhouding
De rechtbank vindt de aanhouding van verdachte rechtmatig en ziet geen reden tot bewijsuitsluiting.
Verdachte werd op 17 mei 2018 staande gehouden op verdenking van overtreding van de Wegenverkeerswet. Bij zijn staandehouding vertoonde verdachte volgens de verbalisant zenuwachtig gedrag. Vervolgens heeft de verbalisant met toestemming van verdachte in de auto gekeken, waarbij een contant geldbedrag van in totaal € 49.352,25 is aangetroffen op twee verschillende plekken. Bij het openen van het dashboardkastje zag de verbalisant direct een grote hoeveelheid eurobiljetten met een dikte van 2 cm. Dit duidt niet op ‘een paar honderd euro’, zoals verdachte op de zitting heeft verklaard. Vervolgens zag de verbalisant op de passagiersstoel een zwarte schoudertas liggen. Bij de rechter-commissaris heeft de verbalisant verklaard dat de flap van de tas hol stond, zodat hij door het ‘holletje’ in de tas kon kijken. Hij zag in de tas ook veel geld, met een dikte van ongeveer 5 cm. De verbalisant heeft vervolgens de politiesystemen geraadpleegd en zag dat verdachte meerdere registraties op zijn naam had staan. Naar het oordeel van de rechtbank kon verbalisant op basis van deze omstandigheden tot een redelijk vermoeden van witwassen komen en was de aanhouding dus rechtmatig. De rechtbank ziet in de verklaring van verdachte en in de omstandigheid dat verbalisant [naam verbalisant 2] op een paar punten enigszins afwijkend heeft verklaard geen aanleiding aan het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal en de verklaring bij de rechter-commissaris van [naam verbalisant 1] te twijfelen.
3.4.2.Feit 1: verdovende middelen
Aangetroffen cocaïne in de Audi A3
Verdachte is bij de aanhouding op verdenking van witwassen gefouilleerd. Bij de fouillering trof de politie twee kleine zakjes met wit poeder aan. Dit bleek na onderzoek 2,53 gram cocaïne te zijn. De Audi A3 is op 18 mei 2018 verder onderzocht. De politie trof op de achterbank een plastic boterhamzakje aan. Uit onderzoek bleek hierin 2,12 gram cocaïne te zitten. Gelet hierop vindt de rechtbank bewezen dat verdachte opzettelijk 4,65 cocaïne voorhanden had.
Verdovende middelen in de woning op de [adres woning]
Na de aanhouding van verdachte stelden verbalisanten zich ter observatie op bij [adres woning] . Verbalisant zag een zwarte BMW (kenteken: [kenteken] ) met een man en een vrouw voor de woning parkeren. De vrouw opende de voordeur van de [adres woning] met een sleutel. De vrouw kwam naar buiten met drie dozen in haar armen. Zij zette deze dozen op de achterbank van de BMW. De vrouw liep terug naar de woning, waarna de bestuurder van de BMW volgde. De vrouw kwam met twee ‘big shopper’ tassen in haar hand weer naar buiten, gevolgd door de man, die één big shopper tas droeg. Uit de manier van lopen kon worden opgemaakt dat de tassen kennelijk zwaar waren. Beide personen kwamen erg gehaast en zenuwachtig over. Er werd snel heen en weer gelopen en de personen keken schichtig om zich heen. Nadat zij de tassen in de achterbak hadden geplaatst, reed de BMW weg in de richting van de Agaatvlinder. Verbalisanten troffen de BMW zonder inzittenden ter hoogte van [straatnaam en nummer] en zagen twee personen op de Distelvlinderweg, die voldeden aan het signalement. De personen bleken medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te zijn. [naam 1] herkende de staande gehouden personen als de eerder geobserveerde bestuurder en de vrouw. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn aangehouden. In de BMW werden dozen en tassen aangetroffen met daarin een grote hoeveelheid XTC-pillen. Uit onderzoek blijkt het te gaan om 76,87 kilogram MDMA.
Verdachte ontkent de bewoner te zijn van [adres woning] te [plaats] . Op de zitting heeft hij verklaard dat hij daar wel heeft gewoond, maar dat hij sinds februari 2018 bij zijn vriendin is ingetrokken. Sindsdien komt hij slechts incidenteel op de [adres woning] .
De rechtbank vindt deze verklaring niet geloofwaardig. Bij de doorzoeking van de woning werden verschillende persoonlijke spullen van verdachte aangetroffen. In de woonkamer en slaapkamer hingen (jeugd)foto’s van verdachte. Daarnaast werden zijn paspoort, diverse pasjes, visitekaartjes, post en een recept van de huisarts voor verdachte met de datum 12 maart 2018 in de woning gevonden. Ook werden meerdere laptops en telefoons aangetroffen, waarna uit onderzoek bleek dat verdachte hierop was ingelogd en hiervan gebruik heeft gemaakt. De in beslag genomen telefoons werden onderzocht en uitgelezen. Twee telefoonnummers, + [nummer] en + [nummer] , die toegeschreven konden worden aan verdachte, kwamen in de periode van 19 december 2017 tot en met 17 mei 2018 veelvuldig op de netwerkmetingveelvuldig voor ter hoogte van en in de woning [adres woning] . De Iphone 4S die bij verdachte in beslag werd genomen maakte gebruik van het telefoonnummer + [nummer] . In verwijderde WhatsApp-gesprekken werd op 26 januari 2018 met dit nummer een bericht gestuurd waarin de locatie [adres woning] werd genoemd. In verwijderde chatgesprekken werd vanaf het nummer + [nummer] gechat met vermoedelijk prostituees. Op 2 april 2018 en tijdens verschillende gesprekken in de periode van 11 tot en met 15 mei 2018 werd het adres [adres woning] te [plaats] genoemd als afspreeklocatie. Gelet op het bovenstaande concludeert de rechtbank dat verdachte ook na februari 2018 de bewoner was van [adres woning] te [plaats] en regelmatig daar verbleef. Dat verdachte ook regelmatig bij zijn vriendin verbleef, doet hier niet aan af.
Drugshandel vanuit de [adres woning]
Bij de doorzoeking van de woning aan de [adres woning] werd in de woonkamer een ijsdoos aangetroffen met daarin 1265 XTC-pillen, een plastic tas met € 29.780,-, twee lege ponypacks, twee weegschalen met wikkels en wit poeder, een plastic doosje met cocaïne en een Holland Casino kaart van verdachte. Er lag opvallend veel wit poeder op de eettafel en op de grond. Op de eerste verdieping werd een kluis aangetroffen, met daarin 477 gram cocaïne in een Paco Rabanne doos.
In de woning zijn ook drie laptops en drie telefoons aangetroffen. Op een van de laptops is ingelogd met het e-mailadres van verdachte. Ook is er op de website drugsforum.nl ingelogd met het e-mailadres
[e-mail adres]. Op een andere laptop was ook ingelogd met het e-mailadres van verdachte. Daarnaast was ingelogd op Partyflock.nl, onder de gebruikersnaam ‘ [naam account] ’. Dit profiel op Partyflock geeft een doorverwijzing naar de website [website] , die vol staat met foto’s van vermoedelijk XTC-pillen. Op twee van de aangetroffen telefoons staan meerdere foto’s van vermoedelijk XTC-pillen. Ook zijn op deze telefoons berichten te vinden tussen ‘ [naam account] ’ en meerdere afnemers, waarin ook gesproken wordt over grote hoeveelheden vermoedelijk XTC-pillen. Ook worden er veelvuldig foto’s van pillen gedeeld. Tevens bevat een van de telefoons een selfie van verdachte en een foto van het scherm van een versleutelde telefoon met daarop een bericht dat ziet op de handel van XTC-pillen.
Gelet hierop, in combinatie met de drugsresten die in de woning zijn gevonden, de hoeveelheid drugs in de woning en in de kluis en de grote hoeveelheid contant geld, concludeert de rechtbank dat op grote schaal (hard)drugs is verhandeld vanuit de woning aan de [adres woning] . Omdat de rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte bewoner is van de [adres woning] vallen de goederen in deze woning onder zijn beschikkingsmacht. Het is vaste rechtspraak dat een bewoner, behoudens contra-indicaties, bekend wordt verondersteld met de aanwezigheid van de in zijn woning aanwezige goederen. De aangetroffen drugs(resten) en contanten bevonden zich in de nabijheid van persoonlijke spullen van verdachte (op de begane grond en op de eerste verdieping van de woning). Verdachte kwam regelmatig in de woning. Gezien deze omstandigheden kan het niet anders zijn dan dat verdachte wist dat de drugs en het geldbedrag van € 29.780,- in de woning lagen en daarover ook kon beschikken.
Dozen en tassen met XTC-pillen in de BMW
Verbalisanten hebben waargenomen dat medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] dozen en ‘big shopper’ tassen uit [adres woning] hebben meegenomen en in de BMW hebben gezet. In deze dozen en tassen bleek ongeveer 77 kilogram aan XTC-pillen te zitten. Deze grote hoeveelheid XTC-pillen was dus afkomstig uit de woning van verdachte. Omdat de rechtbank hiervoor heeft vastgesteld dat verdachte in de woning verbleef, dat hij bekend moet zijn geweest met de goederen in de woning en hier ook over kon beschikken, heeft verdachte met dezelfde redenering ook wetenschap van en beschikkingsmacht over de 77 kilogram MDMA gehad.
Aangetroffen tas bij medeverdachte [medeverdachte 1]
Bij medeverdachte [medeverdachte 1] is een zwarte handtas in beslag genomen. In deze handtas zijn verdovende middelen aangetroffen. Anders dan de dozen en tassen uit de BMW kan van de inhoud van de handtas niet worden vastgesteld dat afkomstig is uit de woning van verdachte. Daarom kan ook niet worden vastgesteld dat verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had over de drugs in de tas. Verdachte wordt van dat deel van de tenlastelegging vrijgesproken (59 XTC-pillen, 55.35 gram MDMA, 77,5 gram cocaïne).
Medeplegen
De 77 kilo MDMA komt uit de woning van verdachte en wordt door medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] uit de woning in de auto gezet. Omdat de inhoud van de dozen en tassen zichtbaar was voor de medeverdachten, gaat de rechtbank er van uit dat de medeverdachten opzet hadden op het vervoeren van de drugs. Uit het feit dat medeverdachte [medeverdachte 1] kort na de aanhouding van verdachte met een sleutel het huis van verdachte opent en uit zijn huis een grote hoeveelheid drugs weghaalt, trekt de rechtbank de conclusie dat verdachte en zijn medeverdachten gezamenlijk opzet hebben gehad op het vervoeren van de (zijn) drugs.
3.4.3.Feit 2: witwassen
Gedeeltelijke vrijspraak
Verdachte wordt vrijgesproken van witwassen van het bedrag van € 7.290 uit de handtas van medeverdachte [medeverdachte 1] . Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat verdachte wetenschap en beschikkingsmacht over de inhoud van de tas had.
Geldbedragen uit de Audi en de woning aan de [adres woning]
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van het bedrag van € 49.352, aangetroffen in de Audi waarin verdachte reed, en € 29.780, in de woning van verdachte. De rechtbank acht het zonder meer aannemelijk dat beide geldbedragen zijn verdiend met of verband houden met de handel in harddrugs, maar een specifiek brondelict kan uit het dossier niet worden afgeleid. Verdachte heeft over het bedrag in zijn tas en dashboardkastje verklaard dat het bedrag van € 49.352 afkomstig is van de opbrengsten van zijn hennepplantage uit 2016, waar hij in 2018 voor is veroordeeld. Op nadere vragen heeft verdachte geen antwoord willen geven. De rechtbank vindt deze verklaring dat het geld uit eigen misdrijf afkomstig zou zijn, gezien het tijdsverloop en het ontbreken van enige onderbouwing niet aannemelijk.
Het gaat om twee grote hoeveelheden contant geld, die in (onder andere) grote coupures op verschillende plekken onbeschermd zijn aangetroffen. Daarbij worden de bedragen ontdekt op plekken waar ook veel harddrugs en drugsgerelateerde goederen worden gevonden. Deze omstandigheden vormen een dusdanig sterke aanwijzing voor een criminele herkomst van het geld dat zij een vermoeden van witwassen rechtvaardigen. Dat maakt dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. Gelet op dit vermoeden mag van verdachte worden verwacht dat hij over de
legaleherkomst van het geld een op enige manier concrete en verifieerbare verklaring geeft. Over het in de woning aangetroffen bedrag van € 29.780 heeft verdachte geen enkele verklaring afgelegd. Over het andere geldbedrag heeft verdachte ook geen verklaring over de legale herkomst van het bedrag gegeven. De rechtbank stelt vast dat hij beide bedragen voorhanden heeft gehad, mede gezien de eerdere overwegingen over de woning aan de [adres woning] , en dat beide bedragen van misdrijf afkomstig zijn. Daarmee is het witwassen van beide bedragen bewezen. Bij het geld dat verdachte in de auto bij zich had, ziet de rechtbank geen aanknopingspunten dat verdachte dat geld samen met iemand anders voorhanden zou hebben gehad.