ECLI:NL:RBAMS:2019:4421

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 juni 2019
Publicatiedatum
24 juni 2019
Zaaknummer
13/654017-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen en medeplichtigheid aan diefstal met geweld

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 20 juni 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen en medeplichtigheid aan diefstal met geweld. De tenlastelegging omvatte het (met kracht) vastpakken van de benadeelde partij en het dreigen met geweld om een Rolex-horloge te stelen. De rechtbank heeft op basis van het dossier en de verklaringen van de betrokken partijen, waaronder de officier van justitie en de raadsman van de verdachte, vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor een significante bijdrage van de verdachte aan de straatroof. De officier van justitie en de verdediging waren het erover eens dat er geen sprake was van nauwe en bewuste samenwerking, wat leidde tot de conclusie dat de verdachte niet als medepleger kon worden aangemerkt. De rechtbank heeft daarom besloten de verdachte vrij te spreken van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit, omdat er geen bewijs was voor medeplegen of medeplichtigheid. De benadeelde partij, die € 1.000,00 aan immateriële schadevergoeding vorderde, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte werd vrijgesproken. De benadeelde partij kan haar vordering nog bij de burgerlijke rechter indienen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/654017-19
Datum uitspraak: 20 juni 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] , [plaats] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 juni 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A. Kristic, en van wat de gemachtigde raadsman, mr. T. den Haan, naar voren heeft gebracht. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van hetgeen door de benadeelde partij, [benadeelde partij] , en door een medewerker van slachtofferhulp, A. ten Haring, naar voren is gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na de wijziging op de zitting – ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 februari 2019 te Diemen, in elk geval in Nederland op de openbare weg de Dalsteindreef (t.h.v. het Scholeksterpad), in elk geval op een openbare weg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een horloge (merk Rolex), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij] en/of [persoon 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en), uit
- het (met kracht) vastpakken van de armen en/of het lichaam van die [benadeelde partij] en/of
- het (met kracht) vastpakken en/of dichtknijpen van de keel van die [benadeelde partij] en/of
- het vastpakken van de pols van die [benadeelde partij] en/of
- ( daarbij) meermalen die [benadeelde partij] en/of die [persoon 1] de woorden toevoegen: "Geef mij die Rolex of ik ga schieten". althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
subsidiair:
[mededader 1] en/of [mededader 2] op of omstreeks 26 februari 2019 te Diemen, in elk geval in Nederland op de openbare weg de Dalsteindreef (t.h.v. het Scholeksterpad), in elk geval op een openbare weg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een horloge (merk Rolex), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij] en/of [persoon 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en), uit
- het (met kracht) vastpakken van de armen en/of het lichaam van die [benadeelde partij] en/of
- het (met kracht) vastpakken en/of dichtknijpen van de keel van die [benadeelde partij] en/of
- het vastpakken van de pols van die [benadeelde partij] en/of
- ( daarbij) meermalen die [benadeelde partij] en/of die [persoon 1] de woorden toevoegen: "Geef mij die Rolex of ik ga schieten". althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking:
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 26 februari 2019 te Diemen, in elk geval in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door opzettelijk als chauffeur te dienen voor die mededader(s) en/of door een auto ter beschikking te stellen als vluchtauto.

3.Vrijspraak

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan de straatroof, zodat niet van een nauwe en bewuste samenwerking kan worden gesproken en verdachte dus niet als medepleger kan worden aangemerkt.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, heeft gehad op de straatroof.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde moet worden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs voor enige deelnemingsvorm. Hij heeft daartoe aangevoerd dat uit het dossier blijkt dat het voor verdachte onmogelijk was om waar te nemen wat er op de plaats delict gebeurde en dat niets er op duidt dat verdachte de tipgever zou zijn geweest.
3.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van verdachte van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, nu niet is gebleken van medeplegen of medeplichtigheid.
4. Benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde partij] vordert als gevolg van het ten laste gelegde € 1.000,00 aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De officier van justitie heeft, nu zij zich op het standpunt heeft gesteld dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken, gevorderd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering.
De raadsman van verdachte heeft eveneens betoogd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering.
Nu verdachte wordt vrijgesproken van het hem ten laste gelegde, wordt de benadeelde partij
[benadeelde partij] niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De benadeelde partij kan haar vordering nog wel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en
spreektverdachte daarvan
vrij.
Verklaartde benadeelde partij [benadeelde partij]
niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.M.M. Gabel, voorzitter,
mrs. I. Mannen en N. Swart, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 juni 2019.