Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Vrijspraak
5.Beslissing
spreektverdachte daarvan
vrij.
niet-ontvankelijkin haar vordering.
Rechtbank Amsterdam
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 20 juni 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen en medeplichtigheid aan diefstal met geweld. De tenlastelegging omvatte het (met kracht) vastpakken van de benadeelde partij en het dreigen met geweld om een Rolex-horloge te stelen. De rechtbank heeft op basis van het dossier en de verklaringen van de betrokken partijen, waaronder de officier van justitie en de raadsman van de verdachte, vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor een significante bijdrage van de verdachte aan de straatroof. De officier van justitie en de verdediging waren het erover eens dat er geen sprake was van nauwe en bewuste samenwerking, wat leidde tot de conclusie dat de verdachte niet als medepleger kon worden aangemerkt. De rechtbank heeft daarom besloten de verdachte vrij te spreken van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit, omdat er geen bewijs was voor medeplegen of medeplichtigheid. De benadeelde partij, die € 1.000,00 aan immateriële schadevergoeding vorderde, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte werd vrijgesproken. De benadeelde partij kan haar vordering nog bij de burgerlijke rechter indienen.