ECLI:NL:RBAMS:2019:4377

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2019
Publicatiedatum
20 juni 2019
Zaaknummer
13-057850-00 2019
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in verband met complexe problematiek en risico's

Op 6 juni 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1978, die momenteel verpleegd wordt in een kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen toegewezen. De betrokkene is eerder ter beschikking gesteld bij vonnis van 22 mei 2001 en de termijn was voor het laatst verlengd op 12 juni 2017. De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies van de kliniek, waarin werd gesteld dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie en zwakbegaafdheid, en dat er een risico op (seksueel) gewelddadig gedrag bestaat bij het wegvallen van de tbs-maatregel. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, diens raadsman en een deskundige gehoord. De deskundige bevestigde het advies en gaf aan dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene complex en langdurig zijn. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, gezien de ernst van de problematiek en het risico op recidive. Het verzoek van de raadsman om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen werd afgewezen. De beslissing werd uitgesproken ter openbare zitting op 6 juni 2019.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-057850-00
Beslissing op de op 23 april 2019 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
thans verpleegd in de [naam kliniek] , locatie [locatie 1] , te [plaats] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 22 mei 2001 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 12 juni 2017 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 18 april 2019 op grond van artikel 509o, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen.
De rechtbank heeft op 6 juni 2019 de officier van justitie mr. A.C. Bennis, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. R. Lonterman, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige C.M. Hattink, als gz-psycholoog en hoofd behandeling verbonden aan de [naam kliniek] te [plaats] , ter openbare zitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van de [naam kliniek] van 18 april 2019 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie en zwakbegaafdheid. Daarnaast is sprake van een stoornis in het gebruik van middelen, thans in remissie in een gereguleerde omgeving.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene is in het kader van een nieuwe resocialisatiepoging op 6 maart 2017 overgeplaatst van FPC de Oostvaarderskliniek naar locatie [locatie 1] van de [naam kliniek] . Betrokkene is psychiatrisch stabiel met aanhoudende restsymptomen en negatieve symptomatologie van de schizofrenie. Er blijft structureel sprake van achterdocht en paranoïde ingegeven gedrag. Hij voelt zich snel onheus bejegend, waarop hij met agitatie reageert. In de ochtenden staan de negatieve symptomen sterk op de voorgrond, omdat hij moeite heeft met opstaan. Bij oplopende spanning biedt het behandelingsteam betrokkene rust op zijn kamer. Het is positief dat hij in toenemende mate achteraf in staat blijkt te reflecteren op zijn gedrag.
Betrokkene blijft (negatief) beïnvloedbaar door zijn omgeving. Verder houdt hij de gesprekken over seksualiteit af, waardoor het onvoldoende lukt om zijn seksualiteitsbeleving goed in kaart te brengen. Hij is zich er amper van bewust dat hij hier meer openheid over zal moeten geven om verdere stappen in zijn traject mogelijk te maken, zoals het uitbreiden van vrijheden. Betrokkene werkt een aantal uren op de interne werkplaats en is sinds 3 september 2018 tevens gestart met een aantal arbeidsuren per week buiten de kliniek, bij de fietsenwerkplaats. Dit is de eerste stap in het kader van oefenen met onbegeleid verlof. Dagbesteding is een beschermende factor ter voorkoming van recidive. Betrokkene heeft een beperkt netwerk en voornamelijk contact met zijn moeder. Hij blijft vooralsnog grotendeels aangewezen op zijn omgeving als het gaat om waarborging van abstinentie en het recidiverisico. Bij het wegvallen van het gedwongen kader van de tbs-maatregel wordt het risico van (seksueel) gewelddadig gedrag ingeschat als hoog.
Koers en advies
Het is de intentie van de kliniek om betrokkene meer programma onderdelen buiten [locatie 1] op het terrein van de kliniek van GGz Centraal op te laten pakken, zodat hij deze bij een eventuele doorstroom naar een woonvoorziening op het terrein in de toekomst kan behouden. Betrokkene is zich aan het oriënteren welke werkzaamheden op het terrein meer passend voor hem zijn. Het behandelteam is voornemens de onbegeleide verloven gefaseerd uit te breiden. Indien mogelijk wordt op termijn toegewerkt naar transmuraal verlof in een sociowoning van [locatie 1] op het terrein van GGz Centraal , te weten [naam] , onder intensieve begeleiding van het transmurale behandelingsteam.
De prognose van betrokkene is vooralsnog bescheiden. De problematiek, de pathologie en de dynamische risicofactoren zijn complex, chronisch en niet veranderbaar gebleken. Hij zal gedurende lange tijd aangewezen zijn op een zeer intensief zorgende en gestructureerde omgeving teneinde mogelijk (seksueel) grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Gezien het verloop van de behandeling en de resocialisatietrajecten tot op heden wordt een uiterst gefaseerde afschaling van toezicht noodzakelijk geacht. Belangrijke doelstellingen zijn het opzetten en vasthouden van een passend dagprogramma en het verder onderzoeken van de mogelijkheden van verlof, waardoor meer zicht komt op de mogelijkheden voor het verdere resocialisatietraject. Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Zij heeft onder meer verklaard dat het verlof tijdelijk is stopgezet. Dit heeft niet te maken met gedrag van betrokkene, maar betreft een algemene maatregel die meerdere terbeschikkinggestelden raakt, waarbij strenger naar het verlof wordt gekeken. Een nieuwe machtiging is aangevraagd waarvoor naar verwachting een akkoord zal komen.
De rechtbank is gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen en gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.
De rechtbank waardeert de inzet van de terbeschikkinggestelde, maar leidt uit het advies van de kliniek af dat de ingezette koers, een zorgvuldige en stapsgewijze voortzetting van de behandeling en resocialisatietrajecten, mede gelet op de problematiek van de terbeschikkinggestelde nog geruime tijd in beslag zal nemen.
De rechtbank overweegt verder dat in het geval aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
Het verzoek van de raadsman om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen wordt daarom, mede gelet op wat hiervoor aan het advies is ontleend, afgewezen.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
twee jaar.
Wijst af het verzoek om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W.M.C. van den Berg, voorzitter,
mrs. M.E.A. Nijssen en P.J.H. van Dellen, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 6 juni 2019.
.