Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[terbeschikkinggestelde] ,
De inhoud van de vordering
De procesgang
De beoordeling
Beslissing
[terbeschikkinggestelde]met
twee jaar.
Rechtbank Amsterdam
Op 6 juni 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1978, die momenteel verpleegd wordt in een kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen toegewezen. De betrokkene is eerder ter beschikking gesteld bij vonnis van 22 mei 2001 en de termijn was voor het laatst verlengd op 12 juni 2017. De rechtbank heeft kennisgenomen van een advies van de kliniek, waarin werd gesteld dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie en zwakbegaafdheid, en dat er een risico op (seksueel) gewelddadig gedrag bestaat bij het wegvallen van de tbs-maatregel. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, diens raadsman en een deskundige gehoord. De deskundige bevestigde het advies en gaf aan dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene complex en langdurig zijn. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, gezien de ernst van de problematiek en het risico op recidive. Het verzoek van de raadsman om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen werd afgewezen. De beslissing werd uitgesproken ter openbare zitting op 6 juni 2019.