ECLI:NL:RBAMS:2019:4158

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 juni 2019
Publicatiedatum
12 juni 2019
Zaaknummer
13/654119-18
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak voor seksueel corrumperen en schennis van de eerbaarheid

Op 12 juni 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel corrumperen en schennis van de eerbaarheid. De zaak kwam ter terechtzitting op 29 mei 2019, waar de officier van justitie, mr. A.M. Lobregt, vrijspraak voor het primair ten laste gelegde heeft verzocht en voor het subsidiair ten laste gelegde, schennis van de eerbaarheid, gerekwireerd tot bewezenverklaring. De verdachte, geboren in 1983, werd beschuldigd van het bewegen van twee jonge meisjes, [persoon 1] en [persoon 2], om getuige te zijn van zijn seksuele handelingen op 10 augustus 2018 in Amsterdam. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. T. Urbanus, heeft verzocht om integrale vrijspraak, stellende dat de verklaringen van de meisjes onvoldoende betrouwbaar zijn.

De rechtbank heeft de verklaringen van de meisjes, die ten tijde van het incident respectievelijk 8 en 11 jaar oud waren, zorgvuldig gewogen. Hoewel de meisjes in grote lijnen overeenkwamen in hun verklaringen, ontbrak ondersteunend bewijs, zoals camerabeelden of getuigenverklaringen, die hun verhaal konden bevestigen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de mogelijkheid van beïnvloeding, aangezien de meisjes hun verhaal meerdere keren in elkaars bijzijn hebben gedaan. Gezien de jonge leeftijd van de meisjes en de ontkenning van de verdachte, heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om buiten redelijke twijfel vast te stellen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.

Daarom heeft de rechtbank besloten het ten laste gelegde niet bewezen te verklaren en de verdachte integraal vrij te spreken. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juni 2019 door de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/654119-18 (Promis)
Datum uitspraak: 12 juni 2019
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
verdachte die verklaart te zijn:
[verdachte naam 1],
geboren te [geboorteplaats 1] ( [geboorteland] ) op [geboortedag 1] 1983,
verblijvende op het adres [adres] , [plaats] .
Verdachte is gedagvaard als:
[verdachte naam 2],
geboren te onbekend (onbekend) op [geboortedag 2] 1975,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 mei 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.M. Lobregt en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. T. Urbanus naar voren hebben gebracht.
Verdachte heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting bijstand gehad van, L. Lumsden-Akkermans, tolk in de Engelse taal.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
Primair
seksueel corrumperen, door op 10 augustus 2018 te Amsterdam [persoon 1] (hierna: [persoon 1] ) en [persoon 2] (hierna: [persoon 2] ) te bewegen getuige te zijn van zijn seksuele handelingen door [persoon 1] en [persoon 2] te wenken om met hem mee te gaan, hen geld aan te bieden, zijn broek te laten zakken, zijn ontblote penis vast te pakken en heen en weer te bewegen;
Subsidiair
schennis van de eerbaarheid, door op 10 augustus 2018 te Amsterdam zich opzettelijk oneerbaar op een openbare plaats, de hal van het pand [naam] in Amsterdam, met ontbloot geslachtsdeel te hebben bevonden.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Vrijspraak

3.2
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft voor het primair ten laste gelegde vrijspraak verzocht en voor het subsidiair ten laste gelegde gerekwireerd tot bewezenverklaring van schennis van de eerbaarheid. Op grond van de studioverhoren van [persoon 1] en [persoon 2] acht zij bewezen dat verdachte opzettelijk oneerbaar zijn geslachtsdeel aan de meisjes heeft laten zien.
De verklaring van verdachte dat hij zijn kleding bij de verwarming aan het drogen was, acht de officier van justitie niet geloofwaardig. Het was augustus, dus de verwarming was niet aan. Bovendien heeft verdachte verklaard dat hij geprobeerd heeft sorry tegen de meisjes te zeggen.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om verdachte integraal vrij te spreken, omdat de verklaringen van [persoon 1] en [persoon 2] onvoldoende overtuigend en betrouwbaar zijn. De meisjes hebben vanaf het begin af aan elkaar kunnen beïnvloeden, waardoor niet kan worden vastgesteld dat zij vanuit hun eigen herinnering verklaren. Bovendien vinden deze verklaringen geen steun in ander bewijsmateriaal in het dossier.
3.3
Oordeel van de rechtbank
[persoon 1] en [persoon 2] , ten tijde van het tenlastegelegde respectievelijk 8 en 11 jaar oud, hebben verklaard dat verdachte hen op 10 augustus 2018 zijn ontblote geslachtsdeel heeft laten zien. Verdachte heeft dat ontkend.
Uit de stukken blijkt dat de meisjes na het gestelde incident hun verhaal in eerste instantie aan één of twee medewerkers van de Albert Heijn in de buurt van het [naam] hebben gedaan en dat zij vervolgens op advies van één van deze medewerkers de politie hebben gebeld. Vervolgens zijn de meisje door de verbalisant ter plaatse in elkaars bijzijn verhoord. De meisjes hebben dezelfde avond ook samen aan [vader van persoon 2] , de vader van [persoon 2] , verklaard wat er zou zijn gebeurd.
Gelet op de jonge leeftijd van de meisjes, in combinatie met het feit dat zij voorafgaand aan de studioverhoren verschillende keren in elkaars tegenwoordigheid hebben verklaard en elkaar dus mogelijk hebben beïnvloed, dient behoedzaam met hun verklaringen te worden omgegaan. In dat kader is van belang of deze verklaringen voldoende steun vinden in de rest van het dossier.
De meisjes, [persoon 1] en [persoon 2] , hebben beiden verklaard dat zij verdachte voorafgaand aan het gestelde incident op de fiets zijn gevolgd naar een Kruidvat-winkel in de buurt en dat hij hen zou hebben gewenkt. [persoon 2] zegt daarover dat verdachte met iemand stond te praten. Daarna zouden verdachte en de meisjes naar een speelplaats zijn gefietst. Het dossier bevat geen camerabeelden of getuigenverklaringen waaruit blijkt dat verdachte is gezien bij deze Kruidvat-winkel, in de omgeving van de meisjes of dat zij zich samen hebben begeven naar de eerder genoemde speeltuin. Daarnaast hebben de meisjes verklaard dat verdachte hen geld heeft aangeboden. Hij zou aan hun beide een € 2,- muntstuk hebben willen geven. [persoon 1] heeft verklaard dat zij daarna nog twee briefjes van € 5,- heeft gezien. Tot slot heeft [persoon 2] verklaard dat om de ontblote penis van verdachte een condoom zou hebben gezeten en heeft [persoon 1] melding gemaakt van een bruin flubberdraadje, dat zij ook heeft getekend en waarmee ze een condoom lijkt te bedoelen. Uit het dossier blijkt echter niet dat verdachte bij zijn aanhouding geld of condooms bij zich had of dat die in de omgeving zijn aangetroffen.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van [persoon 1] en [persoon 2] weliswaar in grote lijnen overeenkomen, maar dat het dossier geen ondersteunend bewijs voor hun verklaringen biedt, bijvoorbeeld in de vorm van camerabeelden of getuigenverklaringen. Gelet op de jonge leeftijd van [persoon 1] en [persoon 2] , de mogelijke beïnvloeding doordat zij hun verhaal verschillende keren in elkaars bijzijn hebben gedaan en de ontkenning door verdachte acht de rechtbank dit onvoldoende om buiten redelijke twijfel vast te stellen dat verdachte [persoon 1] en [persoon 2] zou hebben bewogen getuige te zijn van zijn seksuele handelingen of hun opzettelijk oneerbaar zijn ontblote penis heeft laten zien. De rechtbank acht het ten laste gelegde niet bewezen. Verdachte zal daarvan integraal worden vrijgesproken.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.A. Brunner, voorzitter,
mrs. S. van Eunen en A.W.C.M. van Emmerik, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Drent, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 juni 2019.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
[...]