4.1Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Start onderzoek
Bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de Eenheid Amsterdam is in de maand april 2016 de informatie binnengekomen dat in de enige woning boven de bakkerij op [locatie] , waar Dominicanen wonen, regelmatig meerdere kilo’s cocaïne liggen opgeslagen. Een grijze BMW 1 serie zou daar vaak een partij komen brengen.
Uit onderzoek is gebleken dat de woning vermoedelijk het adres [adres 3] te [plaats 2] betreft. Blijkens de Basisregistratie Personen staan verdachte, [persoon 2] en [persoon 3] op dit adres ingeschreven. Naar aanleiding van deze informatie is nader onderzoek verricht naar de eerder genoemde personen. Verdachte heeft een Kia Carens met kenteken [kenteken 1] op zijn naam staan. Verdachte en [persoon 3] komen niet voor in de politiesystemen. Voor [persoon 2] is de volgende politieregistratie bekend. Op 18 april 2016 is [persoon 4] aangehouden, omdat zij een geldbedrag van € 140.000,- bij zich had. Daarop is een strafbeschikking ter hoogte van € 12.900,- uitgereikt, die door [persoon 2] op het politiebureau cash is betaald.
Op 26 mei 2016 is op de Burgemeester de Vlugtlaan te Amsterdam een Toyota Yaris gecontroleerd. De bestuurder [persoon 5] en bijrijder [persoon 6] kwamen zenuwachtig over en probeerden te vluchten. In de auto bleek een grote hoeveelheid verdovende middelen te liggen. Uit onderzoek blijkt dat [persoon 6] van Dominicaanse afkomst en een grijskleurige BMW 1 serie met kenteken [kenteken 2] op zijn naam heeft staan. In de politiesystemen komen verschillende registraties op naam van [persoon 6] naar voren. [persoon 6] is in december 2012 aangehouden in verband met betrokkenheid bij handel in verdovende middelen. In oktober 2013 heeft er een overval in zijn woning plaatsgevonden door drie daders met automatische vuurwapens en in november 2013 is [persoon 6] aangehouden ter zake een ontvoering waarbij losgeld ter waarde van € 87.000,- zou zijn geëist.
Op basis van het TCI-proces-verbaal en eerder genoemde politieregistraties heeft het onderzoeksteam het vermoeden gekregen dat er vanuit het woonadres [adres 3] te [plaats 2] zou worden gehandeld in verdovende middelen. In juni 2016 zijn door de rechter-commissaris op de bekende telefoonnummers van verdachte, [persoon 4] en [persoon 2] bevelen tot opnemen van de (tele)communicatie afgegeven.
Uit de afgeluisterde gesprekken is naar voren gekomen dat het telefoonnummer dat in gebruik is bij verdachte veel contact heeft met het telefoonnummers van een persoon met de (bij)naam [bijnaam 1] / [bijnaam 2] en een persoon met de (bij)naam [bijnaam 3] . Op basis van deze gesprekken is het vermoeden gerezen dat zij zich gezamenlijk in georganiseerd verband bezig zouden houden met de handel in verdovende middelen. Op 8 september 2016 is door de rechter-commissaris het bevel tot opnemen van (tele)communicatie van het telefoonnummer in gebruik bij [bijnaam 1] / [bijnaam 2] afgegeven. Op 6 oktober 2016 is er een bevel tot stelselmatige observatie van [bijnaam 1] / [bijnaam 2] afgegeven. Op woensdag 26 oktober 2016 is [bijnaam 3] aangehouden en is zijn telefoon in beslag genomen. Op die telefoon werden meerdere foto’s aangetroffen van een persoon die de politie herkent als de persoon met de (bij)naam [bijnaam 1] / [bijnaam 2] . Op de telefoon is tevens een foto van een kopie van een paspoort ten name van verdachte aangetroffen. Een verbalisant herkent medeverdachte [medeverdachte 1] als de persoon die [bijnaam 1] / [bijnaam 2] wordt genoemd.
Doorzoekingen
Op 31 mei 2016 is het opsporingsonderzoek van start gegaan. Zes maanden lang zijn verschillende telefoonnummers getapt en zijn er gesprekken afgeluisterd die werden gevoerd in de auto op naam van verdachte. Bovendien zijn camerabeelden uitgekeken en is er gebruik gemaakt van stelselmatige observatie van verschillende personen, waaronder verdachte. Naar aanleiding van het onderzoek hebben op 6 december 2016 doorzoekingen plaatsgevonden op de adressen [adres 2] , [adres 3] en [adres 4] te [plaats 2] . In alle woningen zijn verdovende middelen en grote bedragen contant geld aangetroffen.
Tijdens het binnentreden in de woning aan de [adres 2] te [plaats 2] werd er door verdachte met een vuurwapen gericht op het arrestatieteam. Verdachte is aangehouden toen hij het vuurwapen liet vallen. Na onderzoek bleek het vuurwapen doorgeladen te zijn. Het vuurwapen, een Umarex Walther P99, is in beslag genomen. In de woning werd in totaal
€ 6.775,- aan contant geld aangetroffen. Dit geld werd in verschillende ruimtes aangetroffen, waaronder in een jas in de toegangshal, in een kast in de slaapkamer waar [persoon 7] sliep en in een jas in de kamer van verdachte. In de keuken werden verschillende zakken met daarin (vermoedelijk) verdovende middelen aangetroffen, die voor onderzoek zijn gestuurd naar het Laboratorium voor Forensische Opsporing. Uit de verschillende rapporten blijkt dat de zakjes met 111, 0,93 en 0,76 gram poeder cocaïne bevatten. De zakken tabletten, waaronder een zak met 5065 tabletten en het zakje kristallen van 5.73 gram blijken MDMA te bevatten.
Na het binnentreden van de woning aan de [adres 3] te [plaats 2] is medeverdachte [medeverdachte 1] aangehouden. In de woning waren nog vijf anderen aanwezig, waaronder een 8-jarig kind. Medeverdachte [medeverdachte 1] is tijdens de doorzoeking in zijn bed aangetroffen. Binnen zijn handbereik, op het nachtkastje aan zijn kant van het bed, lag een vuurwapen. Het vuurwapen betreft een Glock 19. In de bovenste lade van het nachtkastje is de bijbehorende munitie gevonden. In deze lade werd tevens een geldbedrag aangetroffen van in totaal € 36.180, bestaande uit onder meer 45 coupures van € 500,-, 5 coupures van € 200,-, 18 coupures van € 100 en 217 coupures van € 50,-. Tijdens de doorzoeking werd op de koelkast, verborgen achter een plint, een blok van ongeveer 1 kilo (vermoedelijk) cocaïne aangetroffen. Op de bovenste plank in de berging van de woning is in een schoenendoos een vergelijkbaar blok aangetroffen. De blokken zijn onderzocht in het Laboratorium voor Forensische Opsporing. Uit de verschillende rapporten blijkt dat de blokken van 983 en 954 gram cocaïne bevatten.