Beoordeling
5. Hoewel [verzoeker] het niet eens is met het ontslag op staande voet, berust hij daarin. Aan de orde is de vraag of Accor dit ontslag onterecht heeft gegeven en als dit zo is, wat voor vergoeding zij daarvoor is verschuldigd.
6. Onbetwist is gebleven dat in 2018 het restaurant is samengevoegd met de bar en dat de fooi vanaf dat moment ook over de restaurantmedewerkers moest worden verdeeld. De hoogte van de fooi is daardoor teruggelopen. Vaststaat dat op 30 januari 2019 een medewerker van het restaurant bij Accor heeft gemeld dat het barpersoneel met grote bedragen fooi goochelde en drankjes niet aansloeg op de kassa. Verder staat vast dat China Eastern op 1 februari 2019 bij Accor heeft gemeld dat valse vouchers zijn ingediend. Accor heeft daarop onderzoek gedaan. Tijdens dat onderzoek heeft [persoon 2] (één van de vijf vaste barmedewerkers) verteld dat de vaste barmedewerkers samen de fooi kunstmatig hoog hielden door contant betaalde drankjes niet aan te slaan en/of (zelf uitgegeven) vouchers in te dienen. In de kluis van [persoon 2] is vervolgens een stapel blanco China Eastern vouchers aangetroffen. Accor heeft verder aan de hand van de kassagegevens en de gelijktijdige camerabeelden geprobeerd de handelingen van [verzoeker] achter de bar op 21 januari en 1 februari 2019 te construeren. Daaruit volgt dat [verzoeker] vouchers als betaling voor rekeningen heeft gebruikt en deze rekeningen na vertrek van de gasten heeft gesplitst in twee of meer rekeningen, waarvan één volledig met de voucher(s) werd voldaan. Ook is gebleken dat [verzoeker] op 1 februari 2019 drankjes heeft verkocht zonder dat deze bij de omzet in kassa zijn meegeteld. Verder zijn er camerabeelden van [persoon 3] tijdens het opmaken van de kassa aan het einde van de avond, waarbij hij grote bedragen contant geld in fooi-enveloppen doet.
7. Het is de kantonrechter ambtshalve uit de procedures van [persoon 1] en [persoon 4] verder bekend dat Accor ook camerabeelden van de andere vaste barmedewerkers heeft vergeleken met de kassagegevens. Daaruit blijkt onder meer dat ook [persoon 4] contant geld heeft ontvangen van gasten en in de kassalade heeft gedaan, terwijl op de kassa (op dat moment) geen omzet is geregistreerd. Zij sloeg ook drankjes aan op de kassa en drukte daarna direct op correctie, waardoor deze drankjes niet bij de omzet werden geteld.
8. Bij dit alles staat voorop dat het barpersoneel de fooi niet altijd in de fooienpot deed en standaard het overschot van de kassa-inhoud aan het einde van de avond (naast de inhoud van de fooienpot) bestempelde als fooi. Dit is dan ook de reden geweest voor Accor om het personeel op 5 november 2018 en op 25 januari 2019 uitdrukkelijk te instrueren om de fooi niet in de kassalade te doen, maar in de fooienpot. Bij die werkwijze is immers duidelijk, ook als een kassa- of telfout is gemaakt, of het geld is ontvangen als betaling aan Accor (omzet) of als fooi voor het personeel.
9. Desondanks, zo heeft [verzoeker] verklaard, hebben hij en zijn collega’s hun werkwijze niet aangepast en bleven zij de fooi (ook) in de kassalade doen en het kassaoverschot tussen hen verdelen als fooi. [verzoeker] stelt dat dit nodig was omdat anders het kleingeld verdween in de fooienpot en het dan te lang zou duren om gasten hun wisselgeld terug te geven. Gesteld noch gebleken is echter dat [verzoeker] het door hem genoemde wisselgeldprobleem aan zijn leidinggevende heeft gemeld, noch dat hij heeft gemeld daarom aan de fooi-instructie geen gehoor te geven.
10. Door deze werkwijze tegen de instructies in voort te zetten bleef in ieder geval de mogelijkheid bestaan dat een betaald bedrag aan Accor bij niet juiste registratie op de kassa aan het einde van de avond onterecht werd bestempeld als fooi voor het personeel. Als komt vast te staan dat het barpersoneel opzettelijk zorgde voor een niet juiste registratie op de kassa, wordt met Accor geconcludeerd dat het aanmerken van het kassa-overschot als fooi aan het einde van de avond kwalificeert als diefstal/verduistering en grond is voor ontslag op staande voet. De vraag is dan ook of de barmedewerkers opzettelijk zorgden voor een onjuiste registratie van het kassasysteem, waardoor een kassa-overschot ontstond dat onterecht werd aangemerkt als fooi en onder de medewerkers van de avond werd verdeeld.
11. [verzoeker] betwist, voor zover dit al het geval is geweest, hiervan iets te hebben geweten. [verzoeker] betwist vouchers te hebben vervalst of te hebben geweten dat deze werden vervalst. Verder stelt [verzoeker] onbetwist dat een rekening die betaald wordt met vouchers en contant geld gesplitst moet worden in twee rekeningen en het niet nodig is om dat in het bijzijn van de klant te doen. Hij rondt daarom eerst de betaling met de klant af en zoekt daarna een geschikt moment om de tafel te splitsen.
12. In het licht van de gegeven omstandigheden is het echter ongeloofwaardig dat [verzoeker] , zelfs als hij niet actief zou hebben meegedaan, niet ervan op de hoogte was dat “fooi” moedwillig werd gecreëerd. Voldoende vast staat immers dat in ieder geval twee van de vijf vaste barmedewerkers hieraan hebben meegedaan. [persoon 2] heeft dit zelf verklaard en daarnaast is onbetwist gebleven dat op de camerabeelden te zien is dat [persoon 3] grote bedragen fooi in enveloppen stopt, hij ook op staande voet is ontslagen en dat hij zich daarbij heeft neergelegd. [verzoeker] heeft bovendien niet weersproken dat [persoon 3] actief het bedrag aan fooien heeft verhoogd. Nu het vaste barpersoneel verder in wisselende samenstelling met twee of drie personen per dienst werkte, zij allemaal met dezelfde kassa’s werkten, gezamenlijk de verschillende tafels bedienden, allemaal bevoegd waren om de kassa aan het einde van de dienst op te maken en zij dit ook allemaal hebben gedaan, wordt geconcludeerd dat de samenwerking tussen het vaste barpersoneel zo nauw is geweest dat het onvoorstelbaar is dat [verzoeker] het frauduleuze handelen van zijn collega’s niet heeft opgemerkt en niet ervan heeft geweten. Bovendien hebben [persoon 2] en de restaurantmedewerker verklaard dat het hele personeel hiervan op de hoogte was en eraan meewerkte. Verder werd de fooi iedere avond over het werkend personeel verdeeld, zodat [verzoeker] gemerkt moet hebben dat de verdeelde fooi (aanzienlijk) hoger was dan het door de gasten (gemiddeld) betaalde bedrag aan fooi. Hoewel [verzoeker] , zoals volgt uit zijn e-mailbericht van 11 februari 2019, kennelijk aan het begin van zijn dienstverband aan Accor heeft gemeld dat hij twijfels had over de hoogte van de fooien, kan hij zich thans niet verschuilen achter het feit dat zijn supervisor destijds heeft gezegd dat het in orde was. Dit geldt te meer nu [persoon 2] heeft verklaard dat de omvang van de fooi na midden 2018 alleen maar is toegenomen. [verzoeker] had daarom later opnieuw zijn twijfels moeten uiten. Nu hij dit niet heeft gedaan en wel profiteerde van de hogere fooi, wordt geconcludeerd dat [verzoeker] , ook als hij niet actief heeft meegewerkt aan het creëren van kassaoverschot, hiervan op de hoogte moet zijn geweest en de vruchten daarvan heeft geplukt. Ook in dat geval is het ontslag op staande voet terecht gegeven.
13. Daarbij geldt bovendien dat [verzoeker] geen plausibele verklaring heeft gegeven voor de met de camera geregistreerde handeling op 1 februari 2019, waarbij hij een drankje van een contant betalende gast aansloeg op de kassa, maar daarna direct corrigeerde, zodat deze niet bij de omzet werd opgeteld. Zonder verklaring kan die handelswijze niet anders worden geïnterpreteerd dan dat ook hij zich schuldig heeft gemaakt aan moedwillig “creëren van extra fooi”.
14. De verzoeken van [verzoeker] worden dan ook afgewezen en hij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.