Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
De rechtbank neemt daarbij in overweging dat [naam 2] mogelijk een belang kan hebben om verklaringen af te leggen die hem in het kader van de bedrijfsvoering van [naam 2] niet kunnen worden tegenworpen. [naam 2] kan daarmee beweegredenen hebben op grond waarvan hij zijn verklaring heeft afgelegd. De rechtbank ziet in deze omstandigheid aanleiding om terughoudendheid te betrachten bij het gebruik van de verklaring van [naam 2] . Nu bovendien het dossier onvoldoende ander bewijs bevat dat de verklaring van [naam 2] ondersteunt om te komen tot de vaststelling dat de provisiefacturen vals zijn, zal [verdachte] worden vrijgesproken.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
5 (vijf) maanden.