Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Prosecutor General’s Office of the Republic of Latvia(Letland) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Bevoegdheid tot uitvaardiging van het EAB
Prosecutor General’s Office of the Republic of Latvia.
hierna: HvJ) heeft bij arresten van 27 mei 2019 in de zaken C-508/18 (OG) en C-509/18 (PF) de vragen van Ierse rechters of de officier van justitie in Lübeck, Duitsland en de officier van justitie van de Republiek Litouwen rechterlijke autoriteiten zijn als bedoeld in het Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten beantwoord.
60 Uit de overwegingen in de punten 50 tot en met 59 van dit arrest volgt dat een autoriteit, zoals een openbaar ministerie, dat beschikt over de bevoegdheid om in het kader van de strafprocedure strafvervolging in te stellen tegen een persoon die ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd, teneinde hem voor de rechter te brengen, moet worden geacht deel te nemen aan de rechtsbedeling in de betrokken lidstaat.
the Prosecutor General’s Officebij de vaststelling van en beslissing tot uitvaardiging van een EAB geen enkel risico loopt om te worden onderworpen aan met name een individuele instructie vanwege de uitvoerende macht?
Prosecutor General’s Office of the Republic of Latviavan een EAB ter fine van vervolging op te komen, in het bijzonder met betrekking tot de evenredigheid van een dergelijke beslissing, in een procedure die volledig voldoet aan de eisen die voortvloeien uit een effectieve rechterlijke bescherming?
5.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd;