ECLI:NL:RBAMS:2019:3772

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 mei 2019
Publicatiedatum
27 mei 2019
Zaaknummer
7191985 CV EXPL 18-19662
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de eenzijdige heraansluitingskosten door Tele2 in relatie tot de consument

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Tele2 Nederland B.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde]. Tele2 vorderde betaling van heraansluitingskosten en andere bedragen, maar de kantonrechter oordeelde dat de heraansluitingskosten, zoals opgenomen in de algemene voorwaarden van Tele2, oneerlijk waren. De rechter stelde vast dat het beding in de algemene voorwaarden niet voldoende duidelijk was en dat het de consument in een nadelige positie bracht. Hierdoor werd het beding als onredelijk bezwarend beschouwd en buiten beschouwing gelaten. De kantonrechter oordeelde dat de consument slechts een bedrag van € 27,15 aan hoofdsom verschuldigd was, en dat de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding moest worden toegewezen. De vordering van Tele2 tot betaling van heraansluitingskosten en schadevergoeding werd afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt de bescherming van consumenten tegen onredelijke contractuele bedingen en de noodzaak voor duidelijke communicatie van kosten door aanbieders van diensten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 7191985 CV EXPL 18-19662
vonnis van: 28 mei 2019
fno.: 991

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Tele2 Nederland B.V.
gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: Tele2
gemachtigde: LAVG Gerechtsdeurwaarders (Groningen)
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het procesdossier bestaat uit:
  • de dagvaarding van 9 augustus 2018, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het instructievonnis van 2 oktober 2018;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek, met producties;
  • de akte uitlating producties van Tele2;
  • de dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
[gedaagde] heeft bij Tele2 een overeenkomst ter zake van vaste telefonie afgesloten.
1.2.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden Tele2 Multimediadiensten versie 13 juni 2014 van toepassing, hierna: de algemene voorwaarden.
1.3.
Artikel 21.2 van de algemene voorwaarden luidt:
Tot indienststelling wordt weer overgegaan als je binnen een door Tele2 vastgestelde redelijke termijn alsnog je verplichtingen bent nagekomen en de kosten voor buitengebruikstelling en indienststelling aan Tele2 hebt voldaan.
1.4.
Tele2 heeft de volgende facturen opgemaakt.
Factuurdatum Factuurbedrag Openstaand bedrag Vervaldatum25-08-2015 € 81,60 € 28,00 08-09-2015
25-10-2015 € 51,00 € 29,00 08-11-2015
25-11-2015 € 51,00 € 29,00 09-12-2015
25-12-2015 € 51,00 € 29,00 08-01-2016
25-01-2016 € 130,00 € 70,15 08-02-2016
----------
Te voldoen € 185,15
1.5.
Tele2 heeft haar vordering ter incasso uit handen gegeven.

Vordering en standpunten van partijen

2. Tele2 vordert dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 185,15 aan hoofdsom;
b. € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 13,25 aan wettelijke rente, berekend tot 20 juli 2018;
d. rente over € 185,15 vanaf 20 juli 2018 tot de dag van de voldoening;
e. de proceskosten.
3. Tele2 stelt hiertoe, kort en zakelijk weergegeven, dat [gedaagde] zijn betalingsverplichting voortvloeiend uit de overeenkomst herhaaldelijk niet is nagekomen en daarmee toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Tele2 heeft de overeenkomst inmiddels vroegtijdig beëindigd. Tele2 vordert de nog onbetaald gelaten delen van de in overweging 1.4 gespecificeerde facturen.
4. [gedaagde] heeft aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven, dat Tele2 meerdere keren de verbindingen en services naar hem vroegtijdig heeft verbroken. [gedaagde] heeft in dat kader diverse klachten- en vergoedingsformulieren ingevuld. Deze zijn door Tele2 behandeld en bevestigd. Daarmee gaf Tele2 toe dat zij fout zat. In tegenstelling tot deze toezeggingen heeft Tele2 maar één keer € 28,00 gecrediteerd. Tele2 had niet telkens heraansluitingskosten van € 28,00 in rekening mogen brengen. Deze heeft [gedaagde] dan ook niet betaald. [gedaagde] heeft alleen betaald voor de diensten die zijn geleverd en dat betekent dat er geen betalingsachterstand is.

Beoordeling

5. Gelet op het verweer van [gedaagde] staan de vragen of Tele2 terecht heraansluitingskosten in rekening heeft gebracht en terecht de overeenkomst vroegtijdig heeft mogen beëindigen centraal.
6. [gedaagde] is consument, althans wordt vermoed consument te zijn.
7. Tele2 stelt dat [gedaagde] heraansluitingskosten is verschuldigd op grond van artikel 21.2 van de algemene voorwaarden. In dat artikel wordt geen bedrag genoemd. Blijkens de overgelegde facturen heeft Tele2 tweemaal (namelijk in de factuur van 25 augustus 2015 en die van 25 januari 2016) een bedrag van € 28,00 aan heraansluitingskosten in rekening gebracht.
8. Los van het verweer van [gedaagde] dient de kantonrechter op grond van rechtspraak van het Hof van Justitie (4 juni 2009, C 243/08, punt 32) en de Hoge Raad (HR 13 september 2013 ECLI:NL:HR:2013:691, r.o. 3.5.3) ambtshalve te beoordelen of het beding op grond waarvan Tele2 heraansluitingskosten in rekening brengt onredelijk bezwarend is. De kantonrechter stelt daarbij voorop dat, in het geval wordt vastgesteld dat een beding ‘oneerlijk’ is in de zin van artikel 3 lid 1 van Richtlijn 93/13/EEG (hierna: de richtlijn), de in rekening gebrachte kosten niet mag matigen, maar zonder meer verplicht is dat beding voor de consument buiten beschouwing te laten (HvJ 30 mei 2013, C 488/11, punt 57), tenzij de consument zich hiertegen verzet (HvJ 4 juni 2009, C 243/08, punt 35).
9. Tele2 stelt dat het beding in artikel 21.2 van de algemene voorwaarden niet oneerlijk is, omdat [gedaagde] stelselmatig te laat betaalt, waardoor Tele2 de aansluiting meerdere keren heeft moeten afsluiten en de diensten na betaling weer opnieuw moet aansluiten.
10. De kantonrechter overweegt als volgt. Vooropgesteld wordt dat het beding niet is gelimiteerd. Daarnaast wordt de hoogte van het bij de consument in rekening te brengen bedrag niet genoemd. Dat maakt dat Tele2 telkens vrij spel heeft bij het in rekening brengen van mogelijk torenhoge kosten. Betaalt de consument de in rekening gebrachte heraansluitingskosten niet, dan kan Tele2 de aansluiting afgesloten houden totdat wordt betaald, waarna zij opnieuw heraansluitingskosten in rekening kan brengen. Dit kan tot onaanvaardbaar hoge kosten leiden die mogelijk niet meer in verhouding staan tot de ernst van de tekortkoming. Zo kan Tele2 bij te late betaling van ook maar één dag per maand ongelimiteerde kosten in rekening brengen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat het beding het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Dat betekent dat het beding oneerlijk is en buiten beschouwing wordt gelaten.
11. Het voorgaande maakt dat een bedrag van € 56,00 (tweemaal € 28,00) niet toewijsbaar is. De tussen partijen ontstane discussie omtrent het al dan niet terecht in rekening brengen van heraansluitingskosten is daarmee van de baan.
12. Los van de heraansluitingskosten en ook los van de schadevergoeding wegens vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst, waarover hierna meer, heeft [gedaagde] niet alle facturen volledig en tijdig betaald. Dat gaat om een bedrag van € 27,15 (gevorderde hoofdsom van € 185,15 minus heraansluitingskosten van in totaal € 56,00 minus schadevergoeding van € 102,00). Een en ander blijkt afdoende uit de facturen en het overzicht dat Tele2 bij repliek heeft gepresenteerd. Nu [gedaagde] de verschuldigdheid van dit resterende bedrag onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, zal de kantonrechter € 27,15 toewijzen. De wettelijke rente over dat bedrag wordt toegewezen vanaf de dag van de dagvaarding. Het meer of anders gevorderde aan rente is gezien het voorgaande te hoog berekend en daarom niet toewijsbaar.
13. Dan resteert de vraag of Tele2 de overeenkomst terecht vroegtijdig heeft beëindigd en daardoor recht heeft op de conform de formule van het LOVCK berekende schadevergoeding van € 102,00, die zij bij factuur van 25 januari 2016 reeds bij [gedaagde] in rekening heeft gebracht. Het antwoord op die vraag luidt ontkennend. Gelet op de uiterst geringe tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] , die voornamelijk is ontstaan door de onduidelijke communicatie en de foutieve facturen waarin heraansluitingskosten staan, terwijl [gedaagde] die niet verschuldigd is, was Tele2 niet gerechtigd om de overeenkomst vroegtijdig te beëindigen en vervolgens een naar verhouding hoge beëindigingsvergoeding in rekening te brengen. Geoordeeld wordt dan ook dat [gedaagde] de schadevergoeding van € 102,00 niet is verschuldigd.
14. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden afgewezen, nu [gedaagde] niet voor een juist bedrag is aangeschreven.
15. Nu partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te compenseren. Iedere partij draagt de eigen kosten. De kantonrechter ziet onvoldoende aanleiding om te voldoen aan het verzoek van [gedaagde] om ten gunste van hem een schadevergoeding toe te kennen. Bovendien heeft [gedaagde] daartoe geen reconventionele vordering ingesteld.
16. Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De kantonrechter:
I. veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Tele2 van € 27,15 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 augustus 2018 tot de dag van de voldoening;
II. compenseert de proceskosten en bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
III. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
IV. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 28 mei 2019 in aanwezigheid van de griffier.