Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
[BRP-adres] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Genoegzaamheid
5.Strafbaarheid; feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
- illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen;
- illegale handel in wapens, munitie en explosieven.
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
2 november 2018 de volgende garantie gegeven:
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, aanhef en onder A, van de Opiumwet gegeven verbod;
- medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, aanhef en onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
- medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
- medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a OLW
- het onderzoek is in Duitsland aangevangen;
- de bewijsmiddelen bevinden zich in Duitsland;
- de verdovende middelen zijn in Duitsland in beslag genomen;
- de medeverdachten zijn in Duitsland vervolgd.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het Openbaar Ministerie Detmold (Duitsland) ten behoeve van het in Duitsland tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.