Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Onschuldverweer
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a OLW
- het onderzoek is in België aangevangen;
- de Belgische autoriteiten hebben kenbaar gemaakt de vervolging in te willen stellen met het uitvaardigen van het EAB;
- de medeverdachten worden in België vervolgd;
- het bewijs bevindt zich grotendeels in België.
6.Genoegzaamheid
- Was er op 20 juli 2018 in Sint-Laureins sprake van een voltooide plofkraak of van een poging? Heeft er een ontploffing plaatsgevonden?
- Indien sprake was van een poging: brengt dit een wijziging in de achter B. van onderdeel E) opgenomen kwalificatie met zich mee? Zo ja: hoe luidt de nieuwe kwalificatie?
- Indien sprake was van een poging: brengt dit een wijziging in de achter B. van onderdeel C) opgenomen maximale straf met zich mee? Zo ja: wat is de maximale straf?
7.Beslissing
HEROPENThet onderzoek en
SCHORSTdit voor onbepaalde tijd, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de hiervoor onder 6.3 genoemde vragen te stellen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit.
BEVEELTde oproeping van de opgeëiste persoon tegen de nader te bepalen zitting, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman.