ECLI:NL:RBAMS:2019:361
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming sociale huurwoning door woningcorporatie Ymere afgewezen wegens onvoldoende bewijs van niet-bewoning
In deze zaak vorderde woningcorporatie Ymere in kort geding ontruiming van een sociale huurwoning in Amsterdam, omdat de huurder, [gedaagde], volgens Ymere niet in de woning zou wonen. Ymere stelde dat de huurder niet voldeed aan zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, die vereiste dat de woning door de huurder zelf bewoond moest worden. Ymere baseerde haar vordering op meldingen van buren en interne communicatie, waaruit zou blijken dat de huurder al jaren niet in de woning verbleef. De huurder betwistte deze claims en verklaarde dat hij vaak aan het klussen was en dat zijn afwezigheid niet betekende dat hij niet in de woning woonde. De kantonrechter oordeelde dat Ymere onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de huurder niet in de woning woonde. De rechter wees de vordering van Ymere af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in huurkwesties en de bescherming van huurders in sociale huurwoningen.