Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
- een vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar en 6 maanden waarbij de met vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Aken van 19 september 2013 in de procedure met het dossiernummer 331 Ls 102 Js 253/13 – 38/13 opgelegde vrijheidsstraf wordt meegenomen in de berekening;
- een vrijheidsstraf voor de duur van 2 jaar en 6 maanden; en
- onderbrenging in een inrichting voor verslaafden.
- 177 dagen;
- 550 dagen; en
- onderbrenging in een inrichting voor verslaafden.
Staatsanwaltschaft München Ibij e-mail van 9 april 2019 onder meer het volgende meegedeeld:
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW: heropening van het onderzoek
Staatsanwaltschaft München Ivan 9 april 2019 is in dit vonnis tevens “
the judgement of the court in Aachen, file-number 331 Ls 102 Js 253/13” meegenomen. Uit de stukken blijkt niet of de opgeëiste persoon ook in persoon is verschenen bij de terechtzitting die tot het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Aken van 19 september 2013 heeft geleid, dan wel of hij zijn verdedigingsrechten op andere wijze heeft kunnen uitoefenen.
- Is de opgeëiste persoon in persoon verschenen bij de terechtzitting die tot het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Aken van 19 september 2013 heeft geleid?
- Zo nee, heeft de opgeëiste persoon zijn verdedigingsrechten op andere wijze kunnen uitoefenen?
5.Beslissing
SCHORSThet onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd