Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Sąd Okręgowy w Konin [the Circuit Court in Konin], Polen, en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Kennisgeving van niet-verdere vervolging.
‘postanowienie o umorzeniu śledztwa’en gedateerd 27 februari 2009 en meegedeeld dat dit stuk zich in de administratie van de opgeëiste persoon bevond. Er zou uit moeten blijken dat de officier van justitie (in Polen) besloten heeft om hem niet te vervolgen voor drugshandel in de periode maart tot en met oktober 2005.
Deze vertaling draagt de kop ‘Kennisgeving niet-verdere vervolging’ (verder: knvv) en betreft een beslissing van de officier van justitie van het Openbaar Ministerie in Łęczyca van
27 februari 2009 om af te zien van de strafvervolging tegen de opgeëiste persoon, die ervan werd verdacht
‘in de periode van maart tot 16 oktober 2005 te Łęczyca in de provincie Łódzkie te hebben gehandeld in verdovende middelen (amfetamine, marihuana, ecstasy) met als doel het verkrijgen van financiële voordelen, bestaande uit het faciliteren van het gebruik van dergelijke middelen en stoffen door andere personen’.
Deze beslissing is genomen
‘in het licht van de bevinding dat de verdachte het strafbare feit dat hem werd ten laste gelegd, niet heeft gepleegd’.Voorts staat in de beslissing vermeld
: ‘uit de analyse van het in deze zaak verkregen bewijs, blijkt dat verdachte [opgeëiste persoon] het strafbare feit, waarvan hij werd verdacht, niet heeft begaan’.
zoals ook de officier van justitie de knvv heeft aangeduid) heeft betrekking op een periode en op pleegplaatsen die niet, of slechts ten dele overeenkomen met de periode en de pleegplaatsen, genoemd in het EAB. Het EAB is ruimer. Alleen de plaats Łęczyca ligt in de provincie Łódzkie; de overige in het EAB genoemde plaatsen liggen buiten deze provincie. De knvv kan niet leiden tot een positief antwoord op de vraag of de opgeëiste persoon na overlevering moet vrezen dat hij in Polen geen eerlijk proces krijgt.
De rechtbank stelt allereerst vast dat door een knvv – anders dan door een sepotbeslissing – naar Nederlands recht een vervolging definitief wordt beëindigd (artikel 246, eerste lid Wetboek van Strafvordering).
Of dit naar Pools recht eveneens geldt kan de rechtbank niet beoordelen. Daarvoor heeft zij onvoldoende kennis van het Poolse Wetboek van Strafvordering.
Zij kan echter niet uitsluiten dat met deze knvv van de Poolse officier van justitie de zaak, voor zover deze betrekking heeft op de in de beslissing van 27 februari 2009 omschreven verdenking, definitief is geëindigd, mede gelet op de motivering van de beslissing.
‘in de periode van maart tot 16 oktober 2005 te Łęczyca in de provincie Łódzkie te hebben gehandeld in verdovende middelen (amfetamine. marihuana, ecstasy) met als doel het verkrijgen van financiële voordelen, bestaande uit het faciliteren van het gebruik van dergelijke middelen en stoffen door andere personen’en daarbij te betrekken de vermelding dat deze beslissing is genomen
‘in het licht van de bevinding dat de verdachte het strafbare feit dat hem werd ten laste gelegd, niet heeft gepleegd’en of, en zo ja in hoeverre dit mede betrekking heeft op de in het EAB opgenomen verdenking ter zake waarvan de overlevering wordt verzocht.
5.Beslissing
in het EAB.