Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Inleiding
- [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] )
- [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] )
- [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] )
3.Waardering van het bewijs
dat de bewoners/gebruikers van [adres 2] te Amsterdam, waaronder [medeverdachte 1] , criminele contacten zouden hebben en betrokken zouden zijn bij overdachten van verdovende middelen [2] is een opsporingsonderzoek gestart onder de naam 13Hailsham. In het kader van die verdenking hebben op verschillende data observaties [3] plaatsgevonden en is er een peilbaken geplaatst in de Chevrolet Aveo met het kenteken [nummer] welke auto in gebruik was bij [medeverdachte 1] . [4]
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Beslag
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10, voorbereiden of bevorderen door voorwerpen en stoffen, voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
[verdachte], daarvoor strafbaar.
42 (tweeënveertig) maanden.