In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vennootschap naar buitenlands recht Viva Hinchables S.L. en de besloten vennootschap Balkonbar B.V. Viva Hinchables had balkonbarren besteld bij Balkonbar, maar klaagde over de kwaliteit van het geleverde hout. De procedure begon met een dagvaarding op 14 december 2018, gevolgd door een comparitie op 10 april 2019. Tijdens deze comparitie zijn beide partijen gehoord en hebben zij hun standpunten toegelicht. Viva Hinchables vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de overeenkomst gedeeltelijk ontbonden was en een terugbetaling van € 3.644,22.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de balkonbarren in 2016 zijn geleverd en dat er bij aflevering niet is geklaagd. Volgens artikel 7:23 BW dient een koper binnen bekwame tijd te klagen indien het geleverde niet aan de overeenkomst beantwoordt. De rechter oordeelde dat Viva Hinchables niet tijdig had geklaagd en dat de vordering daarom niet ontvankelijk was. Daarnaast werd overwogen dat er geen bewijs was geleverd voor de gestelde gebreken en dat de omstandigheden van opslag mogelijk ook een rol hebben gespeeld in de kwaliteit van het hout.
De vordering van Viva Hinchables werd afgewezen, evenals de vordering tot terugbetaling. De kantonrechter heeft Viva Hinchables als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 420,00 aan salaris van de gemachtigde, inclusief btw. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.