In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw uit Zaandam, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had een Ziektewetuitkering aangevraagd op 11 mei 2018, maar het UWV weigerde deze uitkering op basis van een besluit van 25 mei 2018, waarin werd gesteld dat eiseres niet had voldaan aan de controlevoorschriften. Eiseres had niet gereageerd op een verzoek van het UWV om contact op te nemen, omdat zij niet bereikbaar was door de ziekenhuisopname van haar zoon in Bulgarije en omdat zij de Nederlandse taal niet machtig was.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting op 18 april 2019, waar eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat het UWV ten onrechte de Ziektewetuitkering had geweigerd, omdat het niet had voldaan aan de vereisten van artikel 45 van de Ziektewet en het Maatregelenbesluit. De rechtbank stelde vast dat de redenen die eiseres aanvoerde voor haar niet-bereikbaarheid niet voldoende waren om de schending van de controlevoorschriften te rechtvaardigen.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het UWV en droeg het UWV op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd het UWV veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die op € 1.024,- werden vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.