ECLI:NL:RBAMS:2019:3368

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2019
Publicatiedatum
8 mei 2019
Zaaknummer
C/13/645800 / HA ZA 18-334
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake eigendom en revindicatie van wapens in bruikleen door de Staat der Nederlanden

In deze zaak vorderde de Staat der Nederlanden een verklaring voor recht dat hij eigenaar is van een aantal wapens die in conservatoir beslag zijn genomen. De wapens waren in bruikleen gegeven aan de vuurwapenverzamelvereniging door het ministerie van Defensie. De Staat stelde dat de wapens onrechtmatig door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] waren vervreemd. De rechtbank oordeelde dat de Staat inderdaad eigenaar was van de wapens en dat de bruikleenovereenkomsten opgezegd waren. De rechtbank wees de vorderingen van de Staat toe, met uitzondering van twee wapens die door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] te goeder trouw waren gekocht. De rechtbank oordeelde dat de Staat niet voldoende bewijs had geleverd voor de onrechtmatige daad van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en wees de vorderingen tot schadevergoeding af. De kosten werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/645800 / HA ZA 18-334
Vonnis in de hoofdzaak en in het incident van 20 maart 2019
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
zetelend te Den Haag,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. H.J.S.M. Langbroek te Den Haag,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. E. Doornbos te Badhoevedorp.
Partijen zullen hierna de Staat en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] worden genoemd. Tezamen zullen gedaagden worden aangeduid als [gedaagden in conventie, eisers in reconventie]

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 6 juni 2018 en de daarin genoemde stukken;
  • het tussenvonnis van 17 oktober 2018;
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende eiswijziging incidentele vordering in conventie van de Staat van 28 november 2018;
  • het proces-verbaal van comparitie van 17 januari 2019.

2.De feiten

in de hoofdzaak in conventie en in reconventie en in het incident

2.1.
De Staat, meer in het bijzonder het ministerie van Defensie, heeft in 2000 en 2003 middels bruikleenovereenkomsten overtollige wapens ter beschikking gesteld aan de vuurwapenverzamelvereniging [naam vereniging] (hierna: de vereniging). De vereniging heeft deze wapens op haar beurt weer ter beschikking gesteld aan haar leden, rechtstreeks in 2000 en via wapenhandelaar [naam 1] in 2003.
2.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , een wapenkenner en -verzamelaar, was in die tijd lid van de vereniging.
2.3.
In 2002 heeft de vereniging haar leden een brief gestuurd waarin staat, voor zover hier van belang:
“(…)
Enige tijd geleden hebben wij een aantal FAL geweren aan onze leden, die Nederlandse wapens verzamelen, via de vereniging in bruikleen kunnen geven.
Om een eventueel vervolg op deze actie te kunnen organiseren, verzoeken wij de verzamelaars onder onze leden, die gespecialiseerd zijn in Nederlandse wapens, ons op te geven welke NEDERLANDSE wapens vanNAde periode ’40-’45 in hun verzameling nog ontbreken.
Aan de hand van de ontvangen lijstjes zullen wij gericht een aantal gespecificeerde wapens kunnen aanvragen, die voor zover beschikbaar en mogelijk, in bruikleen gegeven kunnen worden.
(…)”
2.4.
Naar aanleiding van dit rondschrijven heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] een opgave gedaan van de voor zijn collectie gewenste wapens (hierna: de wensenlijst). Die opgave van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is door een medewerker van Defensie, tevens lid van de vereniging, bevestigd in een e-mail van 25 mei 2003 aan de toenmalige voorzitter van de vereniging. Daarin staat, voor zover hier van belang:
“(…)
Hier volgt de lijst met namen van degene die een aanvraag hebben gedaan en ook wat gaan krijgen. De wapens liggen voor 01062003 bij [naam 1] , dus na die datum kunnen de mensen contact opnemen met [naam 1] .
(…)
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] : 18x Pist FN/KNIL/INGLIS, 1x revolver S&W, 1x Karabijn M1, 2x Garand (M1 + M1D) 1x Lee Enfield
(…)”
2.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft vervolgens wapens opgehaald bij [naam 1] . [naam 1] heeft daarvoor een vergoeding in rekening gebracht.
2.6.
Kort na de uitgifte van de wapens in 2003 heeft Defensie de wapens die nog bij [naam 1] lagen, teruggehaald. Vervolgens heeft Defensie de bruikleenovereenkomsten met de vereniging opgezegd en haar verzocht de wapens weer in te leveren. De overtollige wapens waren namelijk in strijd met bestaand Defensiebeleid ter beschikking gesteld aan de vereniging.
2.7.
Defensie en de vereniging hebben over en weer gecorrespondeerd over teruggave van de wapens tot en met 2004. Daarna is de correspondentie stilgevallen. Die is in 2016 weer opgepakt door Defensie en er is toen ook rechtstreeks met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] gecommuniceerd over teruggave van wapens die hij onder zich had. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft deze wapens alleen tegen betaling willen afgeven. Uiteindelijk heeft de Staat op 15 februari 2018 en 1 maart 2018 conservatoir beslag laten leggen op een 16-tal wapens die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] volgens hem via de vereniging had gekregen. Deze wapens zijn vervolgens in gerechtelijke bewaring gegeven. De wapens bevonden zich ten tijde van de beslaglegging onder [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] , een wapenhandelaar.

3.Het geschil

in de hoofdzaak in conventie

3.1.
De Staat vordert in de hoofdzaak, samengevat en voor zover de rechtbank begrijpt, een verklaring voor recht dat de Staat eigenaar is van de op 15 februari en 1 maart 2018 in conservatoir beslag genomen wapens en veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] tot - het gedogen van - afgifte van deze wapens aan de Staat. Ook vordert de Staat een verklaring voor recht dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] onrechtmatig jegens de Staat heeft gehandeld door wapens die eigendom zijn van de Staat aan derden te verkopen en veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] tot betalen van schadevergoeding aan de Staat, op te maken bij staat. Het voorgaande vermeerderd met rente en kosten, waaronder de beslagkosten. Hieraan heeft de Staat ten grondslag gelegd dat hij eigenaar is van deze wapens en die op grond van artikel 5:2 kan opeisen van zowel [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] , die de wapens voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] hield. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft verder onrechtmatig gehandeld door meerdere wapens van de Staat te verkopen. Als gevolg daarvan heeft de Staat schade geleden, die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] moet vergoeden.
3.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voert verweer. Twee van de inbeslaggenomen wapens, de Bren Gun en INGLIS, zijn door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] te goeder trouw gekocht. De overige inbeslaggenomen wapens heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] destijds van wapenhandelaar [naam 1] gekocht. Daarbij heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zich ook beroepen op bezit te goeder trouw (artikel 3:118 lid 2 BW). [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] concluderen dan ook tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van de Staat in de proceskosten.
in de hoofdzaak in reconventie
3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] vordert, samengevat, opheffing van het conservatoire beslag op de wapens, met veroordeling van de Staat in de kosten. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft aangevoerd dat ten onrechte conservatoir beslag is gelegd op de wapens, nu - gezien hun standpunten in conventie - de eigendom daarvan aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] is overgegaan.
3.4.
De Staat heeft betwist dat de eigendom van de in conservatoir beslag genomen wapens is overgegaan op [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] Dat heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] volgens hem niet aan kunnen tonen. Daarmee ontbreekt de grondslag aan de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en dient deze afgewezen te worden, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in de kosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
in het incident
3.5.
In incident vordert de Staat, samengevat en na wijziging van eis, op straffe van verbeurte van een dwangsom, afschrift van alle documenten ter zake van wapens die volgens hem in 2003 in (onder)bruikleen zijn gegeven en die nog niet zijn ingeleverd of waarvan de Staat niet weet wie daarvan de houder is, voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] deze ooit onder zich had, maar nu niet meer heeft, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in de kosten. De Staat heeft belang bij deze vordering om de hoogte van de schade te kunnen bepalen die hij heeft geleden vanwege de onrechtmatige daad van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en om de nog niet ingeleverde wapens te traceren. Volgens de Staat gaat het hier om bepaalde bescheiden die een rechtsbetrekking aangaan waarbij de Staat partij is, nu deze bescheiden van belang zijn voor de beoordeling van het geschil.
3.6.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft ten aanzien van deze incidentele vordering geen nader verweer gevoerd.

4.De beoordeling

in de hoofdzaak in conventie
Eigendom en revindicatie
4.1.
De vraag die partijen verdeeld houdt, is, wie de eigenaar is van de inbeslaggenomen wapens.
4.2.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft niet betwist dat de Staat de inbeslaggenomen wapens in eigendom heeft gehad. Evenmin dat Defensie deze wapens op titel van bruikleen heeft uitgegeven, zoals de Staat heeft gesteld. Het verweer van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] houdt in dat de eigendom van de inbeslaggenomen wapens is overgedragen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en - voor wat betreft de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] - aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] .
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1]
4.3.
Meer in het bijzonder heeft [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voor wat betreft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] aangevoerd dat de intentie van partijen zou zijn de wapens aan de leden over te dragen en dat de bruikleenconstructie als ‘truc’ werd gebruikt om de wapens bij Defensie vandaan te krijgen. Kortom, de titel was bruikleen, bedoeld werd verkoop. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zou de inbeslaggenomen wapens, met uitzondering van de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] (zie daarvoor 4.7), dus hebben gekocht van [naam 1] . Dit wordt gekwalificeerd als een bevrijdend verweer met als gevolg dat op grond van artikel 150 Rv de stelplicht en – indien nodig – de bewijslast van die eigendomsoverdracht van de wapens op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] rusten.
4.4.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft dit verweer echter niet nader geconcretiseerd of onderbouwd. Hij heeft niets gezegd over een koopovereenkomst, een afgesproken prijs of over waarom [naam 1] bevoegd zou zijn de wapens te verkopen, of - bij onbevoegdheid van [naam 1] - over zijn goede trouw. Evenmin heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] gesteld dat sprake is van - of is gebleken van - verklaringen en gedragingen van de Staat op grond waarvan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in de gegeven omstandigheden
redelijkerwijs mocht denkendat de Staat heeft bedoeld de wapens over te dragen via de vereniging/ [naam 1] . Dat had op zijn weg gelegen nu hij de (oorspronkelijke) eigendom van de Staat noch de bruikleenovereenkomst heeft betwist. Nu aan de stelplicht niet is voldaan wordt aan bewijslevering ook niet toegekomen.
4.5.
Integendeel, al hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ter zitting heeft verklaard, onderschrijft de door de Staat gestelde gang van zaken. Zo heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] verklaard deze wapens - die naar zijn zeggen van Defensie komen - naar aanleiding van zijn wensenlijst te hebben gekregen. Een wensenlijst in reactie op een rondschrijven van de vereniging over bruikleenwapens. Ook heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ter zitting verteld dat hij een relatief laag bedrag voor deze wapens heeft betaald aan [naam 1] , die blijkens de stukken door de vereniging was belast met de uitgifte van de bruikleenwapens. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft daarbij ook opgemerkt dat hij niet weet of [naam 1] dit bedrag aan de vereniging heeft doorbetaald of heeft gehouden, maar dat [naam 1] veel werk aan de uitgifte van de wapens heeft gehad. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft zich dus kunnen voorstellen dat dit bedrag - dat niet de economische waarde van de wapens vertegenwoordigde - een bijdrage voor de (administratieve) inspanningen van [naam 1] kon betekenen, zoals de Staat gemotiveerd heeft gesteld. Kortom, alle feiten bevestigen dat de Staat bedoeld heeft de wapens in bruikleen te geven aan de vereniging ten gunste van haar leden, conform de overeenkomst die hij met de vereniging is aangegaan. Al deze feiten weerspreken ook bezit te goeder trouw aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] . De Staat heeft in die lijn ook, zodra de vergissing van de wapenuitgifte bekend werd binnen Defensie in 2003, zijn wapens teruggehaald en de bruikleenovereenkomst opgezegd.
4.6.
De gevorderde revindicatie en de verklaring voor recht van eigendom zullen dan ook worden toegewezen voor de inbeslaggenomen wapens, met uitzondering van de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] .
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2]
4.7.
Wat hiervoor is overwogen over de wapens van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , gaat niet in gelijke mate op voor de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] noch [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] heeft erkend dat deze wapens door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] werden gehouden. Dit betekent dat het wettelijk vermoeden van artikel 3:118 BW geldt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] was op het moment dat ze in beslag werden genomen, bezitter van deze wapens en wordt daarmee vermoed bezitter te goeder trouw te zijn. De Staat heeft daar eigenlijk niets tegenover gesteld anders dan de blote stelling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] de wapens hield voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] . Het enkele feit dat op de wensenlijst van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] een Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] voorkwamen, maakt nog niet automatisch dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] deze twee wapens hield voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] . Op basis van het dossier is immers - zonder [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] erkenning - niet vast te stellen welke wapens van die wensenlijst daadwerkelijk aan hem zijn uitgegeven (waarover meer onder 4.10.). Zelfs als het om dezelfde wapens zou gaan, is dat bovendien nog onvoldoende om daarmee het vermoeden van goede trouw van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] weg te nemen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] stelt immers de wapens rechtsgeldig te hebben gekocht. De Staat heeft dan ook onvoldoende gesteld om zijn eigendom ten aanzien van deze twee wapens te onderbouwen.
4.8.
De gevorderde revindicatie en de verklaring voor recht van eigendom ten aanzien van de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] zullen dan ook worden afgewezen.
Onrechtmatige daad en schade
4.9.
Vervolgens meent de Staat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door eigendommen van de Staat te vervreemden en wil daarvan een verklaring voor recht. Ook wil de Staat deze schade vergoed zien in de vorm van winstafdracht, op te maken bij staat. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zou meerdere aan hem in onderbruikleen gegeven wapens hebben verkocht, zo zou blijken uit een brief van een wapenverzamelaar die een UZI verklaart te hebben gekocht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] . Volgens de Staat gaat het dan om het verschil tussen de inbeslaggenomen wapens en de wapens van de wensenlijst en het FAL geweer dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in 2000 in bruikleen zou hebben gekregen.
4.10.
Met uitzondering van voornoemde UZI, valt er echter op basis van het dossier niet vast te stellen welke wapens daadwerkelijk aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zijn geleverd, anders dan door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] erkenning. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] heeft betwist alle op de wensenlijst van 2003 voorkomende wapens te hebben ontvangen. Uit de correspondentie rondom de uitgifte in 2003 blijkt evenmin dat alle op de wensenlijst voorkomende wapens ook daadwerkelijk zouden worden geleverd (
“een aantal gespecificeerde wapens (…), dievoor zover beschikbaar en mogelijk, in bruikleen gegeven kunnen worden”en
“lijst met namen van degene die (…)watgaan krijgen.”,onderstreping rb).
4.11.
Verder heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ook betwist een FAL geweer te hebben ontvangen in 2000 en dat blijkt evenmin uit de stukken. De bruikleenovereenkomst uit 2000 is immers met de vereniging en de onderbruikleenovereenkomst met een ander dan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] .
4.12.
Geconfronteerd met deze betwistingen heeft de Staat zijn stellingen niet nader onderbouwd of geconcretiseerd. Daarmee heeft de Staat onvoldoende invulling gegeven aan de op hem rustende (nadere) stelplicht. Dit leidt ertoe dat wat de Staat heeft gesteld in het licht van de betwisting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] onvoldoende is om aan te nemen dat hij meer dan de in conservatoir beslag genomen wapens en de verkochte UZI heeft gekregen. De onrechtmatigheidstoets beperkt zich daarom tot de verkochte UZI.
4.13.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] heeft niet betwist de UZI te hebben verkocht. Wel heeft hij de schade betwist, volgens de bruikleenovereenkomst moesten de wapens vernietigd worden, de waarde was dus nul. En op die schade stranden de vorderingen van de Staat ook.
4.14.
Weliswaar heeft de Staat gesteld door de vervreemding schade te hebben geleden, maar hij heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de gevorderde winstafdracht rechtvaardigen, bijvoorbeeld ten aanzien van (de mogelijkheid van) de door hem geleden schade of over een causaal verband met de vervreemding. Dit had op zijn weg gelegen, nu het hier om een overtollig wapen gaat, de bruikleenovereenkomst de bruiklener toestond de wapens te vernietigen en de zaak ruim 10 jaar stil heeft gelegen zonder dat de wapens werden gemist.
4.15.
Het voorgaande betekent dat de Staat niet heeft voldaan aan zijn stelplicht ten aanzien van de onrechtmatige daad waarop hij zijn vorderingen grondt. Deze zullen dan ook worden afgewezen.
De kosten
4.16.
De Staat heeft gevorderd [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te veroordelen tot betaling van de conservatoire beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zal als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de beslagkosten. Deze worden begroot op:
  • griffierecht € 626,00
  • verschotten € 1.014,27
  • salaris advocaat
Totaal € 2.183,27
4.17.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] zal als de in conventie grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Staat worden begroot op:
  • explootkosten € 99,91
  • salaris advocaat
Totaal € 1.185,91
in hoofdzaak in reconventie
Opheffing conservatoir beslag
4.18.
De beslagen zijn gelegd ter verzekering van het verhaal van de vordering tot revindicatie van de Staat. Volgens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] moeten deze worden opgeheven omdat uit het verweer in conventie volgt dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] eigenaar is van de wapens waarop dit beslag is gelegd. In conventie echter zal de vordering van de Staat voor de in beslag genomen wapens met uitzondering van de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] worden toegewezen. Daarbij komt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] niet heeft gesteld dat het conservatoire beslag dermate ingrijpende gevolgen heeft (gehad) voor hem dat het onverkort handhaven daarvan niet gerechtvaardigd is.
4.19.
Nu de vordering van de Staat ten aanzien van de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] zal worden afgewezen, ligt de beslissing ten aanzien van het beslag daarover anders. Weliswaar leidt een afwijzing niet noodzakelijkerwijs tot opheffing van de gelegde beslagen, omdat dan nog steeds een belangenafweging moet plaatsvinden, maar een afwijzing vormt wel een belangrijke indicatie voor opheffing. De Staat heeft niet gewezen op bijzondere omstandigheden die in weerwil van de afwijzing van de vorderingen ten aanzien van de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] de handhaving van het beslag daarop rechtvaardigen. De ten laste van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gelegde conservatoire beslagen op de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] zullen dan ook worden opgeheven.
Kosten
4.20.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen wapens met uitzondering van de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Staat worden begroot op:
- salaris advocaat
€ 543,00(2 punten × tarief € 543,00 x 0,5)
Totaal € 543,00
4.21.
Ten aanzien van de Bren Gun [nummer Bren Gun] en INGLIS [nummer Inglis] zal de Staat als in reconventie in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] worden begroot op nihil, nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] extra kosten heeft gemaakt.
in incident
Afgifte documenten
4.22.
De incidentele vordering tot afgifte van documenten is niet toewijsbaar. De Staat heeft afschrift gevorderd van
“alle documenten”die kunnen zijn
“op papier gestelde koopovereenkomsten, e-mails of bankafschriften”, van “
alle in 2003 (onder)bruikleen (…) gegeven”wapens “
die nog niet zijn ingeleverd, of althans waarvan de Staat niet weet wie daarvan de houder is”en
“die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] onder zich heeft gehad maar thans niet meer heeft”. Hieruit blijkt dat de Staat kennelijk niet weet om welke documenten het gaat, ten aanzien van welke wapens en of deze documenten wel bestaan. Daarmee is de vordering te weinig specifiek en is niet voldaan aan de eis van artikel 843a Rv dat het moet gaan om bepaalde bescheiden.
4.23.
Daarbij is ook niet komen vast te staan dat de Staat rechtmatig belang heeft bij de gevorderde stukken, voor zover deze bestaan. De vordering van de Staat komt erop neer dat hij aan de hand van allerlei eventuele documenten wenst te achterhalen: 1) of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] andere wapens - en zo ja welke wapens - onder zich heeft gehad, 2) of deze zijn verkocht, en 3) zo ja waar hij deze eventueel kan terughalen en 4) of hij schade heeft geleden en 5) wat die vermoedelijke schade dan is. Artikel 843a Rv biedt niet de mogelijkheid documenten op te vragen, waarvan de eiser slechts vermoedt dat zij wel eens steun zouden kunnen geven aan zijn stellingen, maar betreft ‘de situatie, dat de inhoud van een schriftelijk bewijsmiddel aan een partij in beginsel wel bekend is, maar dat zij het niet in haar bezit heeft’ (Parl. Gesch. Nieuw bewijsrecht, blz. 417). Daarvan is geen sprake.
4.24.
Door het opvragen van documenten waarvan hij niet weet of zij bestaan, de inhoud niet kent en waarvan ook niet bekend is dat deze werkelijk informatie bevatten die bruikbaar is voor het door de Staat te leveren bewijs van aan zijn vorderingen in de hoofdprocedure ten grondslag gelegde feiten, heeft de vordering het karakter van een zogenoemde ‘fishing expedition’ waarvoor artikel 843a Rv niet is bedoeld. De incidentele vordering zal daarom worden afgewezen.
Kosten
4.25.
Gesteld noch gebleken is dat aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] kosten zijn gemaakt in het kader van het incident als gevolg daarvan zal de Staat niet tot vergoeding daarvan veroordeeld worden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat de Staat eigenaar is van de hieronder genoemde wapens met bijbehorend wapennummer,
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 1]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 2]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 3]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 4]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 5]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 6]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 7]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 8]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 9]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 10]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 11]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 12]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 13]
  • Revolver Smith & Wesson [wapennr. 14]
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] de onder 5.1. genoemde wapens aan de Staat af te geven, althans te gedogen dat de gerechtelijk bewaarder de wapens aan de Staat afgeeft,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 2.183,27, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in de proceskosten, aan de zijde van de Staat tot op heden begroot op € 1.185,91, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis,
5.5.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de onder 5.2., 5.3. en 5.4 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vordering tot opheffing van beslag af voor wat betreft de hieronder genoemde wapens met bijbehorend wapennummer,
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 1]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 2]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 3]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 4]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 5]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 6]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 7]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 8]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 9]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 10]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 11]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 12]
  • Pistool INGLIS/FN/KNIL [wapennr. 13]
  • Revolver Smith & Wesson [wapennr. 14]
5.8.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in de proceskosten in het kader van de beslissing onder 5.7, aan de zijde van de Staat tot op heden begroot op € 543,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis,
5.9.
heft op het op 15 februari 2018 ten laste van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onder [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] gelegde conservatoire beslag tot afgifte van Pistool INGLIS/FN/KNIL met nummer [nummer Inglis] en het op 1 maart 2018 ten laste van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] onder [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] gelegde conservatoir beslag tot afgifte van Pistoolmitrailleur Bren Gun met nummer [nummer Bren Gun] ,
5.10.
veroordeelt de Staat in de proceskosten in het kader van de beslissing onder 5.9., aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 2] tot op heden begroot op nihil,
5.11.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de onder 5.7, 5.8, 5.9 en 5.10 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
in het incident
5.12.
wijst de vordering af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.S. Dogan en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2019. [1]

Voetnoten

1.type: