In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 3 mei 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van verschillende vuurwapens en munitie, alsook van bedreiging met een vuurwapen. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een volautomatisch machinepistool, een granaat, en andere vuurwapens in de periode van 3 tot en met 6 januari 2019. Op 6 januari 2019 bedreigde de verdachte twee personen met een doorgeladen machinepistool voor een café in Amsterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op die datum het wapen uit zijn tas haalde, dit doorgeladen heeft en op de slachtoffers richtte. De politie vond later meerdere wapens en munitie in de woning van de verdachte, waaronder in een kelderbox waar hij de enige met een sleutel van was. De verdediging stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van de wapens in de kelderbox, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het machinepistool tijdens de bedreiging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele ten laste gelegde feiten, maar achtte de bedreiging en het voorhanden hebben van het machinepistool bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, met aftrek van voorarrest.