Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de rechtspersoon naar buitenlands recht Airhelp Limited
de naamloze vennootschap Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 12 maart 2018 met producties
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- repliek met producties;
- dupliek met producties;
- akte uitlating producties.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1) [vluchtnummer 2] van LPI naar AMS
2) [vluchtnummer 3] van AMS naar Nairobi (NBO), Kenia
3 [vluchtnummer 4] van Nairobi naar EBB.
Vordering en verweer
a. € 600,00 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag
vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
b. € 90,00 aan buitengerechtelijke kosten;
c. de proceskosten.
-de luchthaven LPI op 19 mei 2016 te maken had met een grootschalige landelijke storing van het openbaar telecommunicatienetwerk, hetgeen op zichzelf reeds een buitengewone omstandigheid oplevert in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening;
-in verband met die storing het toestel dat de rotatievlucht AMS-LPI-AMS uitvoerde verschillende ATFM-slots opgelegd kreeg, die (ook) op zichzelf een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening opleveren.
*een dergelijk slot niet voor het vliegtuig wordt afgegeven maar voor een bepaalde vlucht, en
*geen sprake is van een “besluit” maar van een toewijzing.
Beoordeling
-weersomstandigheden die de vlucht in kwestie verhinderen
-beveiligingsproblemen
-onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.
“Kortom, dat sprake is van buitengewone omstandigheden staat vast”.Waarom heeft KLM dan toch pleidooi verzocht? De reden is dat uw rechtbank in vergelijkbare zaken heeft geoordeeld dat de beslissing van het luchtverkeersbeheer in dit geval niet de langdurige vertraging van de passagier op diens eindbestemming zou hebben veroorzaakt. De beslissing van het luchtverkeersbeheer zou slechts een korte vertraging bij aankomst in (in dit geval) Amsterdam hebben veroorzaakt. De langdurige vertraging op de eindbestemming van de passagier zou zijn veroorzaakt doordat de passagier zijn aansluitende vlucht heeft gemist.”
paragraaf 14van de Considerans wordt aangenomen, inderdaad sprake is van een “vast staande buitengewone omstandigheid”. In dát geval is, zoals KLM terecht stelt, het relevante causaal verband het verband tussen de betreffende omstandigheid en de vertraging op de eindbestemming. De vertraging bij aankomst op de tussenstop AMS is dan niet relevant.
De causale redenering luidt: er was een buitengewone omstandigheid die heeft geleid tot vertraagde aankomst van vlucht 1 (eerste leg) in AMS, waardoor de aansluitende vlucht(en) zijn gemist. De vertraging op de eindbestemming is in dat geval het gevolg van de vaststaande buitengewone omstandigheid; het missen van de aansluiting is immers op haar beurt het gevolg van die buitengewone omstandigheid, en geen zelfstandige oorzaak van de vertraging. Gesteld noch gebleken is dat de passagier ook zonder die omstandigheid de vlucht zou hebben gemist.
paragraaf 15van de Considerans – en in zoverre klopt de redenering van KLM zoals hierboven onder 11 geciteerd niet - moet worden beoordeeld of sprake is van
“een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag, dateen langdurige vertraging (…) van dat vliegtuigveroorzaakt.”Met andere woorden: bij een beoordeling van de vraag of zich buitengewone omstandigheden in de zin van paragraaf 15 voordoen, vindt –
binnende bo-toetsing- een beoordeling plaats van de vraag of het besluit van het luchtverkeersbeheer heeft geleid tot langdurige vertraging van dat vliegtuig;
-stel dat de buitengewone omstandigheden niet reeds zijn gegeven op grond van paragraaf 14;
daarnabeoordeeld te worden of de vertraging op de eindbestemming meer dan 3 uur is als gevolg van deze buitengewone omstandigheid. Dan geldt onverkort hetgeen hiervoor onder 12 is vermeld.
BESLISSING
verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het
vonnis heeft plaatsgevonden en Airhelp niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van
toepassing, inclusief btw;