ECLI:NL:RBAMS:2019:3225

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2019
Publicatiedatum
3 mei 2019
Zaaknummer
C/13/661873 / KG ZA 19-141
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over onderhoudswerkzaamheden aan woning na overlijden erflater

In deze zaak, die op 20 maart 2019 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee partijen die betrokken zijn bij de nalatenschap van een overledene. De eisers, die de erfgenamen zijn van de overledene, hebben de gedaagde, de weduwe van de overledene, aangesproken op haar verplichtingen met betrekking tot onderhoudswerkzaamheden aan de woning die aan haar is toebedeeld als vruchtgebruiker. De eisers vorderen dat de gedaagde de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden, zoals vastgesteld in verschillende bouwtechnische rapporten, tijdig uitvoert. De rechtbank oordeelt dat er voldoende spoedeisend belang is bij de eisers, omdat er onduidelijkheid bestaat over wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden. De rechtbank wijst de vordering van de eisers toe en legt de gedaagde op om de werkzaamheden voor 1 juni 2019 uit te voeren, op straffe van een dwangsom. De rechtbank overweegt dat de gedaagde gehouden is om de werkzaamheden te verrichten zoals in het rapport van 24 november 2017 is vastgesteld, en dat de afspraken die tussen partijen zijn gemaakt, bindend zijn. De rechtbank wijst ook de vordering van de gedaagde in reconventie af, omdat deze niet onder de eerder gemaakte afspraken valt. De proceskosten worden verrekend, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/661873 / KG ZA 19-141 AB/MvG
Vonnis in kort geding van 20 maart 2019
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie bij dagvaarding van 14 februari 2019,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. Y.B. Boendermaker te Hilversum,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.A.J. Jansen te Amsterdam.
Eisers zullen hierna [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden genoemd en gedaagde [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .

1.De procedure

Ter zitting van zes maart 2019 hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening, en vervolgens in reconventie gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte akte. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben de vordering in reconventie bestreden. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Ter zitting waren aanwezig:
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] met mr. Boendermaker
Aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] : [naam 1] , en mr. Jansen.

2.De feiten

2.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn enig erfgenaam van wijlen [naam overledene] . [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is op 16 oktober 1992 getrouwd met erflater. Op 4 november 2008 is dit huwelijk door zijn overlijden van rechtswege ontbonden.
2.2.
[naam 1] is een zoon van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en doet namens haar de communicatie met [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .
2.3.
In het testament van erflater is een legaat opgenomen, waarbij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als vruchtgebruiker van onder meer de woning aan de [adres woning] te [woonplaats] is aangewezen.
2.4.
Tussen partijen is een bodemprocedure aanhangig geweest bij deze rechtbank. In het tussenvonnis van 14 september 2016 staat, voor zover van belang, het volgende:
4.3.
Kern van het geschil is hoe het testament van erflater moet worden uitgelegd. (…) Het testament is in zoverre duidelijk dat erflater de bedoeling heeft gehad om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] na zijn overlijden het vruchtgebruik van zijn volledige nalatenschap te doen toekomen, met inbegrip van het gebruik van de (echtelijke) woning en om “alle kosten, verbonden aan het normale onderhoud en dagelijkse reparaties van de met het recht van vruchtgebruik belaste zaken” (lees: de woning) te laten dragen. (…)
4.4
Voorts is aan de orde de vraag wat precies moet worden verstaan onder “alle kosten, verbonden aan het normale onderhoud en dagelijkse reparaties”. De rechtbank ziet in het testament geen aanknopingspunten voor het maken van onderscheid in klein en groot onderhoud (…)
De rechtbank is dan ook van oordeel dat onder “het normale onderhoud” alle onderhoud aan de woning moet worden verstaan, klein en groot, binnen en buiten. Daarop geldt slechts de uitzondering van zeer grote reparaties zoals bijvoorbeeld de reparatie van steun- en scheidsmuren en het herstel van balken en gehele daken, nu dit zodanig ingrijpende maatregelen zijn dat deze redelijkerwijs niet meer onder het begrip onderhoud vallen.”
2.5.
In die procedure is op 26 april 2017 eindvonnis gewezen, waartegen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoger beroep hebben ingesteld. Tijdens de op 6 november 2017 bij het gerechtshof Amsterdam gehouden comparitie na aanbrengen hebben partijen afspraken gemaakt over het op kosten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] laten verrichten van een bouwtechnisch onderzoek aan de woning.
2.6.
Op 24 november 2017 heeft bouwkundige [naam bouwkundige] van Eigen Huis Bouwkundig Advies B.V. onderzoek verricht aan en in de woning en zijn bevindingen vastgelegd in een rapport bouwtechnische keuring. In dat rapport staat in welke conditie de onderdelen van de woning verkeren en wordt onderscheid gemaakt in directe kosten, kosten op termijn en kosten voor woningverbetering. Bij directe kosten moet herstel op korte termijn plaatsvinden om schade aan de woning te voorkomen. In het rapport zijn de directe kosten begroot op maximaal € 24.750,--. Kosten op termijn of kosten voor woningverbetering zijn niet begroot in het rapport.
2.7.
Tijdens de op 16 april 2018 bij het gerechtshof Amsterdam voortgezette comparitie hebben partijen de mogelijkheid besproken van een minnelijke regeling, waarbij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor haar rekening de onderhoudswerkzaamheden zal verrichten waarvan in het rapport bouwtechnische keuring is vastgesteld dat deze moeten worden verricht. De procedure is, om tot een minnelijke regeling te komen, aangehouden tot 1 mei 2018.
2.8.
Partijen hebben overeenstemming bereikt over een minnelijke regeling, die in een brief van 30 april 2018 van de advocaat van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de advocaat van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] als volgt is vastgelegd:

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal voor haar rekening de onderhoudswerkzaamheden verrichten waarvan in het rapport bouwtechnische keuring is vastgesteld dat deze moeten worden gedaan, waarbij zij ernaar zal streven dat dit is gebeurd binnen zes maanden na heden (…)
2.9.
De procedure bij het gerechtshof Amsterdam is op 30 april 2018 op eenstemmig verzoek doorgehaald.
2.10.
Bij e-mail van 1 juni 2018 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . aan [naam 1] hebben zij meegedeeld graag maandelijks een update te ontvangen over de voortgang van het onderhoud. Verder hebben zij aangekondigd in december 2018 opnieuw een bouwtechnisch onderzoek te laten verrichten aan de woning.
2.11.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft [naam 2] , de echtgenoot van haar kleindochter, ingeschakeld, die in augustus 2018 is gestart met de werkzaamheden.
2.12.
Op 20 december 2018 heeft [naam bouwkundige] opnieuw onderzoek verricht aan en in de woning en zijn bevindingen vastgelegd in een bouwkundig rapport. In het rapport zijn de directe kosten begroot op € 35.100,-- en staat, voor zover van belang, het volgende: “
Houtrot is nu weer opnieuw behandeld waarvan de kwaliteit slecht is.”
2.13.
Bij brief van 7 januari 2019 van de advocaat van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] aan de advocaat van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hebben zij, onder verwijzing naar het rapport van 20 december 2018, meegedeeld niet tevreden te zijn over de kwaliteit van de door [naam 2] verrichte werkzaamheden. Zij hebben [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gesommeerd binnen twee weken een plan te presenteren, waarbij alle werkzaamheden voor 1 maart 2019 zijn afgerond door een erkende aannemer.
2.14.
Bij brief van 21 januari 2019 van de advocaat van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de advocaat van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft deze meegedeeld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet verplicht is de onderhoudswerkzaamheden aan de woning te laten verrichten door een erkend aannemer. Verder wordt betwist dat de werkzaamheden aan de woning niet deugdelijk zijn verricht en heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] meegedeeld dat aan EP Bouwadvies opdracht is gegeven tot het verrichten van een bouwtechnisch onderzoek aan de woning.
2.15.
Op 14 februari 2019 heeft [naam onderzoeker] [functie onderzoeker] van EP Bouwadvies onderzoek verricht aan en in de woning en zijn bevindingen vastgelegd in een bouwkundig keuringsrapport van 16 februari 2019. Volgens [naam onderzoeker] zijn de houtrotreparaties deugdelijk uitgevoerd, zij het dat deze bij een volgende schilderbeurt strakker afgewerkt moeten worden.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vorderen samengevat - [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen, op straffe van een dwangsom, tot het laten verrichten van de werkzaamheden zoals opgenomen in het deskundigenrapport van 20 december 2018, althans in het deskundigenrapport van 24 november 2017, uiterlijk op 1 april 2019, onder overlegging van een verklaring van de deskundige dat de werkzaamheden conform voornoemde rapportage zijn uitgevoerd, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proces- en nakosten.
3.2.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen daartoe dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gehouden is de op 30 april 2018 gemaakte afspraken na te komen.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert aan dat zij geen spoedeisend belang hebben bij hun vordering. Verder voert zij aan dat zij niet gehouden is alle in het rapport van 24 november 2017 gemelde maatregelen te verrichten, omdat het bij een deel van de maatregelen om zeer grote reparaties gaat, die voor rekening van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] komen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert samengevat – [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te veroordelen:
te gehengen en gedogen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ernaar streeft voor haar rekening uiterlijk op 1 juni 2019 de onderhoudswerkzaamheden af te ronden waarvan in het rapport van 24 november 2017, althans het rapport van 16 februari 2019 is vastgesteld dat deze moeten worden gedaan,
ernaar te streven uiterlijk op 1 juni 2019 voor zijn rekening de dakbedekking, en zonodig de onderlaag daarvan te vervangen en voor zijn rekening de zeer grote reparaties aan de woning te verrichten als bedoeld in het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 14 september 2016, zoals bijvoorbeeld de steun- en scheidsmuren en het herstel van balken en gehele daken, waarvan in de rapporten van 24 november 2017, 20 december 2018 en 16 februari 2019 is vastgesteld dat deze moeten worden gedaan,
om na de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te verrichten onderhoudswerkzaamheden en de onder 2 gevorderde zeer grote reparaties door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op eerste verzoek van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] mee te werken aan een bouwkundige keuring van de kwaliteit van de werkzaamheden door [naam onderzoeker] , althans een door partijen gezamenlijk aan te wijzen deskundige, op kosten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , althans op gezamenlijke kosten.
in de proces- en nakosten, zowel in conventie als in reconventie.
4.2.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voeren verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie

5.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben een voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen. Er moet op korte termijn duidelijkheid komen over wie welke werkzaamheden moet verrichten om (verdere) schade aan de woning te voorkomen.
5.2.
De vordering strekt tot nakoming van gemaakte afspraken. Een vordering tot nakoming kan in kort geding alleen worden toegewezen, indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het standpunt van eiser zal volgen, bijvoorbeeld als gedaagde een kennelijk ongegrond verweer voert, en indien van eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitslag van de bodemprocedure afwacht.
5.3.
Tussen (de advocaten van) partijen is op 30 april 2018 een minnelijke regeling tot stand gekomen, die als volgt is verwoord: “
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal voor haar rekening de onderhoudswerkzaamheden verrichten waarvan in het rapport bouwtechnische keuring is vastgesteld dat deze moeten worden gedaan, waarbij zij ernaar zal streven dat dit is gebeurd binnen zes maanden na heden (…)”.
5.4.
Partijen verschillen van mening over de vraag welke werkzaamheden [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in dit kader moet (laten) verrichten.
5.5.
Voor de uitleg van de inhoud van een overeenkomst is niet (alleen) de tekst van belang, maar komt het (ook) aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan het overeengekomene mochten toekennen en op hetgeen zij op dat punt redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
5.6.
In het rapport van 24 november 2017 wordt per onderdeel van de woning de conditie van het desbetreffende onderdeel vermeld. Niet bij elk onderdeel in het rapport staat dat maatregelen getroffen moeten worden. Daar waar in het rapport wel staat vermeld dat maatregelen moeten worden getroffen, staat een beschrijving van de werkzaamheden met daarnaast onder het kopje ‘kosten direct’ een kostenindicatie voor het laten verrichten van de werkzaamheden. Partijen hebben hun afspraak over en weer redelijkerwijs zo moeten begrijpen dat daar waar in het rapport onder het kopje ‘maatregelen’ staat beschreven dat werkzaamheden moeten worden verricht, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] deze moet verrichten. Aan deze maatregelen zijn directe kosten verbonden. In de toelichting in het rapport staat dat bij directe kosten herstel op korte termijn moet plaatsvinden om schade aan de woning te voorkomen. De in het rapport beschreven maatregelen kwalificeren derhalve als ‘
onderhoudswerkzaamheden verrichten waarvan in het rapport bouwtechnische keuring is vastgesteld dat deze moeten worden gedaan’. Daarbij speelt mee dat de rechtbank in de bodemprocedure had geoordeeld dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het normale onderhoud moet verrichten, waaronder wordt verstaan alle onderhoud aan de woning, klein en groot, binnen en buiten. Alleen zeer ingrijpende maatregelen komen voor rekening van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , maar die staan niet in het rapport vermeld. De afspraak over de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te verrichten werkzaamheden is tot stand gekomen na overleg tussen de advocaten van partijen. Als de advocaat van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] één van de in het rapport genoemde maatregelen had willen uitsluiten, dan had zij dat als uitzondering moeten laten vastleggen.
5.7.
De vordering van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de werkzaamheden conform het rapport van april 2018 te laten verrichten zal worden afgewezen, omdat dit niet tussen partijen is overeengekomen. De afspraak tussen partijen ziet op het rapport van 24 november 2017, zodat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal worden veroordeeld tot het laten verrichten van de werkzaamheden die in dit rapport staan vermeld.
5.8.
Onderdeel van de afspraak was dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ernaar zou streven de werkzaamheden binnen zes maanden na april 2018 uit te voeren. Inmiddels is het maart 2019 en nog niet alle werkzaamheden zijn verricht. Voldoende reden om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen de werkzaamheden tijdig te laten verrichten op straffe van een dwangsom, die zal worden gematigd en gemaximeerd. De door haar zelf genoemde datum van 1 juni 2019 zal worden aangehouden als datum waarop de werkzaamheden moeten zijn verricht.
5.9.
De dwangsom wordt uitdrukkelijk verbonden aan het niet-tijdig laten verrichten van de overeengekomen werkzaamheden. Het inschakelen van een erkende aannemer vormt geen onderdeel van de afspraak tussen partijen. Het is dus aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wie zij inschakelt, als de werkzaamheden maar deugdelijk worden verricht. Als [eisers in conventie, verweerders in reconventie] vinden dat de werkzaamheden wel zijn uitgevoerd, maar niet deugdelijk, wat eigenlijk nu al het geval is als het gaat om het verhelpen van de houtrot, dan kan daarvoor dus niet de dwangsom worden ingeroepen.
5.10.
De vordering om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen tot het overleggen van een verklaring van een deskundige dat de werkzaamheden conform het rapport van 24 november 2017 zijn uitgevoerd, zal worden afgewezen. De door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in te schakelen deskundige zal vast welverklaren dat de werkzaamheden deugdelijk zijn verricht, terwijl de deskundige van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] vermoedelijk het tegenovergestelde zal beweren. Dat voegt dus niets toe. Als de deugdelijkheid van de werkzaamheden een punt van discussie blijft tussen partijen, zal dit te zijner tijd door een onafhankelijke deskundige moeten worden beoordeeld.
5.11.
Omdat het geschil betrekking heeft op de nalatenschap van de vader van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , respectievelijk de echtgenoot van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zullen de proceskosten worden verrekend, aldus dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

6.De beoordeling in reconventie

6.1.
Gelet op het oordeel in conventie, heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen belang meer bij haar vordering onder 1 , zodat deze zal worden afgewezen.
6.2.
Haar tweede vordering valt niet onder de op 30 april 2018 overeengekomen minnelijke regeling. De rechtbank heeft in de bodemprocedure geoordeeld dat alleen zeer grote reparaties zoals reparatie van steun- en scheidsmuren en het herstel van balken en gehele daken voor rekening van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] komt. Gesteld noch gebleken is dat deze werkzaamheden moeten worden verricht. Bovendien heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eisers in conventie, verweerders in reconventie] daartoe niet gesommeerd, laat staan in gebreke gesteld. Deze vordering en daarmee ook de vordering onder 3 zal dan ook worden afgewezen.
6.3.
Ook hier zullen de proceskosten worden verrekend, aldus dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
7.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de werkzaamheden zoals opgenomen in het rapport bouwtechnische keuring van 24 november 2017 voor 1 juni 2019 te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 100,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan, dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,-- zal zijn bereikt,
7.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.3.
verrekent de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
7.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
in reconventie
7.5.
weigert de gevraagde voorzieningen,
7.6.
verrekent de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2019. [1]

Voetnoten

1.type: MvG