ECLI:NL:RBAMS:2019:3187
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen voorzieningenrechter in kort geding over verzekeringskwestie
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 27 maart 2019 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekster, die zich in een kort geding bevond tegen een verzekeringsmaatschappij. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.H.G. Beltman, verzocht om wraking van de voorzieningenrechter mr. F.B. Bakels. De gronden voor het wrakingsverzoek waren onder andere opmerkingen van de rechter tijdens de zitting, die verzoekster als onheus en partijdig ervoer. Verzoekster stelde dat de rechter zich al een oordeel over haar zaak had gevormd en dat hij onvoldoende hoor en wederhoor had toegepast. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat er geen objectief te rechtvaardigen schijn van vooringenomenheid was aangetoond. De rechter had de mogelijkheid van nietigheid van de dagvaarding ter sprake gebracht, wat volgens de rechtbank binnen de grenzen van een goede procesorde viel. De opmerkingen van de rechter, hoewel als kwetsend ervaren door verzoekster, waren niet voldoende om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. De rechtbank oordeelde dat de procedure niet goed was verlopen, maar dat dit niet betekende dat de rechter partijdig was. Het wrakingsverzoek werd afgewezen en de zaak werd voortgezet in de stand waarin deze zich bevond.