Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court in Zamość, second penal division(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
sentence of the regional court in Hrubieszówvan 19 december 2017 met zaaknummer II K 786/17 (
which became legally valid on 27 December 2017);
summary judgment of the regional court of Warszawa Praga-Południe in Warsawvan 27 februari 2017 met zaaknummer IV K 862/16 (
which became legally valid on 23 August 2017);
summary judgment of the regional court of Warszawa Praga-Południe in Warsawvan 11 juli 2017 met zaaknummer IV K 1324/16 (
which became legally valid on19 July 2017).
vonnis Ien
vonnis IIhebben geleid.
vonnis Iheeft geleid
- met zaaknummer II K 786/17 - in persoon aan de opgeëiste persoon uitgereikt. Dit wordt bevestigd in rubriek F waarin is opgenomen:
(…) In the case number II K 786/17 (…) He received personally the summon to
vonnis II- met zaaknummer IV K 862/16 - wordt in rubriek D meegedeeld dat de opgeëiste persoon niet op de hoogte is gebracht van de datum van de terechtzitting, maar dat een gewaarmerkte kopie van het vonnis op 2 mei 2017 aan de opgeëiste persoon is betekend. Het schrijven met de gewaarmerkte kopie van het vonnis is in persoon door hem ontvangen. Dit wordt bevestigd in rubriek F waarin is meegedeeld:
In the case number IV K 862/16 (…) The convict personally received the letter including the certified copy of the judgment. [opgeëiste persoon] filed means of appeal from that summary judgment such as an objection, and next on 23 august 2017 on the court trial on which [opgeëiste persoon] was present, he withdrew the objection. (…)”
vonnis III- met zaaknummer IV K 1324/16 - heeft geleid. Rubriek F vermeldt hieromtrent:
In the case number IV K 1324/16 (…) The convict was present on the trial, during the trial he filed a motion for issuing a conviction sentence without running an evidence proceeding, however he was not present while the sentence was being delivered. By the sentence of 11 July 2017 the court imposed on him the penalty of9 months restriction of liberty with the duty to perform unpaid, controlled work for social purposes - accordingly to the motion of [opgeëiste persoon] . (…)”
vonnis Ibetwist de opgeëiste persoon dat hij in persoon is gedagvaard. Dit is namelijk onmogelijk, omdat hij in die periode al in Nederland verbleef en hier werkte. Dit houdt in dat het EAB ziet op een vonnis dat niet op tegenspraak is gewezen zonder dat zich één van de omstandigheden als bedoeld in artikel 12 onder a tot en met c OLW voordoet. Aangezien evenmin een verzetgarantie is verstrekt, moet de overlevering ten aanzien van vonnis I op grond van artikel 12 worden geweigerd.
vonnis IIen
vonnis IIIis de opgeëiste persoon veroordeeld tot een ‘
restriction of liberty’ van respectievelijk één jaar en twee maanden en van negen maanden met daaraan gekoppeld de verplichting om een taakstraf te verrichten. De precieze hoogte van de taakstraf is niet genoemd. Omdat de taakstraf door de opgeëiste persoon niet lijkt te zijn verricht, heeft een zitting plaatsgevonden waarbij vrijheidsstraffen van respectievelijk zes maanden en 28 dagen en vier maanden en 12 dagen zijn opgelegd. De opgeëiste persoon is voor deze zitting niet opgeroepen en is daarbij ook niet aanwezig geweest. Evenmin heeft een gemachtigde raadsman op die zitting namens hem het woord gevoerd.
artikel 12 OLW niet van toepassing is.
vonnis Iheeft geleid is de opgeëiste persoon in persoon gedagvaard. Dat blijkt met name uit de zinsnede “
he received personally”. Dit betekent in Polen dat een persoon het schrijven zelf heeft ontvangen of opgehaald. De enkele ontkenning van de opgeëiste persoon is onvoldoende om te twijfelen aan de informatie in het EAB.
vonnis IIis de opgeëiste persoon niet bij de behandeling van zijn zaak in eerste aanleg aanwezig geweest. Hij heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis in eerste aanleg, dat hij vervolgens ter zitting heeft ingetrokken. Dus is het vonnis in eerste aanleg in stand gelaten. Er is eerst een hogere vervangende hechtenis opgelegd en daarna heeft een omzetting plaatsgevonden naar een lagere vervangende hechtenis. Dit duidt erop dat de opgeëiste persoon een begin heeft gemaakt met het uitvoeren van zijn taakstraf. Het duidt niet op een verandering van de aard en de mate van de straf. Dit laatste geldt ook voor
vonnis III.
vonnis IIIter terechtzitting aanwezig geweest. Hij heeft aldaar bekend en zich neergelegd bij de straf die zou worden opgelegd. Hij was dus op de hoogte van de terechtzitting waar de straf zou worden uitgesproken en heeft er voor gekozen om daar niet te verschijnen.
vonnis I. Er is in dit geval geen grond om te twijfelen aan de juistheid van de mededeling van de uitvaardigende justitiële autoriteit inzake de betekening in persoon. De loutere ontkenning van de opgeëiste persoon is onvoldoende om aan de juistheid van die mededeling te twijfelen.
vonnissen IIen
IIIziet de rechtbank aanleiding om het onderzoek ter zitting te heropenen en te schorsen voor het stellen van vragen.
In the case number IV K 862/16 (…) The sentence ruled against him the penalty of1 year and 2 months of restriction of libertywith the duty to perform unpaid controlled work for social purposes. (…) In connection with the fact that the convict was evading from the execution of the penalty of restriction of liberty ruled against him, the regional court in Hrubieszów by its decision of 7 December 2017 ruled asubstitute penalty of deprivation of liberty for the period of 6 months and 28 days.(…)
restriction of liberty with the duty to perform unpaid, controlled work for social purposes’ zijn omgezet in ‘
a substitute penalty of deprivation of liberty’ door
the regional court in Hrubieszów.
the regional court in Hrubieszówin de omzettingsprocedure al dan niet beschikte over beoordelingsruimte bij het omzetten van de straf.
the regional court in Hrubieszówover een discretionaire bevoegdheid in de procedure op 7 december 2017 waarin de ‘
restriction of liberty with the duty to perform unpaid, controlled work for social purposes’ is omgezet in ‘
a substitute penalty of deprivation of liberty’?
vonnis IIen
vonnis IIIrubriek D. van het EAB worden ingevuld?
4.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de voormelde vragen te stellen aan de uitvaardigende