Op 8 januari 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen het algemeen bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) en eisers die beroep hadden ingesteld tegen het projectplan "Noodoverloopgebied De Ronde Hoep". Dit projectplan, dat is vastgesteld op 22 maart 2018, betreft de aanleg van een inlaatwerk en een stapelstuw in de polder De Ronde Hoep. De rechtbank beoordeelt of AGV het projectplan in redelijkheid heeft kunnen vaststellen, waarbij de focus ligt op de aanleg en inrichting van het gebied, en niet op de planologische aanwijzing of ingebruikstelling van het noodoverloopgebied.
Eisers betogen dat de keuze voor de aanwijzing van De Ronde Hoep als noodoverloopgebied onvoldoende is gemotiveerd en dat alternatieven niet goed zijn onderzocht. De rechtbank wijst dit af, omdat deze beroepsgrond niet leidt tot vernietiging van het projectplan. Daarnaast wordt er gediscussieerd over de milieueffectrapportage (m.e.r.) en de mogelijke gevolgen voor de natuur, waarbij de rechtbank concludeert dat de m.e.r.-beoordeling van AGV voldoende is en dat er geen significante negatieve effecten te verwachten zijn.
De rechtbank komt tot de conclusie dat AGV het projectplan in redelijkheid heeft kunnen vaststellen en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 8 januari 2019, en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.