ECLI:NL:RBAMS:2019:308
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening voor levensvatbaar cateringbedrijf
In deze zaak heeft de verzoeker, die een cateringbedrijf voor de verkoop van roti wil starten, bij de gemeente Amsterdam een aanvraag ingediend voor bijstandsverlening. De gemeente heeft deze aanvraag op 28 november 2018 afgewezen, omdat het bedrijf van de verzoeker niet levensvatbaar werd geacht. De verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om hem een uitkering te verstrekken. De zitting vond plaats op 8 januari 2019, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. B.B.A. Willering, en de gemeente werd vertegenwoordigd door mr. M. Mulders.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak de afwijzing van de gemeente bevestigd. Hij oordeelde dat de gemeente zijn besluit mocht baseren op het advies van Motivity, dat stelde dat de omzetprognoses van de verzoeker voor de komende drie jaren niet haalbaar zijn. De verzoeker had schulden van meer dan € 100.000,- en kon niet aantonen dat zijn bedrijf wel levensvatbaar was. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoeker niet met objectieve stukken had onderbouwd dat de omzetcijfers hoger waren dan in het advies van Motivity was gesteld. De plannen van de verzoeker om roti te verkopen aan ziekenhuizen waren nog niet concreet uitgewerkt en er ontbraken onderbouwende documenten.
De voorzieningenrechter wees het verzoek af en concludeerde dat het bestreden besluit hoogstwaarschijnlijk in bezwaar stand zal houden. Er werd geen proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht opgelegd. Deze uitspraak werd gedaan door mr. A.K. Mireku, in aanwezigheid van griffier mr. W. Niekel, op 8 januari 2019. Tegen deze uitspraak kan geen beroep worden ingesteld.