3.1.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
De rechtbank stelt vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis terwijl de verdachte niet in persoon aanwezig was bij de behandeling ter terechtzitting die tot het vonnis heeft geleid, en dat - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12, sub a tot en met c, OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
Op grond van artikel 12, sub d, OLW mag de rechtbank in dit geval de overlevering alleen toestaan indien de uitvaardigende justitiële autoriteit heeft vermeld dat
( i) dat het betreffende vonnis na overlevering onverwijld aan de opgeëiste persoon zal worden betekend en hij uitdrukkelijk zal worden geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, die kan leiden tot herziening van het oorspronkelijke vonnis en
( ii) de opgeëiste persoon wordt geïnformeerd over de termijn waarbinnen hij verzet of hoger beroep dient aan te tekenen, als vermeld in het desbetreffende Europees aanhoudingsbevel.
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft in het EAB onder d) het volgende verklaard:
"Vonnis gewezen bij verstek en:
(…)
- de betrokkene is niet persoonlijk gedagvaard of anderszins in kennis gesteld van de datum en de plaats van de terechtzitting die tot het verstekvonnis heeft geleid, noch heeft hij een zelf gekozen of een door de Staat aangewezen raadsman gemachtigd om zijn verdediging bij het proces te voeren, noch is hij bij het proces werkelijk door zijn raadsman verdedigd, noch werd de beslissing aan hem persoonlijk betekend, maar [hij] geniet de volgende juridische garanties na zijn overlevering aan de rechterlijke autoriteiten (dergelijke garanties kunnen vooraf worden gegeven):
- de beslissing zal hem na overlevering onverwijld persoonlijk betekend worden, en
- de betrokkene zal na de betekening van de beslissing uitdrukkelijk worden geïnformeerd
over zijn recht op een verzet procedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het
recht heeft aanwezig te zijn, waarbij de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en
nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, en die kan leiden tot herziening van de
oorspronkelijke beslissing, en
- de betrokkene zal geïnformeerd worden over de termijn waarover hij beschikt om verzet
of hoger beroep aan te tekenen, namelijk15 dagen.
Naar het oordeel van de rechtbank voldoet deze verklaring aan de eisen van artikel 12, sub d, OLW en is de in dit artikel bedoelde weigeringsgrond niet van toepassing.