In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 19 april 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen personen. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 27 maart 2016 op het Rembrandtplein in Amsterdam, waar de verdachte samen met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen onbekende personen. De rechtbank heeft tijdens de zitting op 5 april 2019 de vordering van de officier van justitie, mr. S.H.S. Kurniawan-Ayre, en de verdediging van de verdachte, mr. C. de Vries, gehoord. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde, terwijl de verdediging vrijspraak heeft bepleit, stellende dat de verdachte enkel probeerde de situatie te sussen en dat er geen bewijs was van door hem gepleegde geweldshandelingen.
De rechtbank heeft de camerabeelden en het proces-verbaal van bevindingen beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte op de genoemde datum openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de betrekkelijk geringe rol van de verdachte in het geheel en de overschrijding van de redelijke termijn voor berechting. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren, met een vervangende hechtenis van 20 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft de verdachte niet alleen schuldig bevonden aan het bewezen verklaarde feit, maar ook de strafbaarheid van de verdachte bevestigd, waarbij geen rechtvaardigingsgronden zijn aangetoond.