ECLI:NL:RBAMS:2019:2883

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 april 2019
Publicatiedatum
18 april 2019
Zaaknummer
13-660075-12 (2019)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden voor een man met schizofrenie

Op 9 april 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1987, die lijdt aan schizofrenie en een stoornis in middelengebruik. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd en de officier van justitie heeft opnieuw verzocht om verlenging met één jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel bij een forensische psychiatrische kliniek en heeft in de afgelopen periode veel vrijheden verworven. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verlengen, omdat de terbeschikkinggestelde nog steeds kwetsbaar is en er risico's zijn bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar wordt verlengd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met voorwaarden verlengd, met specifieke voorwaarden voor de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13-660075-12, 23-005492-12
Beslissing op de op 15 februari 2019 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag ] 1987,
thans verblijvende bij [FPK instelling] ,
die bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 1 april 2015 onder voorwaarden ter beschikking gesteld werd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 4 juli 2018 voor de duur van één jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met één jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 29 januari 2019 op grond van artikel 509o, derde lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv) uitgebrachte advies van de Reclassering Inforsa, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar;
  • de voortgangsverslagen toezicht van voornoemde reclasseringsinstelling van 29 januari 2019, 6 november 2018, 14 augustus 2018 en 22 mei 2018;
  • het op 15 januari 2019 op grond van artikel 509o, derde lid Sv uitgebrachte advies van psychiater J. Marx, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar.
De rechtbank heeft op 9 april 2019 de officier van justitie mr. P. van Laere, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. W.J. Morra, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundigen H.E. van der Knaap, als reclasseringswerker verbonden aan de Reclassering [FPK instelling] , en J. Marx, psychiater, ter openbare zitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van Inforsa van 29 januari 2019 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een 31-jarige man die lijdt aan een psychiatrische stoornis, schizofrenie en daarnaast heeft hij een stoornis in middelengebruik, langdurig in remissie. Door adequate begeleiding en medicatie is thans geen sprake van actuele (psychotische) symptomen.
Behandelverloop en risicotaxatie
Op 20 juni 2018 ging het niet goed met betrokkene. De onduidelijkheden over zijn huisvesting zorgden voor onrust en stress. Betrokkene was enige tijd minder goed in het contact, deed waanachtige uitspraken en zou een medebewoner hebben bedreigd. Het niet vinden van een geschikte plek op het gebied van begeleid of beschermd wonen heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de verslechtering van zijn psychiatrische toestand. Door de behandelaars van de Forensische Ambulante Zorg (FAZ) werd geconcludeerd dat een time-out nodig was om deze psychiatrische toestand te stabiliseren, waartegen betrokkene zich niet heeft verzet. Door plaatsgebrek in klinieken en een afwijzing van een kliniek was het niet mogelijk om per direct een time-out te regelen. Op 25 juni 2018 is de keuze gemaakt om betrokkene te laten aanhouden door de politie in het kader van een vordering tot voorlopige omzetting naar een verpleging van overheidswege. Als gevolg hiervan kon volgens de Divisie Individuele Zaken (DIZ) geen sprake zijn van een time-out en moest een nieuwe indicatie voor een klinische behandeling worden aangevraagd bij Indicatiestelling Forensische Zorg ( [instituut] ).
Op 28 augustus 2018 werd de vordering tot omzetting ingetrokken door het Openbaar Ministerie en werd betrokkene geplaatst in de [FPK instelling] . Betrokkene toonde in het begin enige weerstand, omdat hij vond (en vindt) dat hem onrecht werd aangedaan. Hij was het er niet mee eens dat hij opnieuw moest beginnen – terwijl hij al een langdurige behandeling had afgerond – maar berustte na enige tijd in de gang van zaken voorafgaand en tijdens de opname in de FPK. Betrokkene volgde geen behandelmodules, voor welke houding bij de kliniek en de reclassering enig begrip bestond. De samenwerking tussen betrokkene en de medewerkers van de kliniek verliep naar tevredenheid. Hij was ingesteld op anti-psychotische medicatie, toonde zich gemotiveerd daarmee door te gaan en gaf aan geen moeite te hebben met het abstinent blijven van alcohol en drugs.
Betrokkene heeft in de afgelopen periode veel vrijheden verworven. Hij woont zelfstandig in een appartement op het terrein van de [FPK instelling] . Hij mag dagelijks onbegeleid op verlof en verblijft elk weekend bij zijn ouders. De behandeling en verloven verlopen naar tevredenheid van de kliniek, de reclassering en de familie van betrokkene.
Koers en advies
Op 22 november 2018 heeft op initiatief van de FAZ Hilversum een groot overleg plaatsgevonden met alle betrokken partijen om overeenstemming te bereiken over de uitstroom van betrokkene naar de [woonvoorziening] . Hoewel [woonvoorziening] zich terughoudend heeft opgesteld vanwege het lage IQ van betrokkene, is in samenspraak met de [FPK instelling] een indicatie aangevraagd en afgegeven door de [instituut] . Op 13 december 2018 is betrokkene door de DIZ aangemeld bij [woonvoorziening] . Op 28 januari 2019 heeft [woonvoorziening] laten weten een intake te willen plannen met betrokkene.
Betrokkene lijkt in de afgelopen periode verder tot rust te zijn gekomen. Hoewel zijn vertrouwen in de toekomst, in de behandeling en in de begeleiding nog altijd beperkt is, stelt hij zich verder coöperatief en begeleidbaar op.
Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Zij heeft onder meer verklaard dat betrokkene is aangenomen bij woonvoorziening [woonvoorziening] , maar dat er nog geen zicht is op plaatsing. De wachttijd is ongeveer zes maanden. Betrokkene is half februari 2019 naar een appartement van de kliniek gegaan. De kliniek vond hem het meest geschikt om naar het appartement te verhuizen. Hij heeft veel vrijheden verworven.
Op de vraag van de rechtbank waarvoor de terbeschikkingstelling nog nodig is, heeft de deskundige onder meer verklaard dat betrokkene meewerkt met de behandeling en dat er geen zorgen zijn over zijn motivatie. De reclassering weet niet hoe de huisvesting en de overdracht naar [woonvoorziening] zal verlopen als de terbeschikkingstelling wordt beëindigd. Er is nu geen antwoord op de vraag wie in het geval de terbeschikkingstelling wordt beëindigd het beschermd wonen zal gaan financieren, hoe het zal gaan met de afgegeven indicatie en ook is niet duidelijk of betrokkene zijn plek in de kliniek zal behouden. Dat het tbs-kader nog nodig is, is voor een groot deel door praktische redenen ingegeven. De medicamenteuze behandeling is ook een behandeling. Daarnaast is in 2018 – toen de druk opliep bij betrokkene door de onzekerheid over zijn woonplek, waardoor het niet goed ging met betrokkene – het nut gebleken van het tbs-kader met voorwaarden. Als [woonvoorziening] betrokkene leert kennen binnen een tbs-kader en het tbs-kader er daarna op enig moment af gaat, is de situatie anders. Hij is begin december 2018 aangemeld bij [woonvoorziening] . Zodra er plaats is bij [woonvoorziening] zal betrokkene worden overgeplaatst.
Aan het rapport van psychiater J. Marx van 15 januari 2019 wordt onder meer het volgende ontleend.
Bij betrokkene is sprake van (paranoïde) schizofrenie. Hij functioneert op zwakbegaafd niveau. Als betrokkene zich zou onttrekken aan de behandeling en zou stoppen met zijn antipsychotische medicatie, bestaat er het risico van een psychotische decompensatie. Het is van belang dat hij abstinent blijft van middelen, wat al lange tijd het geval is.
Betrokkene is een chronisch kwetsbare man waarbij sprake moet zijn van een blijvend en duurzaam zorgkader. Bij ontregeling, die op verschillende wijze kan optreden, bestaat het risico van agressieve impulsdoorbraken. De kans op recidive wordt zonder enige vorm van begeleiding verhoogd ingeschat. Binnen een behandelkader is de kans op recidive aanzienlijk lager, maar niet nihil.
Betrokkene zal worden overgeplaatst naar een voorziening voor begeleid wonen in de regio Gooi- en Vechtstreek. Als hij daar is ingebed en zich gemotiveerd toont voor de behandeling, is een tbs-kader niet langer nodig. Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Hij heeft onder meer verklaard dat betrokkene extra structuur, een dagbesteding, nodig heeft. Een onderdeel van de behandeling is dat hij vragen kan stellen en dat er controle is op de inname van de medicatie en de eventuele bijwerkingen daarvan. Betrokkene verblijft op het terrein van de kliniek. Een meer intensieve behandeling is nu niet nodig. Dat wil niet zeggen dat er geen enkele vorm van behandeling is. Voor het beperken van het recidiverisico is structuur nodig. Betrokkene moet zijn medicatie innemen en het is van belang te blijven letten op signalen die duiden op afglijden.
Gelet op voormelde adviezen, het verhandelde ter zitting en artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar wordt verlengd.
De rechtbank heeft er vertrouwen in dat het goed blijft gaan met de terbeschikkinggestelde, ondanks het feit dat de problemen over huisvesting in de zomer van 2018 hebben geleid tot een time-out en een periode waarin zijn psychiatrische toestand moest worden gestabiliseerd. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds enige maanden tot tevredenheid van alle partijen in een appartement van de FPK [FPK instelling] en heeft de gewenste woning in het vooruitzicht bij [woonvoorziening] . Zoals uit voornoemde adviezen naar voren komt, is de stoornis nog aanwezig bij betrokkene. Het is uit het oogpunt van de hiervoor genoemde veiligheid niet in het belang van betrokkene en daarmee ook niet in het belang van de maatschappij dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden thans wordt beëindigd.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, van
[terbeschikkinggestelde]met
één jaar, onder de volgende voorwaarden:
 De heer [terbeschikkinggestelde] pleegt geen strafbare feiten;
 De heer [terbeschikkinggestelde] begeeft zich niet zonder toestemming van de reclassering en het Openbaar Ministerie buiten de landsgrenzen van Nederland. Betrokkene overlegt hierover vooraf met de reclassering en het Openbaar Ministerie beslist;
 De heer [terbeschikkinggestelde] werkt mee aan een klinische behandeling in [FPK instelling] of een andere, door de DIZ aangewezen, instelling. Hij zal zich tijdens de behandeling houden aan de afspraken met de behandelaren, aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling worden gegeven en aan de regels die in de instelling gelden;
 De heer [terbeschikkinggestelde] werkt, aansluitend op de klinische behandeling, mee aan een ambulante behandeling gericht op zijn psychiatrische problematiek en, indien nodig, middelengebruik;
 De heer [terbeschikkinggestelde] gebruikt medicatie zoals aan hem voorgeschreven;
 De heer [terbeschikkinggestelde] houdt zich op het gebied van alcohol en drugs aan de richtlijnen van de behandelaars en de reclassering, ook indien deze volledige abstinentie inhouden;
 De heer [terbeschikkinggestelde] werkt mee aan urine- en/of ademanalysecontroles indien de reclassering en/of de behandelaren dergelijke controles geïndiceerd achten;
 De heer [terbeschikkinggestelde] werkt, aansluitend op de klinische behandeling, mee aan plaatsing in een geschikte huisvestingssituatie, ook als dit een instelling voor beschermd of begeleid wonen betreft. Verhuizing dient alleen te geschieden na overleg met en goedkeuring van de reclassering;
 De heer [terbeschikkinggestelde] meldt zich bij de reclassering zo frequent als de reclassering het nodig acht gedurende de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden;
 De heer [terbeschikkinggestelde] houdt zich aan de aanwijzingen van en afspraken met de reclassering;
 De heer [terbeschikkinggestelde] geeft aan de reclassering openheid van zaken op alle leefgebieden, zoals zijn financiële situatie, emotionele toestand en sociale netwerk;
 De heer [terbeschikkinggestelde] stelt zich controleerbaar op en geeft toestemming aan de reclassering om met alle personen en instellingen die van belang zijn voor de controle op de naleving van de voorwaarden contact te kunnen opnemen en informatie te mogen uitwisselen;
 De heer [terbeschikkinggestelde] werkt desgewenst mee aan een schuldhulpverleningstraject;
 De heer [terbeschikkinggestelde] werkt mee aan een dagbestedingstraject, indien dit geïndiceerd wordt geacht door de reclassering;
 Na afloop van de klinische behandeling werkt de heer [terbeschikkinggestelde] , indien geïndiceerd, mee aan een time-out plaatsing in [FPK instelling] of een vergelijkbare, door de DIZ aan te wijzen, instelling.
Draagt aan Reclassering [FPK instelling] op de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Deze beslissing is gegeven door
mr. L. Dolfing, voorzitter,
mrs. I. Mannen en J.I.M. Kuin, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman en mr. A.W.T. Klappe, griffiers,
en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 9 april 2019.
.