Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
bewustehandeling van het Openbaar Ministerie is geen sprake geweest. De officier van justitie heeft aangevoerd dat hij pas op 8 januari 2018 bekend is geraakt met de beslissing van 29 november 2017 tot teruggave van de smartphones. Bovendien stelt hij dat die beslissing (tot teruggave van de smartphones) door de rechtbank is genomen op basis van een verkeerd beeld. Door de verdediging was gesteld dat de politie beschikte over de toegangscodes van beide smartphones, hetgeen onjuist is. De smartphones van verdachte zijn vóór 29 november 2017 onderzocht, op het moment dat deze rechtmatig in beslag waren genomen en voordat de teruggave van die smartphones was gelast. Op 10 januari 2018 is de inmiddels onderzochte smartphone teruggegeven aan verdachte en op de andere is een nieuw strafrechtelijk beslag gelegd in het kader van een ander strafrechtelijk onderzoek dat zich niet tegen verdachte richt.
4.Waardering van het bewijs
zonderitemnummers. Een van de items is voorzien van het opschrift “ [verdachte] [geboortedatum] ” met de omschrijving “aangetroffen goed in voorkant boxershort”. Met de waardezakken zijn de kennisgevingen van inbeslagname met de itemnummers 5425981 en 5426038 meegeleverd.
5.Bewezenverklaringen
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenvast.