In deze strafzaak heeft de rechtbank Amsterdam op 18 januari 2019 uitspraak gedaan tegen een 55-jarige man, die als hoofd financiën van Stichting Vier Voeters werd beschuldigd van verduistering. De verdachte heeft in de periode van 8 oktober 2016 tot en met 26 januari 2018 een bedrag van in totaal 290.376,12 euro verduisterd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 4 januari 2019 heeft de officier van justitie, mr. A.M. Lobregt, de vordering ingediend, en de verdachte heeft zich laten bijstaan door zijn raadsman, mr. P.R. de Korte.
De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verduistering wettig en overtuigend bewezen kon worden, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die te maken hadden met gok- en alcoholverslaving. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 15 maanden geëist, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank heeft besloten om een gevangenisstraf van 8 maanden op te leggen, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 240 uur opgelegd.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de schade die de stichting heeft geleden en de civiele procedure die door de stichting is gestart voor schadevergoeding. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot het voldoen aan bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting bij Brijder Verslavingszorg. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, en de beslissing is openbaar gemaakt op de zitting van 18 januari 2019.