In deze zaak vordert Greenberg Nielsen, een recruitmentbureau, betaling van een bedrag van EUR 25.168,- van IC Netherlands (ICN) voor diensten die zij heeft geleverd. De rechtbank Amsterdam heeft op 3 april 2019 geoordeeld dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen tussen Greenberg Nielsen en ICN. De procedure begon met een dagvaarding op 9 maart 2018, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een tussenvonnis en een comparitie. Greenberg Nielsen had ICN in 2017 een kandidaat voorgesteld, maar ICN heeft uiteindelijk de kandidaat via een derde ingehuurd zonder een overeenkomst met Greenberg Nielsen te sluiten. De rechtbank oordeelde dat er geen aanbod en aanvaarding was geweest die een overeenkomst konden vormen, en dat ICN niet tekortgeschoten was in haar verplichtingen. De vordering van Greenberg Nielsen werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van ICN.